In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Voedsel en economie in de VS
Herhaling vorige les
Handel in landbouwproducten
Bijdrage aan de economie
Slide 1 - Tekstslide
In het oosten van de VS heb je een zeeklimaat. Hier heb je:
A
Koele zomers en zachte winters. Het hele jaar regen.
B
Koude zomers en warme winters. Veel regen in de zomer.
C
Hele warme zomers en koele winters. Bijna geen regen.
D
Warme zomers en warme winters. Bijna geen regen.
Slide 2 - Quizvraag
Het zeeklimaat is geschikt voor:
A
Bosbouw
B
Akkerbouw
C
Veeteelt
D
Tuinbouw
Slide 3 - Quizvraag
De Appalachen zijn een ...
A
Hooggebergte
B
Laaggebergte
C
Middelgebergte
D
Hoogvlakte
Slide 4 - Quizvraag
In de Great Plains is er een steppeklimaat. Het is er droog en boeren gebruiken irrigatie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
De Rocky Mountains is een middelgebergte.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Aan de loefzijde van de berg is het vaak droog
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Handel in de landbouwproducten
In de VS wordt er meer voedsel geproduceerd dan ze nodig hebben.
Het land verkoopt ongeveer 20% van de landbouwproducten aan het buitenland. Dit noem je export.
Slide 8 - Tekstslide
Handel in de landbouwproducten
De VS haalt ook voedselproducten uit het buitenland. Dit noem je import.
Wat voor een producten zouden dit kunnen zijn?
Slide 9 - Tekstslide
Bijdrage aan de economie
De landbouw draagt voor 1% bij aan het bruto nationaal product (bnp) van de VS. bnp = het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen.
Maar landbouwproducten gaan ook naar de voedselverwerkende industrie, en daarna weer naar winkels of restaurants. Ook die dingen dragen bij aan het bnp.
Slide 10 - Tekstslide
Bijdrage aan de economie
In de landbouw werken natuurlijk ook mensen. De landbouw sector is een primaire sector. Hier worden producten direct uit de grond gehaald.
Slide 11 - Tekstslide
Bijdrage aan de economie
Er werken ook mensen in de voedselverwerkende industrie. Dit noem je de secundaire sector.
Mensen die werken in winkels, cafés en restaurants werken in de tertiaire sector.
< secundair
tertiair >
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht
Jullie krijgen dadelijk een werkblad.
Maak de vragen op het werkblad in stilte.
Het kan handig zijn om je leerboek (blz. 26) te gebruiken bij het maken van de vragen.
Als je iets niet weet of begrijpt steek je je hand op en zal ik helpen.