In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
lezen (p3t6)
Hoofdstuk 4: tekstverbanden en signaalwoorden
Hoofdstuk 5: het doel van een tekst
Hoofdstuk 6: tekst en beeld
Proefwerk 22 maart 2022
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag leer je dat:
je tekstverbanden kunt herkennen in teksten.
je ontbrekende signaalwoorden aan een tekst kunt toevoegen.
Slide 3 - Tekstslide
Waarom?
In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea’s met elkaar samen. Die samenhang heet het verband in de tekst. Door te letten op verbanden in de tekst kun je de tekst beter begrijpen en bestuderen.
Je kunt verbanden vaak herkennen aan ................
tekstverband
Slide 4 - Tekstslide
Waarom?
In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea’s met elkaar samen. Die samenhang heet het verband in de tekst. Door te letten op verbanden in de tekst kun je de tekst beter begrijpen en bestuderen.
Je kunt verbanden vaak herkennen aan signaalwoorden.
tekstverband
Slide 5 - Tekstslide
Theorie in de film op de website
of
in je boek op blz. 108.
belangrijk!
Slide 6 - Tekstslide
Huiswerk voor vandaag was:
Leren: theorie op blz. 108 (of film in NN online)
Maken: opdracht 1 en 2
Hoofdstuk 4: tekstverbanden en signaalwoorden
Hoofdstuk 5: het doel van een tekst
Hoofdstuk 6: tekst en beeld
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Tekst 3, blz. 109
Hobby XL
Chronologisch
Opsommend
Toelichtend
Tegenstellend
Tekstverband:
Slide 9 - Tekstslide
Samen doen:
Opdracht 3 en 4
Hoofdstuk 4: tekstverbanden en signaalwoorden
Hoofdstuk 5: het doel van een tekst
Hoofdstuk 6: tekst en beeld
Slide 10 - Tekstslide
Chronologisch verband
Opsommend verband
Tegenstellend verband
Toelichtend verband
tegenover, toch, echter
zo, als, zoals, neem nou
en, verder, bovendien
nadat, terwijl, om te beginnen
Slide 11 - Sleepvraag
Tekstverbanden en signaalwoorden
tekstverband
signaalwoorden
chronologisch
later, voordat, nadat, ...
opsommend
ten eerste, en, ook, bovendien, .....
tegenstellend
maar, toch, echter, hoewel, ......
toelichtend
bijvoorbeeld, zo, neem nou, .....
Kijk ook op blz. 108 voor de theorie
Slide 12 - Tekstslide
Wat zijn de verbindingswoorden in de volgende zinnen?
Slide 13 - Tekstslide
Ik wil graag dat je meehelpt in het huishouden, zo zou je de vaatwasser leeg kunnen ruimen.
Slide 14 - Open vraag
Mira is gek op allerlei onderdelen van de Nederlandse taal, bijvoorbeeld spelling.
Slide 15 - Open vraag
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je je kaart en vervolgens kun je inchecken.
Slide 16 - Open vraag
Vul het ontbrekende signaalwoord in: De juf Nederlands wil graag naar school, ..... vandaag mag dat nog niet.
A
maar
B
binnenkort
C
bovendien
D
bijvoorbeeld
Slide 17 - Quizvraag
Huiswerk:
Hoofdstuk 4: tekstverbanden en signaalwoorden
Hoofdstuk 5: het doel van een tekst
Hoofdstuk 6: tekst en beeld
Leren: theorie, blz. 108 (of kijk de film in NN online bij hs 4 Lezen)
Opdracht: neem je geschiedenis-, aardrijkskunde- of biologieboek mee!