Je schrijft een ideale brief als deze bestaat uit:
1) inleiding
2) kern
3) stel de vragen die je hebt
4) slot
Slide 2 - Tekstslide
!
1
2
3
4
!
Aanhef - beste meneer/mevrouw
alinea 1 -wie ben je? waar heb je de info gevonden?
alinea 2 -Waar gaat het over, wat wil je vertellen?
alinea 3 -Nu stel je al je vragen
alinea 4- Bedankt! ik wil graag.................
groet - Kind regards
Slide 3 - Tekstslide
!
Slide 4 - Tekstslide
!
Er zijn dus twee mogelijkheden:
je weet de naam wel - dear Mr. .... dear Ms. .......
je weet de naam niet - dear Sir/Madam
Slide 5 - Tekstslide
1
* In de eerste alinea stel je jezelf voor:
Mijn naam is .....ik ben.....jaar oud en ik woon in .... in Nederland
* Je verteld waar je de informatie waar je op reageert vandaan hebt
Ik kreeg een folder tijdens het vak Engels/ Ik las uw advertentie op de site van .....
Slide 6 - Tekstslide
I am a girl/ boy and I am 16 years old
I am a16-year-oldboy/ girl
Slide 7 - Tekstslide
Alinea 1/inleiding
Waarom/wie ben je
I am writing you to .... I am writing you because .... I am writing in response to ...
I would like to apply for the job of waitress... I saw your advertisement ...
Slide 8 - Tekstslide
2
In de tweede alinea vertel je uitgebreid waarom je schrijft en geef je alle informatie
waarom heb je veel vrije tijd nu
waarom wil je graag naar het buitenland
welke ervaring heb je al
waar heb je de informatie voor nodig
waarom heb je een klacht
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
3
In de derde alinea stel je alle vragen die je nog hebt.
Mag ik deelnemen als in buiten Engeland woon?
Mag ik zelf kiezen waar ik ga werken?
krijg ik kost en inwoning?
kan ik korting krijgen?
geeft u rondleidingen?
Is het mogelijk een nieuw product te krijgen?
Slide 11 - Tekstslide
4
In de laatste alinea doe je 2 dingen:
Bedankt de lezer voor hun tijd en aandacht
Vertel wat je wilt dat er nu gaat gebeuren
Slide 12 - Tekstslide
Slotzin
I look forward to your answer.
I look forward to your reply.
Learn by heart!
Slide 13 - Tekstslide
1
2
3
4
!
1
Slide 14 - Tekstslide
Let op: Woordvolgorde
WIE - persoon, dier of ding
DOET - de werkwoorden
WAT - antwoord op 'wat doet wie?'
WAAR - locatie
WANNEER - tijdaanduiding
Check de video voor uitleg
Slide 15 - Tekstslide
Veelgemaakte fouten
Madame in plaats van Madam
Maand zonder hoofdletter (het is March, niet march)
Niet zakelijk genoeg (kom tot je punt en praat er niet te veel omheen).
Slide 16 - Tekstslide
Let op!
Let op je taalgebruik. Hou het netjes / formeel!
Gebruik geen samentrekkingen:
Do not Don't
Will not Won't
I am I'm
Slide 17 - Tekstslide
Do's
- Always write 'I' (ik) with a capital letter
- Always make sure your spelling and grammar is correct
- Write the first letter of a month with a capital letter (January)
Don'ts
- Don't use slangwords (spreektaal)
- Don't abbreviate (afkorten) words; I am --> not I'm
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Independent work
Een Engelstalig gezin is bij jou in de buurt komen wonen. De ouders, Peter en Kim zoeken dringend een oppas voor hun twee kinderen. Dit zou jou heel leuk lijken om te doen. Je wilt jezelf aanbevelen bij dit gezin.
Schrijf een berichtje van 60–80 woorden. In je berichtje beschrijf je wie je bent, iets over je karakter en wat je gewoontes zijn. Schrijf ook iets op waaruit blijkt dat jij geschikt bent als babysitter.