Periode 3 week 2 - Beroepshouding

HOOFDSTUK 11
ASPECTEN VAN DE BEROEPSHOUDING
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

HOOFDSTUK 11
ASPECTEN VAN DE BEROEPSHOUDING

Slide 1 - Tekstslide

op de vorige les
  • Je kent de verschillende aspecten van de beroepshouding
  • Je weet wat je grondhouding is en hoe deze door werkt in je beroepsmatig handelen, onder ander in de omgang met cliënten. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een beroepscode?
timer
0:40
A
Eigenschappen en gedrag waarvoor iemand dient te schikken om zijn beroep goed uit te oefenen
B
Een leidraad waarin staat waar de beroepsgroep voor staat en welke waarden en gedragsregels zij in hun beroepsuitoefening belangrijk vinden
C
Het geheel van waarden en normen die een beroepsbeoefenaar helpen te bepalen wat hij wel en niet moet doen
D
Beroepshoudingsaspect dat duidt op betrouwbaarheid van binnenuit

Slide 3 - Quizvraag

"Als MZ-er toon je ten aanzien van iedere cliënt een gelijke bereidheid om hem te helpen",
dit is één van de punten die in de beroepscode staat.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Welke waarden kan je noemen vanuit de beroepscode?

Slide 5 - Woordweb

Doelen van vandaag
  • Je kent de verschillende aspecten van de beroepshouding
  • Je weet wat je beroepshouding is en hoe deze doorwerkt in je beroepsmatig handelen, onder ander in de omgang met cliënten. 

Slide 6 - Tekstslide

Onderwerpen
11.1 Inleiding
11.2 Het begrip beroepshouding
11.3 Grondhouding
11.4 Aspecten van een houding
11.5 Uitgangspunten voor de beroepshouding
11.6 Beroepshouding: een overzicht
11.7 Betrokkenheid tonen


Slide 7 - Tekstslide

Beroepshouding
Onder beroepshouding verstaan we eigenschappen en het gedrag waarover iemand in zijn beroep dient te beschikken om zijn beroep goed uit te oefenen. 

Slide 8 - Tekstslide

Grondhouding, weet je nog??
Je grondhouding is de basishouding die bij jouw persoonlijkheid hoort en onlosmakelijk verbonden is met jouw persoonlijke normen en waarden. 

Dit is zichtbaar in je gedrag..
Noem een voorbeeld??

Slide 9 - Tekstslide

Aspecten van een houding
Een houding, dus ook je grondhouding en je beroepshouding omvat altijd 3 aspecten:

  • gevoelsmatig aspect;
  • verstandelijk aspect;
  • ethisch aspect.

Slide 10 - Tekstslide

Aspecten van een houding
Gevoelsmatig aspect
Voorbeeld lezen blz. 158, hiervoor heb je ongeveer 2 min de tijd.

Wat roept de ander bij je op?
Wat roep een nieuwe situatie bij je op?
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

Aspecten van een houding
Verstandelijk aspect.
Je houding wordt bepaald door wat je van een ander weet. 

Wat weet je al en wat wil je te weten komen?

Slide 12 - Tekstslide

Aspecten van een houding
Ethisch aspect.

Je houding wordt bepaald door wat jij wel en niet goed vindt en waar je waarde aan hecht.

Waar hecht Simone waarde aan?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Aspecten beroepshouding
Vanuit je grondhouding (je basis) ga jij je beroepshouding ontwikkelen, in de maatschappelijke zorg omvat deze de volgende aspecten:

  • betrokkenheid tonen;
  • inlevingsvermogen tonen (empathie);
  • respect tonen;
  • eigen grenzen bewaken;
  • echtheid, jezelf durven zijn;
  • integer zijn;
  • representatief zijn;
  • verantwoordelijkheid dragen voor je eigen taken;
  • handelend optreden;
  • geduld kunnen opbrengen.

Slide 15 - Tekstslide

Stellingen
Wat betreft je beroepshouding is vooral het ethische aspect van je houding erg belangrijk, hierna volgen 4 stellingen.


Geef aan of je het er mee eens bent of niet en waarom!

Slide 16 - Tekstslide

Ik zie de cliënten als gelijkwaardig medemens

Slide 17 - Open vraag

Ik wil goed omgaan met diversiteit bij cliënten.

Slide 18 - Open vraag

Ik sta open voor cliënten

Slide 19 - Open vraag

Ik heb een voorbeeldfunctie

Slide 20 - Open vraag

Beroepshouding
Betrokkenheid tonen.

Betrokkenheid is echte belangstelling en aandacht voor de cliënten hebben, maar ook weten professionele afstand weten te bewaren.

Lees op blz. 162 het stukje tekst onder het kopje betrokkenheid en geef daarna antwoord op de vragen. 
timer
2:00

Slide 21 - Tekstslide

Wat kan er gebeuren in je werk dat je te betrokken wordt?

Slide 22 - Open vraag

Hoe kun je teveel betrokkenheid voorkomen?

Slide 23 - Open vraag

Eigen grenzen bewaken
De grenzen die jij hebt of stelt zeggen veel over de normen die jij hanteert. Je grenzen bewaken heeft te maken met zelfrespect, je hebt het recht dat anderen jou respecteren, net zo goed als jij ook de ander hebt te respecteren. 
Als MZ-er is het belangrijk je grenzen te bewaken, niet alles wat een ander doet of vraagt hoef je te accepteren.
Geef antwoord op de volgende vragen met betrekking tot jouw eigen grenzen bewaken.

Slide 24 - Tekstslide

Jouw cliënt geeft je een zoen bij het weggaan

Slide 25 - Open vraag

Jouw cliënt vraagt of je een relatie hebt of waar je woont

Slide 26 - Open vraag

Echtheid, jezelf durven zijn
  • Je accepteert jezelf zoals je bent en hebt niet de behoefte je anders voor te doen.
  • Je respecteert je eigen gevoelens van angst, boosheid, verdriet, blijdschap, machteloosheid enz...
  • Echtheid vereist dat je je kwetsbaar durft op te stellen en toe durft te geven dat je als mens soms niet het juiste doet.

Slide 27 - Tekstslide

Wat heb jij nodig om jezelf te kunnen zijn en dus je echtheid te tonen?

Slide 28 - Open vraag

ZWIJGPLICHT
  • De verplichting om zorgvuldig om te gaan met vertrouwelijke gegevens, zodat het recht op privacy is gewaarborgd.

  • Schrijft ook voor dat je niet zomaar informatie doorgeeft aan familie of vrienden van de cliënt.

  • Wordt verbroken als het grote belang zwaarder weegt dan de zwijgplicht, bv. bij mishandeling, ernstig besmettelijke ziekten, suïcidale cliënten.

Slide 29 - Tekstslide

OPDRACHTEN



Verwerkingsopdrachten 5.11
niveau 3 en 4 en niveau 4
 





Slide 30 - Tekstslide