Hieronder zullen de intelligenties beschreven worden en kort toegelicht:
• Verbaal linguïstisch: Deze leerling houdt van taaluitingen in bijvoorbeeld lezen of schrijven. Daarnaast is deze leerling ook gevoelig voor nuances in taalgebruik. Vaak weet een leerling zich goed uit te drukken in taal, in bijvoorbeeld verhalen schrijven of discussiëren (Gardner H. , 2002).
• Logisch mathematisch: Deze leerling is vaak goed in rekenen en vindt het leuk om probleemstellingen op te lossen. Deze leerling is ook planmatig en analytisch (Gardner H. , 2002).
• Visueel ruimtelijk: Deze leerling heeft een goed ruimtelijk inzicht en heeft gevoel voor verhoudingen, vormen, kleur en afmetingen. Deze leerling houdt van tekenen, ontwerpen en kan driedimensionaal denken (Gardner H. , 2002).
• Muzikaal- ritmisch: Deze leerling vindt het leuk om muziek te maken en houdt ook van muziek. Vaak is het ritmegevoel erg goed en heeft vaak muzikale associaties (Gardner H. , 2002).
• Lichamelijk kinesthetisch: Dit is een leerling die het beste leert door het te doen. Dit is een leerling die graag praktisch bezig is maar ook sport, dans of toneel kan hem liggen (Gardner H. , 2002).
• Naturalistisch: Deze leerling is een natuurliefhebber. Daarnaast heeft deze leerling vaak ook een scherp oog voor detail en kan die goed dieren en planten classificeren (Gardner H. , 2002).
• Interpersoonlijk: Dit is een sociale leerling die graag onder de mensen is. Daarnaast is er ook een sterk empathisch vermogen. De leerling is communicatief en goed in samenwerken (Gardner H. , 2002).<
• Intrapersoonlijk: De belevingswereld van deze leerling is sterk ontwikkeld en is zich bewust van zijn zichzelf. Deze leerling denkt veel en lang na en heeft een sterke fantasie (Gardner H. , 2002).