Zien

Licht en donker
1 / 46
volgende
Slide 1: Woordweb
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 300 min

Onderdelen in deze les

Licht en donker

Slide 1 - Woordweb

Licht en donker
Hoe zien wij?

Slide 2 - Tekstslide

Kleur

Slide 3 - Woordweb

Kleuren
Hoe onstaan kleuren?

Slide 4 - Tekstslide

Kleuren maken
Hoe ontstaan kleuren die we zien? 


Slide 5 - Tekstslide

je ziet alleen voorwerpen die ....
A
.. licht geven
B
.. licht reflecteren
C
.. licht absorberen
D
.. licht geven of reflecteren

Slide 6 - Quizvraag

De primaire kleuren zijn ....
A
.. rood, geel en blauw
B
... geel, groen en magenta
C
.. cyaan, magenta en rood
D
blauw, groen en rood

Slide 7 - Quizvraag

Magenta kun je maken met ..
A
rood en blauw
B
rood en groen
C
groen en blauw

Slide 8 - Quizvraag

Geel kun je maken met ..
A
rood en blauw
B
rood en groen
C
groen en blauw

Slide 9 - Quizvraag

Cyaan kun je maken met ..
A
rood en blauw
B
rood en groen
C
groen en blauw

Slide 10 - Quizvraag

Rood kun je maken met ..
A
geel en cyaan
B
cyaan en magenta
C
magenta en geel

Slide 11 - Quizvraag

Lichtstralen en bundels
  • Hoe verplaatst licht zich?

  • langs rechte lijnen


Slide 12 - Tekstslide

Schaduw
  • Licht verplaatst zich langs kaarsrechte lijnen
dus
dus
  • hoe teken je zelf een schaduw beeld
  • klik hier

Slide 13 - Tekstslide

Licht verplaatst zich bijna altijd langs rechte lijnen
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Een schaduw is een plaats waar géén licht komt
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Hoe groter de lichtbron hoe vager de schaduw
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Een puntvormige lichtbron veroorzaakt slag- of randschaduw
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Een schaduw is in het centrum het donkerst
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Verschillende lichtbundels
  • Alle lichtstralen hebben dezelfde richting. "
  • "Evenwijdige lichtbundel"
    Het licht van de zon geeft een evenwijdige bundel.
  • De lichtstralen lopen steeds verder uit elkaar.
  • "Divergente lichtbundel"
    De meeste kunstmatige lichtbronnen zoals lampen geven divergente bundels.
  • De lichtstralen gaan naar één punt.
  • "Convergente lichtbundel.
    Dit kom je in de praktijk bijna nooit tegen

Slide 19 - Tekstslide

Breking
Licht verplaatst zich langs kaarsrechte lijnen maar .....

Slide 20 - Tekstslide

Lenzen

  • Een (bolle of positieve) lens breekt de lichtstralen zo dat
  • alle lichtstralen uit één punt ......
  • ..... weer samenkomen in één punt

  • Van ieder voorwerpspunt wordt een beeldpunt gemaakt

  • Extra:
  • Hoe construeer je een beeld
  • Foto maken?:
  • klik hier

Slide 21 - Tekstslide

We onderscheiden verschillende soorten lichtbundels:
evenwijdig, convergent en divergerend
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Het licht van de zon is altijd een evenwijdige bundel
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Lampen geven vrijwel altijd een divergente bundel
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Licht verplaats zich altijd langs kaarsrechte lijnen
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Licht kan van richting veranderen doordat het overgaat van de ene doorzichtige stof naar de andere doorzichtige stof
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Als licht twee maal wordt gebroken worden de lichtstralen verschoven
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Met een positieve lens maak je altijd een omgekeerd reëel beeld
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Positieve lenzen vinden we in een microscoop, een sterrenkijker, een leesbril en een loep
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Positieve lenzen vinden we in een microscoop, een sterrenkijker, een leesbril en een loep
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Spiegelen
Licht kan op verschillende manieren worden gereflecteerd (teruggekaatst)
  • Diffuus

  • Spiegelend

Slide 31 - Tekstslide

Spiegelbeeld construeren







  • Lachen

Slide 32 - Tekstslide

Reflectie is hetzelfde als terugkaatsing
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Bij diffuse reflectie krijg je een mooi spiegelbeeld
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Een spiegelbeeld kun je construeren met de spiegelwet of met de voorwerp-beeld-methode
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Een bolle spiegel geeft altijd een vergroot beeld
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Een holle spiegel kan een vergroot beeld geven maar ook een verkleind beeld
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quizvraag

NIET SCHADELIJK
  • radiogolven
  • van verre sterren
  • radio
  • wifi
  • magnetron (microgolven)

  • infraroodstraling
  • temperatuurafhankelijk

SCHADELIJK (ioniserend)
  • ultravioletstraling
  • voor een deel tegengehouden door de ozonlaag
  • wordt je bruin van

  • röntgenstraling
  • groot doordringend vermogen

  • gammastraling
  • komt vrij bij kernsplijting
Het Elektromagnetisch spectrum

Slide 38 - Tekstslide

Toepassingen van EM-straling
Röntgen
Met een röntgenfoto kijk je in het lichaam.
bv. om een botbreuk te vinden of een vreemd voorwerp
Infrarood
Met een infrarood thermoscan kan de vijand of een wietplantage worden opgespoord
Bestraling
Gammastraling wordt gebruikt om tumoren te bestralen. Gammastraling is schadelijk, de tumorcellen worden op deze manier vernietigd. Ook omliggend weefsel kan hierdoor beschadigd worden

Slide 39 - Tekstslide

Het grootste deel van Elektromagnetische straling is zichtbaar licht
A
waar
B
niet waar

Slide 40 - Quizvraag

Röntgenstraling gaat dwars door je lichaam heen. (het heeft een groot doordringend vermogen)
A
waar
B
niet waar

Slide 41 - Quizvraag

Een röntgenlaborant staat tijdens het maken van de foto naast de patiënt
A
waar
B
niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Radiogolven waren vroeger heel belangrijk voor de communicatie. Tegenwoordig is dat niet meer zo, nu hebben we internet en wifi.
A
waar
B
niet waar

Slide 43 - Quizvraag

Door het dunner worden van de ozon-laag komt huidkanker steeds meer voor
A
waar
B
niet waar

Slide 44 - Quizvraag

Gammastraling is in staat om kankercellen te genezen
A
waar
B
niet waar

Slide 45 - Quizvraag

Met IR-thermografie kan in kaart worden gebracht welke huizen slecht geïsoleerd zijn
A
waar
B
niet waar

Slide 46 - Quizvraag