In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Hoe noem je het aantal trillingen in 1 seconde?
A
amplitude
B
frequentie
C
geluidsterkte
D
toonhoogte
Slide 5 - Quizvraag
6. Hieronder zie je een aantal frequenties. De frequentie zegt iets over de toonhoogte. Noteer de trilling met de hoogste en de trilling met de laagste toon. (10 000 Hz, 750 Hz, 20000 Hz, 20 Hz, 150 Hz, 75 Hz)
Slide 6 - Open vraag
Wat bepaalt de toonhoogte van een geluid?
A
amplitude
B
frequentie
C
geluidsterkte
D
toonhoogte
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Amplitude zegt wat over de:
Frequentie zegt wat over de:
Geluidssterkte meten we in:
Frequentie meten we in:
Amplitude
Trillingstijd
Hertz
Decibel
Toonhoogte
Geluidssterkte
Slide 14 - Sleepvraag
Wat is de pijngrens van een mens in geluidssterkte dB(A)?
A
120 dB
B
140 dB
C
100 dB
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de pijngrens van een mens in geluidssterkte dB(A)?
A
120 dB
B
140 dB
C
100 dB
Slide 16 - Quizvraag
Je luistert naar geluid met een geluidssterkte van 89 dB. Is dit geluid gevaarlijk voor je gehoor?
A
dit is altijd gevaarlijk
B
dit is nooit gevaarlijk
C
dit is alleen gevaarlijk als je er te lang naar luistert
Slide 17 - Quizvraag
In de afbeelding zie je vier verschillende beelden van een oscilloscoopscherm. De oscilloscoop heeft vier keer dezelfde instelling. Welke twee beelden geven de geluiden met de grootste geluidssterkte weer?