Samenstellingen/ uitdrukkingen thema slapen

Samenstellingen/ uitdrukkingen
van thema slapen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Samenstellingen/ uitdrukkingen
van thema slapen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog van thema slapen?
woordjes/ uitdrukkingen?

Slide 2 - Woordweb

Wat betekent onder zeil zijn is?
A
Dan val je bijna in slaap
B
Dan moet je steeds gapen
C
Dan slaap je lang en diep
D
Dan slaap je in een tent

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent een dutje doen?
A
Heel diep en lang slapen
B
Kort slapen
C
Heel erg gapen
D
Dat je niet kunt slapen

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent een uiltje knappen?
A
Dat je lang en diep slaapt
B
Dan val je bijna in slaap
C
Dat je in het bos slaapt
D
Dat je kort slaapt

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
Oefenvraag:
Potlood

Pen

Fiets

Stift

Slide 6 - Tekstslide

Welk woord hoort er niet bij?
A
fietsen
B
schrijven
C
voetballen
D
tukken

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
de caravan
B
het luchtbed
C
de bedstee
D
de tent

Slide 8 - Quizvraag

Samenstellingen
Kussen           +             Sloop

=

Kussensloop

Slide 9 - Tekstslide

Wat past er achter het woordje:

Nacht
A
+ veld = nachtveld
B
+ schaartje = nachtschaartje
C
+ lampje = nachtlampje
D
+ sloop = nachtsloop

Slide 10 - Quizvraag

Wat past er achter het woordje:

Slaap
A
+ fiets = slaapfiets
B
+ bank = slaapbank
C
+ zak = slaapzak
D
+ boek = slaapboek

Slide 11 - Quizvraag

Wat past er achter het woordje:

Stapel
A
+ gek = stapelgek
B
+ bank = stapelbank
C
+ boek = stapelboek
D
+ bed = stapelbed

Slide 12 - Quizvraag