6.2 Hoe kijk je tegen anderen aan?

Hoofdstuk 6



PLURIFORME SAMENLEVING
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6



PLURIFORME SAMENLEVING

Slide 1 - Tekstslide

PLURIFORM =
VEELVORMIG/VEELKLEURIG

"Een samenleving waar verschillende groepen mensen met elkaar samenleven."

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik § 6.1 Leven tussen verschillende culturen
PLURIFORME SAMENLEVING
DOMINANTE CULTUUR
SUBCULTUREN

Slide 3 - Tekstslide


Wat is cultuur?


Slide 4 - Open vraag

Wat is een pluriforme samenleving?
A
Een groep mensen met dezelfde gewoonten, normen en waarden.
B
De cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.
C
Een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen.
D
Een groep mensen met verschillende normen, waarden en gewoonten.

Slide 5 - Quizvraag

§ 6.2 Hoe kijk je tegen
anderen aan? (Les 1)


Slide 6 - Tekstslide

LEERDOELEN

  • Aan het einde van de les moet je in eigen woorden uit kunnen leggen wat een vooroordeel is.
  •     Aan het einde van de les moet je in eigen woorden uit kunnen leggen wat stereotype is.
  • Je moet met behulp van twee voorbeelden uit kunnen leggen op basis waarvan mensen ongelijk behandeld kunnen worden.

-

Slide 7 - Tekstslide

Hokjesdenken

Slide 8 - Tekstslide

Stereotypen
Een overdreven en ongenuanceerd beeld van een groep mensen.
"Alle Antillianen kunnen goed dansen."
"Alle Marokkanen stelen."
Gebaseerd op eigen ervaringen, niet op feiten.

Slide 9 - Tekstslide

Vooroordelen

Slide 10 - Tekstslide

Leerlingen hebben vooroordelen over elkaar. Wat is een vooroordeel?
A
Een mening hebben over iemand.
B
Een mening hebben die je niet durft te zeggen.
C
Een mening over iemand hebben zonder de feiten te kennen.
D
Iemand pesten die nieuw is.

Slide 11 - Quizvraag

Sleep de kenmerken naar het juiste woord.
Stereotype
Vooroordeel
Als stereotypen als waarheid worden gezien.
Kan zowel positief als negatief zijn.
Kenmerk van de groep wordt sterk overdreven.
"Laten we maar omlopen, hij is vast gevaarlijk."

Slide 12 - Sleepvraag

§ 6.2 Aan de slag!
1. Ga naar blz. 109 van je werkboek
2. Maak de opdrachten 1, 3, 5, 6, en 8.
3. Gebruik blz. 88/89 van je online tekstboek.
4. Klaar? Laat je antwoorden controleren door de docent.

Slide 13 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

§ 6.2 Hoe kijk je tegen
anderen aan? (Les 2)


Slide 15 - Tekstslide

LEERDOELEN

  • Aan het einde van de les moet je in eigen woorden uit kunnen leggen wat een vooroordeel is.
  •     Aan het einde van de les moet je in eigen woorden uit kunnen leggen wat stereotype is.
  • Je moet met behulp van twee voorbeelden uit kunnen leggen op basis waarvan mensen ongelijk behandeld kunnen worden.

-

Slide 16 - Tekstslide

Leerlingen hebben vooroordelen over elkaar. Wat is een vooroordeel?
A
Een mening hebben over iemand.
B
Een mening hebben die je niet durft te zeggen.
C
Een mening over iemand hebben zonder de feiten te kennen.
D
Iemand pesten die nieuw is.

Slide 17 - Quizvraag

Ongelijke behandeling
We spreken van discriminatie als er onterecht verschil wordt gemaakt in de behandeling van mensen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

§ 6.2 Aan de slag!
1. Ga naar blz. 109 van je werkboek
2. Maak de opdrachten 1, 3, 5, 6, 8, 9, 10 en 12.
3. Gebruik blz. 88/89 van je online tekstboek.
4. Klaar? Laat je antwoorden controleren door de docent.

Slide 20 - Tekstslide