3H bijwoord

3H bijwoord
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

3H bijwoord

Slide 1 - Tekstslide

Programme du 6 février
Doel: Ervaringen beschrijven met behulp van het bijwoord

- Herhaling bijvoeglijk naamwoord
- Uitleg bijwoord
- Oefenen met bijwoord en bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans?

Slide 3 - Woordweb

Bijvoeglijk naamwoord

Aandachtspunten:
1. Aanpassen naar zelfstandig naamwoord (m/v/ev/mv)
2. Plaats: voor of achter zelfstandig naamwoord

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een bijwoord?

Slide 5 - Open vraag

Bijwoorden (Unité 4)
Wat moet je kennen/kunnen?
Het verschil bijvoeglijk naamwoord/bijwoord
Het maken van een bijwoord
Het kunnen toepassen van een bijwoord in een zin

Slide 6 - Tekstslide

Gebruik bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Il est joueur actif

Bijwoord zegt iets over een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, een ander bijwoord of een hele zin
Il joue activement

Slide 7 - Tekstslide

Vorming van het bijwoord
Mannelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een klinker? +ment
Eindigt het bv. nw. op een medeklinker? Dan eerst vrouwelijk maken, daarna +ment

Slide 8 - Tekstslide

Onregelmatige vormen
Bijvoeglijk naamwoord
WORDT ALS BIJWOORD NIET....
Bijwoord
bon (goed)
bonnement 
bien
meilleur (beter)
meilleurement
mieux
mauvais (slecht)
mauvaisement
mal
long (lang)
longuement
longtemps
rapide (snel)
rapidement
vite

Slide 9 - Tekstslide

Stap 1

Stap 2

Stap 3

voeg -ment toe
Maak het bijv. nw vrouwelijk als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een medeklinker
Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Slide 10 - Sleepvraag

Bijwoord van:
mauvais
A
mauvaisement
B
mauvaisment
C
maul
D
mal

Slide 11 - Quizvraag

Waar zegt het bijwoord wat over in de volgende zinnen?
Il court vite
Elle chante très bien.
Ils sont vraiment contents.
bijwoord
werkwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Sleepvraag

Welke vorm past?
C'est le ... footballeur du monde.
A
meilleur
B
mieux

Slide 13 - Quizvraag

Welke vorm past?
La police parle ... avec eux.
A
poli
B
poliment

Slide 14 - Quizvraag

In welke situatie gebruik je bijwoorden?

Levendig beschrijven van een gebeurtenis/actie/ervaring

Voorbeeld: sportcommentaar!

Slide 15 - Tekstslide

Petite vidéo
Noteer in je schrift de bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden die je herkent 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Opdrachten maken
Ex. 16C op blz. 24-25

Klaar?
Toepassen I: Verrijk de geschreven tekst met bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden (zie Teams)
Toepassen II: Sportfragment zoeken en zelf Frans commentaar geven

Slide 18 - Tekstslide