File 1 - This is me - H 7/8/9

File 1 This is me
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

File 1 This is me

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Tijdens de les/uitleg
  • Ipad op de kop/ hoekje van je tafel  
  • Tijdens de uitleg is het stil
  • Actieve houding
  • Vragen? Hand up ;)       
  • LET op geen telefoon tijdens de les!

Slide 3 - Tekstslide

This lesson
  1. Wat weet je over persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.
  2. Test Yourself onderdeel H (oefentoets)
  3. How did it go?

Slide 4 - Tekstslide

Goals
At the end of this Lesson....

  • Heb je geoefend met de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden en kun je laten zien met de opdrachten van H dat je het voldoende beheerst.

Slide 5 - Tekstslide

Nu in het Engels:
  • ik =                     I
  • jij/u =                you
  •  hij/zij/het =   he/she/it
  • wij =                   we
  • jullie =               you
  • zij =                    they
ik

jij / u

hij/zij/het


wij

jullie

zij

Slide 6 - Tekstslide

Personal pronouns 
(persoonlijke voornaamwoorden - onderwerpsvorm)

Slide 7 - Tekstslide

Verwijzen naar iemand of iets
He/she/it/they                                
                        
  • My mother is nice.  >  ...... is nice.  
  • My father is tall. >.... is tall.                
  • The dog is lazy.> .... is lazy.               
  • My phone is red. > .... is red.             
  • Liz and Tess are girls. > .... are girls

Slide 8 - Tekstslide

Test H7
Maak H7
over 5 minuten gaan we het bespreken.
Klaar? > maak H8.
Ga verder met I
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

persoon
bezit
Ik
I
my
mijn
jij/u
you
your
jouw
hij/zij/het
he/she/it
his/her/its
zijn/haar/het
wij
we
our
onze
jullie
you
your
jullie
zij 
they
their
hun

Slide 10 - Tekstslide

Bezit/ possession
  • I have a dog. It is ............dog.
  • I have a dog. It is my dog.                      I = my (mijn)
  • We have a car. It is ...........car.
  • We have a car. It is our car.                   we = our (onze)
  • They have a nice teacher. It is ..........teacher.
  • They have a nice teacher. It is their teacher.  they = their(hun)

Slide 11 - Tekstslide

Test H9
Maak H9
over 6 minuten gaan we het bespreken.
Klaar? > maak H8,
ga verder met I

timer
6:00

Slide 12 - Tekstslide

Work on your weektask
H - Test Yourself

Finish exercises: 
H 1/2/3/4/5/6/7/8/9

Ready?
  • practice phrases file 1 (teams>weektaak)
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link