Future tenses

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

If you have personal intentions (voornemens) for the future, you use...
A
future with going to
B
future with will

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

If you make a prediction for which you have evidence, you use...
A
future with going to
B
future with will

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

To express the future when we talk about timetables, schedules or programmes
A
Present future continuous
B
Present simple
C
Present future simple
D
Past future

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Future: My bus ___ at three o'clock.
A
will leave
B
is going to leave
C
is leaving
D
leaves

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Future: The weather forecast said it ___ tomorrow.
A
will rain
B
is going to rain
C
rains

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Future
Next month we ______ (visit) the Louvre in Paris
A
are going to visit
B
are visiting

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies tussen present simple, present continuous en future:

We ... our friends at the swimming pool at 3 pm.
A
meet
B
are meeting
C
are going to meet
D
will meet

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kies tussen present simple, present continuous en future:

Ann ... 15 next weekend.
A
turns
B
is turning
C
is going to turn
D
will turn

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

future
The night club _____ (close) at six in the morning
A
is going to close
B
will close
C
closes

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Future: She ___ her dentist tomorrow at three pm .
A
will visit
B
is going to visit
C
is visiting
D
visits

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

FUTURE My bus is delayed.
I ...... too late at the airport.
A
am
B
will be
C
am going to be
D
shall be

Slide 22 - Quizvraag

Vanwege de vertraging van je bus heb je nu aanleiding om aan te nemen dat je te laat gaat komen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snap je de Future?
A
yes
B
no
C
wasda?
D
half

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies