208A Lesson 2 BASIC past/present

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Sleep de zinnen hieronder naar het woord dat erbij past hierboven
______you like to help others?
If I ______help others that would be great!
I think  people_______ help eachother!

Slide 6 - Sleepvraag

What do you remember about
the past tense of to be?

Slide 7 - Woordweb

What do you know about the present simple?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Make a sentence describing something you do every day

(Maak een ENGELSE zin waarin je vertelt over iets dat je elke dag doet)

Slide 11 - Open vraag

Nu heb je gelezen wat je klasgenoot doet elke dag: maak een ENGELSE zin over wat hij/zij iedere dag doet:

Slide 12 - Open vraag

EEN TEGENWOORDIGE VORM VAN TO BE +


Example: He is walking the dog. (now)
                  I am sleeping in my bed. ( now)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

EEN VORM VAN TO BE 
GEEN VORM VAN TO BE
I am
They have
He is
We were
We do
You are
She has

Slide 16 - Sleepvraag

WHAT IS HAPPENING HERE?

Slide 17 - Tekstslide

USUALLY
NOW
I am riding a bike
You aren't reading a book
She is cleaning her teeth
I brush my teeth
Are you eating pizza?
They get up at 9 o clock
He watches tv every day

Slide 18 - Sleepvraag

Is this sentence RIGHT OR WRONG?
Every morning I am walking to the train
A
right
B
wrong

Slide 19 - Quizvraag

Is this sentence RIGHT OR WRONG?
"Don't look! He is looking at you!"
A
Right
B
Wrong

Slide 20 - Quizvraag

Questions?

Slide 21 - Tekstslide

RECAP
simpele nu=present --> als iets een gewoonte is - every day
She /he /it krijgen : werkwoord + s ( voorbeeld: HE WORK+S)

aan de gang nu = present continuous--> als iets nu bezig is - now 
vorm van to be + werkwoord+ing ( voorbeeld: HE IS WORKING)

Slide 22 - Tekstslide

Sleep de onderdelen van de zin en zet ze in de goede volgorde
WIE
DOET
WAT/wie
WAAR
WANNEER

Slide 23 - Sleepvraag

Put the sentence in the correct order: long. - cat - My - day - all - sleeping - is

Slide 24 - Open vraag

SPEAKING TEST INFORMATION
WHAT I DO:
MAKE A SCHEDULE
POST THE ASSIGNMENT
TEAMS      ENGELS        BESTANDEN
WHAT YOU DO:
CHECK THE SCHEDULE & ASSIGNMENT

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

STUDIEMETER
Let's check : Have you got STUDIEMETER?

Slide 27 - Tekstslide

STUDIEMETER

Slide 28 - Tekstslide

REFLECT
DID YOU:


  • Learn to recognise the differences between the present simple & present continuous?
  • Refresh your memory on the past tense of to be?
  • Refresh your memory on could, would , should?
  • Learn how to get to work in Studiemeter?
  • Have fun?

Slide 29 - Tekstslide

DID WE MEET OUR GOALS?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

NEXT class:
GRAMMAR
&
SPEAKING PRACTICE

Slide 31 - Tekstslide

Thank you!
Thank you!
See you next class

Slide 32 - Tekstslide