Hormoonstelsel

Les 7: Hypofyse en hypothalamus
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 7: Hypofyse en hypothalamus

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Lesdoelen
  • Toets
  • Theorie: hypofyse en hypothalamus
  •  Opdracht
  • Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student kan benoemen wat de functie is van de hypothalamus
  • De student kan benoemen wat de functie is van de hypofyse
  • De student kan 2 hormonen noemen die door de hypofyseachterkwab worden geproduceerd
  • De student kan minimaal 2 hormonen noemen die door de hypofysevoorkwab worden uitgescheden 

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je over de hypothalamus en hypofyse?

Slide 4 - Woordweb

Hypothalamus
De hypothalamus is een gebied in de hersenen dat als regelcentrum van het lichaam fungeert.

  • De slaapcyclus
  • De lichaamstemperatuur
  • Het energieverbruik
  • De bloeddruk 

Slide 5 - Tekstslide

Hypofyse
De hypofyse is een klier die verschillende hormonen afscheidt en daarmee verschillende lichaamsfuncties regelt. 

De hypofyse ligt aan de onderkant van de hersenen.

De hypofyse bestaat uit een voor- en een achterkwab


Slide 6 - Tekstslide

Hypofyseachterkwab
De hypofyseachterkwab, ook wel de neurohypofyse genoemd, bestaat uit zenuwweefsel.

De hypofyseachterkwab produceert twee hormonen:
  1. Oxytocine
  2. Antidiuretisch hormoon (ADH) 

Neurohormonen

Slide 7 - Tekstslide

Oxytocine
Dit hormoon komt bij zwangere vrouwen vrij in de periode voor bevalling.

Dankzij oxytocine kan de baarmoeder zich krachtig samentrekken.

Oxytocine komt ook vrij bij de borstvoeding. 

Toeschietreflex.

Slide 8 - Tekstslide

ADH
Wordt ook wel vasopressine genoemd. 

ADH reguleert de hoeveelheid urine en de concentratie daarvan. 

ADH heeft ook een vaatvernauwende werking.


Slide 9 - Tekstslide

Hypofysevoorkwab
De hypofysevoorkwab (adenohypofyse) scheidt zeven verschillende hormonen uit:
  1. schildklierstimulerend hormoon (TSH);
  2. adrenocorticotroop hormoon (ACTH);
  3. luteïniserend hormoon (LH);
  4. follikelstimulerend hormoon (FSH);
  5. groeihormoon (GH);
  6. prolactine (PRL);
  7. melanocytenstimulerend hormoon (MSH).

Slide 10 - Tekstslide

Effecthormonen en glandotrope hormonen
De zojuist besproken hormonen van de adenohypofyse kunnen we in twee groepen indelen, in effecthormonen en glandotrope hormonen

Effecthormonen hebben directe invloed op processen in het lichaam. 

Glandotrope hormonen werken in op andere klieren in het lichaam, zodat de hormoonproductie daarvan gestimuleerd of geremd wordt.

Opdracht: welke hormonen vallen onder de effecthormonen en welke onder de glandotrope hormonen?

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student kan benoemen wat de functie is van de hypothalamus
  • De student kan benoemen wat de functie is van de hypofyse
  • De student kan 2 hormonen noemen die door de hypofyseachterkwab worden geproduceerd
  • De student kan minimaal 2 hormonen noemen die door de hypofysevoorkwab worden uitgescheden 

Slide 12 - Tekstslide

Tops

Slide 13 - Woordweb

Tips

Slide 14 - Woordweb