In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Woensdag weer naar school! Hoe leuk is dat?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
lezen (p3t6)
Hoofdstuk 4: tekstverbanden en signaalwoorden
Hoofdstuk 5: het doel van een tekst
Hoofdstuk 6: tekst en beeld
Proefwerk 24 maart 2021
Slide 3 - Tekstslide
Vandaag leer je dat:
je tekstverbanden kunt herkennen in teksten.
je ontbrekende signaalwoorden aan een tekst kunt toevoegen.
Slide 4 - Tekstslide
Waarom?
In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea’s met elkaar samen. Die samenhang heet het verband in de tekst. Door te letten op verbanden in de tekst kun je de tekst beter begrijpen en bestuderen.
Je kunt verbanden vaak herkennen aan ................
tekstverband
Slide 5 - Tekstslide
Waarom?
In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea’s met elkaar samen. Die samenhang heet het verband in de tekst. Door te letten op verbanden in de tekst kun je de tekst beter begrijpen en bestuderen.
Je kunt verbanden vaak herkennen aan signaalwoorden.
tekstverband
Slide 6 - Tekstslide
Theorie in de film op de website
of
in je boek op blz. 108.
belangrijk!
Slide 7 - Tekstslide
Huiswerk voor vandaag was:
Leren: theorie op blz. 108 (of film in NN online)
Opdracht: lees tekst 3, blz. 109 en schrijf
de sighaalwoorden op die je tegenkomt in de tekst.
Hoofdstuk 4: tekstverbanden en signaalwoorden
Hoofdstuk 5: het doel van een tekst
Hoofdstuk 6: tekst en beeld
Slide 8 - Tekstslide
Welke signaalwoorden heb je gevonden in de tekst?
Slide 9 - Woordweb
Tekst 3, blz. 109
Hobby XL
Chronologisch
Opsommend
Toelichtend
Tegenstellend
Tekstverband:
Slide 10 - Tekstslide
Chronologisch verband
Opsommend verband
Tegenstellend verband
Toelichtend verband
tegenover, toch, echter
zo, als, zoals, neem nou
en, verder, bovendien
nadat, terwijl, om te beginnen
Slide 11 - Sleepvraag
Tekstverbanden en signaalwoorden
tekstverband
signaalwoorden
chronologisch
later, voordat, nadat, ...
opsommend
ten eerste, en, ook, bovendien, .....
tegenstellend
maar, toch, echter, hoewel, ......
toelichtend
bijvoorbeeld, zo, neem nou, .....
Kijk ook op blz. 108 voor de theorie
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Wat zijn de verbindingswoorden in de volgende zinnen?
Slide 14 - Tekstslide
Ik wil graag dat je meehelpt in het huishouden, zo zou je de vaatwasser leeg kunnen ruimen.
Slide 15 - Open vraag
Mira is gek op allerlei onderdelen van de Nederlandse taal, bijvoorbeeld spelling.
Slide 16 - Open vraag
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je je kaart en vervolgens kun je inchecken.
Slide 17 - Open vraag
Vul het ontbrekende signaalwoord in: De juf Nederlands wil graag naar school, ..... vandaag mag dat nog niet.
A
maar
B
binnenkort
C
bovendien
D
bijvoorbeeld
Slide 18 - Quizvraag
Huiswerk voor woensdag, morgen dus!
Hoofdstuk 4: tekstverbanden en signaalwoorden
Hoofdstuk 5: het doel van een tekst
Hoofdstuk 6: tekst en beeld
Leren: theorie, blz. 108 (of kijk de film in NN online)
Opdracht: zoek een tekst die je leuk vindt.
Neem de tekst op papier mee naar de volgende les.
(zoek in tijdschriften, kranten of kijk op internet)