Leren - leren les 4
1 / 38
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deel 1 van Mindmappen
In deze les komt ook nog aan bod het Swahili en het school-werk- en hobbyrooster aan bod
Slide 2 - Tekstslide
Bespreek de leerladder
Geef de toepassing van deze les, structureren mbv mindmappen. Plaatje van maken
Structuur geven valt onder begrijpen
Slide 3 - Tekstslide
Geheugenpaleis.
Wanneer deze onderdelen aangesproken worden blijft er meer over dan de voorspelde 30%
Slide 4 - Tekstslide
Geheugenpaleis.
Wanneer deze onderdelen aangesproken worden blijft er meer over dan de voorspelde 30%
Slide 5 - Tekstslide
Doelstellingen van Mindmappen.
Verder komt aan bod: Swahili en de agenda
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
2de keer dezelfde 10 woorden in Swahili.
Hiermee tonen we aan dat het beter is om 3x te leren ipv dezelfde tijd gebruiken in 1 x
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld van een mindmap van een volwassene, het gaat over een boek
Hoofdzaken staan dicht tegen het centrale thema en details verder naar buiten.
Slide 9 - Tekstslide
Ook een mindmap over een boek, door een meisje van 7. Op deze leeftijd kijken kinderen nog niet naar structuur en verbanden, het is een chronologisch verhaal.
Slide 10 - Tekstslide
Linker en rechterkant van de grote hersenenb zijn fysiek van elkaar gescheiden. Ze hebben beide andere taken. Links wordt gezien als het analytisch brein en rechts het creatieve brein.
Slide 11 - Tekstslide
Nog belangrijker dan de scheiding tussen de linker- en de rechterhersenhelft is het feit dat het brein modulair is opgebouwd. Er zijn verschillende gebieden (modules) die een eigen taak hebben. Zo heb je een aparte module voor het herkennen van gezichten, het onderscheiden van kleuren en het interpreteren van toonhoogte.
Maar voor heel veel andere taken heb je geen aparte module. Je hebt bijvoorbeeld geen module om te lezen of om aantekeningen te maken.
Het brein gebruikt daarvoor modules die eigenlijk een andere taak hebben en laat verschillende modules samenwerken. Daarbij maakt het brein niet altijd de beste keuze. Je kunt het brein helpen door extra modules in te zetten, met in het achterhoofd "cells that fire together, wire together
Slide 12 - Tekstslide
Er gaan enkele woorden langskomen. Laat de dia's voorbijkomen in het tempo waarop je ze leest
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
De studenten zullen nu een aantal woorden onthouden, maar de kans i groot dat ze ook woorden zijn vergeten. In de volgende opdracht mogen ze de woorden invullen.
Schrijf de dingen op die zojuist zijn voorbij gekomen.
Slide 21 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Vraag de studenten of dit plaatje zou helpen bij het onthouden van de woorden.
De uitdrukking 'een plaatje zegt meer dan duizend woorden' is inmiddels wetenschappelijk bewezen. Als je iets alleen maar hoort, gebruik je een gedeelte van het brein. Als je er een plaatje van maakt, gebruik je daarnaaast nog een ander gedeelt e van het brein.
Als de woorden alleen langskomen is het moeilijk ze te onthouden.
Slide 23 - Tekstslide
Het chinees is een beeldtaal. Er zijn geen letters die woorden vormen. In plaats daarvan zijn er tekens voor ieder woord. Je moet ongeveer 1.000 tekens uit je hoofd leren om je schriftelijk een beetje te kunnen uitdrukken in het Chinees. Dat valt niet mee.
Slide 24 - Tekstslide
Als je een plaatje van de tekens maakt, waardoor het teken op het woord begint te lijken help je het brein
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
Waarom maak je aantekeningen? Dit doe je met de linkerhersenhelft. Je laat je brein 'links' liggen.
Slide 27 - Tekstslide
Met de klok mee, startend linksboven:
Fohn F Kennedy, Ludwig van Beethoven, Leopold bloom, karakter Michelangelo
Krabbelen is geen desinteresse, vaak is het een vorm van concentratie.
Mensen krabbelen vaak tijdens een telefoongesprek en onthouden de inhoud beter.
Slide 28 - Tekstslide
Aantekeningen va Charles Darwin
Slide 29 - Tekstslide
Aantekeningen van Mark Twain
Slide 30 - Tekstslide
Leonardo da Vinci (15de eeuw)
Door velen gezien als de meest briljante mens die ooit heeft geleefd.
Slide 31 - Tekstslide
Wondenman. afomstig uit een Nederduits artsenijboek van ca 1420. Dit heeft al de kenmerken van een mindmap. Het heeft al een centraal thema. Uit het centrale thema komen takken. Op de takken is informatie opgenomen.
Slide 32 - Tekstslide
Behandel aan de hand van deze dia de regels van het mindmappen
Slide 33 - Tekstslide
Dit is een mindmap over de regels van het mindmappen. Je moet je eigen aantekeningen begrijpen. In het midden heb je het liefst een plaatje, maar als het een rebus wordt, gebruik dan liever woorden
Dit is een goed moment om men te voorzien van de regels van het mindmappen.
Slide 34 - Tekstslide
Studenten maken in deze oefening een mindmap over een van de onderwerpen op de dia.
Neem xx minuten de tijd om een mindmap te maken over een van deze onderwerpen. Maak het niet te moeilijk en ook niet te makkelijk.
Of laat een mindmap over zichzelf en hun eigen ontwikkeling maken met de volgende takken:\
Ik bewonder (drijfveren)
Dit lukt mij al (kwaliteiten)
Ik wil beter worden in (doelen)
Veranderingen (dit ga ik doen om mijn doelen te halen)
Slide 35 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 36 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 37 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 38 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
