Weerkunde - Hoofdstuk 8: Neerslag

• natuurkunde
• HBO
• Studiejaar 3

Weerkunde - hoofstuk 8

Bijeenkomst 5 | 2023-2024
Vakdidactiek | Voltijd & deeltijd
Jelle Jagtenberg | Anne Hazenberg

o Wat zie je?

o Wat denk je daarbij?

o Wat kun je je nu afvragen?

Leerdoelen

De student kan: 

• verschillende vormen van neerslag en ontstaanswijze beschrijven en kan hier contextvoorbeelden van geven (weten);

Wat verstaan we onder neerslag?

Inhoud

 In dit hoofdstuk bespreken we verder alleen neerslag die in vloeibare vorm (regen) of vaste vorm (sneeuw, hagel) op het aardoppervlak valt. We bespreken eerst de vorming van regen en sneeuw, daarna beschouwen we een aantal andere vormen

van neerslag. 

Oefenopgave

Bekijk het filmpje op de volgende slide en geef antwoord op de volgende vragen: 

a) Hoe is het occlusiefront boven Nederland ontstaan?

b) In welke richting verplaatsen de fronten zich?

c) Wat voor luchtsoort verwacht je boven Nederland gedurende dinsdagnacht?

d) Wat voor weer verwacht je rondom de kern van de depressie en langs de fronten?

e) Hoe ontstaat Neerslag?

Hoe ontstaan regendruppels uit wolkendruppels?

We onderscheiden twee processen:

1. Coalescentie: het samensmelten van druppels

(vooral bij hogere temperaturen)

2. Bergeron-Findeisenproces (via ijskristallen) 

Beschrijf stap voor stap wat er gebeurt. 

Wolk

Als er stijgbewegingen zijn in een wolk kunnen de druppels extra groot worden

updraft --> druppels kunnen door de wind soms ook weer omhoog geblazen worden zodat ze weer nieuwe kleine druppels kunnen vangen. 

Oefenopgave

Bekijk het filmpje op de volgende slide en beschrijf het Findeisen-Bergeronproces

Bergeron-Findeisenproces

Het Wegener-Bergeron-Findeisen-proces, ook wel Wegener-Bergeron-proces, is de vorming van neerslag uit onderkoelde waterdruppels.

 

In koude wolken verloopt het proces via de vorming van

ijskristallen uit vrieskernen.

Bergeron-Findeisenproces

Onder 0°C -->  Redelijk zuivere waterdruppels onderkoeld

Onder  −10°C --> bevriest deel van de druppels. 

Onder −23°C --> alleen ijskristallen 

IJskristallen

IJskristallen kunnen ten kost van waterdruppels aangroeien als gevolg van het verschil in verzadigingsdampspanning. 

Als ijskristallen groot genoeg zijn kunnen ze gaan vallen en aangroeien tot een sneeuwvlok. 

de dampspanning boven ijs is lager dan boven water; in de figuur boven rechts zijn dan ook twee lijnen te zien bij temperaturen onder nul; de een geldt voor vloeibaar (onderkoeld) water (blauw), de andere voor ijs (geel). Als gevolg hiervan kunnen in wolken met waterdruppeltjes en ijsdeeltjes de ijsdeeltjes gemakkelijk groeien ten koste van de waterdruppeltjes.

Sneeuwvlok

Aangroeien van een sneeuwvlok door: 

- Aggregatie

- Accretie

Aggregatie

IJskristallen vangen andere ijskristallen in. 

Luchtlaag passeert boven 0°C --> smelt de sneeuwvlok --> regen

Luchtlaag vervolgens onder 0°C --> ijsregen

Hoe ontstaat ijsregen?

Sneeuw, natte sneeuw, ijsregen, regen

o Wat zie je?
o Wat denk je daarbij?
o Wat kun je je nu afvragen?

Cirruswolk

De temperatuur is bij deze hoge wolken zo laag dat er alleen ijskristallen voorkomen

kraagwolk

Een kraagwolk (shelf cloud) ontstaat doordat koude lucht van onder de wolk warme vochtige lucht opstuwt.

Leerdoelen - hoofdstuk 8

Kennisdoelen:

Je kent de volgende vakinhoudelijke concepten en bent in staat eenvoudige opgaven te maken over:

 •    Neerslag: verschillende vormen van neerslag en ontstaanswijze
 

https:

www.nemokennislink.nl