9.4 criminaliteit

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

      Welkom! 
Pak je laptop en je boek 
  1. Telefoons weg in de krat 
  2. Zitten volgens plattegrond 
  3. Open lesson-up 
  4. Paragraaf 9.4
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Criminaliteit
Opgepakt.... en dan???

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

       Lesplanning
  •  Terugblik (5 minuten)
  •  Uitleg  (15 min)
  •  Zelfstandig werken (20 min)
  •  Hugo broers documentaire afkijken (15 min)




Aan het eind van de les weet je  

Slide 5 - Tekstslide

       Lesplanning
  •  Terugblik (5 minuten)
  •  Uitleg  (15 min)
  •  Zelfstandig werken (20 min)
  •  Hugo broers documentaire afkijken (15 min)




Huiswerk controle
9.3 Af (blz. 173 + 174)

Slide 6 - Tekstslide

TERUGBLIK
Terugblik: criminaliteit 

Slide 7 - Tekstslide

Een ander woord voor strafbaar feit is een
A
conflict
B
inzicht
C
delict
D
stoplicht

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een overtreding?
A
een blikje cola stelen
B
Een schuurtje openbreken.
C
Doorlopen waar een bord “verboden toegang” staat.
D
Iemand een klap geven.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een overtreding?
A
Je pakt iets uit winkel zonder te betalen.
B
Je fietst door rood licht.
C
Je slaat je vrouw/man.
D
Je rijdt auto met 8 glazen alcohol op.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een overtreding?
A
Doorlopen waar een bord “verboden toegang” staat.
B
Een fiets stelen.
C
Een schuurtje openbreken.
D
Iemand een klap geven.

Slide 11 - Quizvraag



Iemand die een overtreding begaat is een crimineel.
Iemand die een overtreding begaat noem je crimineel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Dit plaatje heeft te maken met:
A
Tijdsgebonden criminaliteit
B
Plaatsgebonden criminaliteit

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een maatschappelijke risicofactor van criminaliteit:
A
Slechte opvoeding
B
Slechte leefomstandigheden
C
Alcohol & drugs

Slide 14 - Quizvraag

Wie beslist of iemand schuldig is aan het plegen van een strafbaar feit?
A
De rechter
B
De officier van Justitie

Slide 15 - Quizvraag

Als je onder de 18 bent en een strafblad hebt, vervalt je strafblad
op je 18e
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een nadeel van een strafblad?
A
Je komt dan sneller aan werk
B
Iedereen ziet aan jou dat je een strafblad hebt
C
Je komt sommige landen niet in

Slide 17 - Quizvraag


Wat is een "strafblad"?
A
Een document waarin alle straffen beschreven staan
B
Een document waarin alle misdrijven staan
C
Een document met de uitleg over welke straf je kan krijgen.
D
Een document waarin staat waarvoor iemand is veroordeelt door de rechter en welke straf hij heeft gekregen

Slide 18 - Quizvraag

Lezen 9.4 : blz. 144

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Een verdachte:
Een verdachte is iemand waarvan een redelijk vermoede bestaat dat hij/zij schuldig is.

Iemand blijft verdachte tot dat de rechter heeft besloten dat hij/zij onschuldig of schuldig is. 
 

Slide 21 - Tekstslide

Wat mag de politie?

De politie mag:
  • Fouilleren
  • Arresteren
  • Huis doorzoeken ( met een huiszoekingsbevel)

Slide 22 - Tekstslide

      Aan het werk
Werken in boek 
  1. 9.4 – blz. 
  2. Nakijken 9.2 t/m 9.4
  3. Klaar? Wat voor jezelf doen
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Officier van Justitie:
  • Aanklager (namens het OM)
  • Leidt het opsporingsonderzoek
  • Beslist of de verdachte naar de rechter gaat
  • Eist in een strafzaak en bepaalde straf 
  • Zorgt dat de straf wordt uitgevoerd

Slide 24 - Tekstslide

Proces verbaal naar de Officier van Justitie 
Een proces verbaal (speciaal geschreven politieverslag over het misdrijf en de verdachte) kan door de officier van justitie gebruikt worden voor:

  • Seponeren 
  • Schikking
  • Vervolgen

Slide 25 - Tekstslide

Wat is een proces verbaal?
politie schrijft een proces verbaal
Bureau 
HALT
officier van 
justitie
Speciale straf 
HALT

seponeren
wist je dat?
De officier van justitie het hoofd is van de politie. Alle zaken die de politie heeft is de officier verantwoordelijk voor.
strafbeschikking
vervolgen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Als de Officier van Justitie rechtstreeks een straf voorstelt aan de verdachte noemen we dat....
A
een proces-verbaal
B
seponeren
C
schikken
D
vervolgen

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een "strafblad"?
A
Een document waarin staat waarvoor iemand is veroordeelt en welke straf hij kreeg
B
Een document waarin alle misdrijven staan
C
Een document met de uitleg over welke straf je kan krijgen

Slide 29 - Quizvraag

Wie bepaalt of iemand voor de rechter moet verschijnen?
A
Officier van Justitie
B
Advocaat
C
Politie
D
Rechter

Slide 30 - Quizvraag

      Aan het werk
Werken in boek 
  1. 9.4 – blz. 
  2. Nakijken 9.2 t/m 9.4
  3. Klaar? Wat voor jezelf doen
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Tekstslide