BAS week 16 Menukaart

Hst 16 Menukaart 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Horeca BASSpeciaal OnderwijsLeerroute 5

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hst 16 Menukaart 

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren in deze les?
  • Verschillende menukaarten

  • Rekening houden met speciale wensen

  • De Maaltijd lekker afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

16.1 voedingsleer
Voedingsleer: De leer van de ingrediënten die in gerechten zitten.

Overzicht van gezonde producten, hoe groter de vlakken des te meer mag je van deze producten eten.

Slide 3 - Tekstslide

16.1 voedingsleer/ schijf van 5
Uit welke delen bestaat de schijf van Vijf:
  • Water, koffie en thee
  • Pasta, rijst, brood en aardappelen
  • Groenten en fruit
  • Olie en boter
  • Zuivel, noten, peulvruchten, vis, vlees en ei

Slide 4 - Tekstslide

16.1 voedingsleer
Je hoeft niet van elk gerecht uit je hoofd weten wat er precies allemaal in zit.
Maar let wel op de wensen van de gast.
Als een gast iets gezonds wil eten, kun je ze goed adviseren.

Slide 5 - Tekstslide

16.2 Allergieën en dieetwensen
Allergenen: Dit zijn vaak eiwitten die in voedsel zitten, hier zijn mensen allergisch of intolerant voor.

Een allergische reactie kan bevoordeeld zijn:
  • jeuk
  • je keel zwelt op
  • je ogen en lippen zwellen op.

Slide 6 - Tekstslide

16.1 Voorbeelden van allergieën 
  • ei
  • melk
  • vis
  • pinda's
  • noten
  • schaaldieren
  • gluten
  • soja 

Slide 7 - Tekstslide

16.2 allergenen iconen

Slide 8 - Tekstslide

16.2 allergie - intolerantie
  • Intolerantie: je lichaam kan een bepaald product niet goed verwerken, bv lactose-intolerantie
  • Allergie: Je lichaam heel heftig reageert op een bepaald product =, bv noten allergie 

  • Kruisbesmetting kan ook gevaarlijk zijn voor gasten met voedselallergie

Slide 9 - Tekstslide

16.2 Allergieën en dieetwensen.
het verschil tussen Allergie en Intolerantie?

  • Intolerantie: het lichaam kan bepaalde producten of stofjes niet goed verwerken.
  • Allergie: je krijgt een hevige reactie op een bepaald product op stof.

Slide 10 - Tekstslide

16.2 Allergieën en dieetwensen.
Zwangere vrouwen hebben vaak ook bijzondere eetwensen, bepaalde producten eten ze NIET, omdat er bacteriën in kunnen zitten die schadelijk zij voor de baby.
bijvoorbeeld:
  1. rauw of niet doorgebakken vlees
  2. rauwe of gerookte vis
  3. rauwe eieren
Dit ook gerechten waar deze producten in zitten.

Slide 11 - Tekstslide

16.2 Allergieën en dieetwensen. 
Soms willen gasten bepaalde producten niet eten, bijvoorbeeld omdat zij een dieet volgen of een bepaald geloof hebben.
Halal: islamitische mensen eten alleen blees dat volgens de regels van hun geloof is geslacht.
Vegetarisch: eten geen vlees, vis en gevogelte.
Veganistisch: eten geen dierlijke producten 

Slide 12 - Tekstslide

16.3 Ontbijten
Het ontbijt wordt de belangrijkste maaltijd van de dag genoemd.
Alle gegeten voedingsstoffen worden in de middag gebruikt worden door het lichaam.
voorbeelden voor het ontbijt: belegde broodjes, kwark, yoghurt, havermout,  pannenkoekjes en vers fruit.

In veel ontbijtgerechten zitten allergenen, bv in brood zit altijd gluten

Slide 13 - Tekstslide

16.4 voor bij de koffie
Nederlanders drinken veel koffie.
Bijvoorbeeld wanneer ze met een bekende bijpraten, een werkoverleg houden of als pauze.

Vaak willen ze hier "iets lekkers" bij, bv, koekje, gebak, cake of appelflap.

Bij mensen met een cafeïne allergie kun je decafé koffie aanbieden, hier is de cafeïne uitgehaald.

Slide 14 - Tekstslide

16.5 Lunchen
Lunchen gebeurt vaak tussen 11.00 en 14.00

Mensen eten in de kantine van een bedrijf of gaan naar een lunchroom.
voorbeelden van lunchgerechten zijn: uitsmijter, belegde broodjes, salades en soepen.

Slide 15 - Tekstslide

16.6 Borrelen
Als gasten genieten van een lekker drankje met een hapje dan noem je dat borrelen.
Dit gebeurt vaak tussen de lunch en diner, de gerechten staan dan vaak op de kleine kaart.

voorbeelden van borrelgerechten: bitterballen, kaasstengels, kaas en/of vlees plankjes of olijven.

Slide 16 - Tekstslide

16.7 Voorgerechten
Een lekker voorgerecht is een perfecte start van een diner.

Een voorgerecht is vaak eetlust opwekkend.

Er zijn gasten die minder eten en alleen voorgerechten eten.
Probeer de gasten ook een voorgerecht te verkopen bv. carpaccio of stokbrood met kruidenboter.

Slide 17 - Tekstslide

16.8 hoofdgerechten
Na het voorgerecht wordt het hoofdgerecht geserveerd.
Dit gerecht is het belangrijkste onderdeel van de maaltijd.
het hoofdgerecht vult namelijk meet dan een voorgerecht.

Er zitten meer producten met koolhydraten in bv. aardappelen, rijst of pasta.

Een vegetarisch hoofdgerecht bevat geen vlees of gevogelte.

Slide 18 - Tekstslide

16.9 Nagerechten
Gasten nemen een nagerecht om hun maaltijd af te sluiten met iets lekkers.
een nagerecht is vaak zoet maar dat hoeft niet.

voorbeelden: kaasplankje, crème brûlée of brownie's.

Soms hebben gasten geen trek meer in in een dessert, je kunt deze gasten dan een kopje koffie of thee aanbieden in plaats van een dessert.

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen:
allergenen
allergie
vegetarisch eten
veganistisch eten

Slide 20 - Tekstslide

Instructiefilm:
geen

Slide 21 - Tekstslide

werkkaarten

Slide 22 - Tekstslide