In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Wat weet jij van hoofdstuk 1?
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een goed?
A
Een knipbeurt bij de kapper.
B
Een koffer
C
Het installeren van een computer.
D
Repareren van een auto.
Slide 2 - Quizvraag
Welke weg leggen goederen af naar de klant?
Slide 3 - Sleepvraag
Welke branche hoort bij de groep levensmiddelen?
A
Bloemenwinkels
B
Dierenspeciaalzaak
C
Keukenwinkels
D
Supermarkten
Slide 4 - Quizvraag
Jonas werkt bij een schoenenwinkel in zijn woonplaats. Deze schoenenwinkel heeft ook nog een andere vestiging in een ander winkelcentrum in de stad. Er werken in totaal vijfentwintig mensen binnen het bedrijf. In wat voor soort bedrijf werkt Jonas?
A
Kleinbedrijf
B
Middenbedrijf
C
Grootbedrijf
D
Webwinkel
Slide 5 - Quizvraag
Wat wordt er bedoeld met een winkel waar je zowel online als offline kan winkelen?
A
Een webwinkel die ook een app heeft voor op je telefoon.
B
Voor 22:00 besteld is de volgende dag al in huis.
C
Een winkel met een fysieke winkel en een webwinkel.
D
Een winkel waar wifi aanwezig is.
Slide 6 - Quizvraag
Wat kan je doen om een verzorgde uitstraling te hebben?
Slide 7 - Woordweb
Waar begint de voorbereiding van je werkdag mee?
A
Klanten helpen in de winkel.
B
Het controleren van de voorraad.
C
Het presenteren van de dagaanbiedingen.
D
Het zorgen voor een verzorgde uitstraling.
Slide 8 - Quizvraag
Welke taken heeft een assistent verkoper?
Slide 9 - Woordweb
Welk van het volgende gedrag is passend voor een verkoper?