les 1 licht en schaduw

les 1 licht en schaduw
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

les 1 licht en schaduw

Slide 1 - Tekstslide

nieuwe afspraken vanaf vandaag

Slide 2 - Tekstslide

de les van vandaag

Slide 3 - Tekstslide

introductie

Slide 4 - Tekstslide

leerdoelen
3.1.1 Je kunt het verschil tussen directe en indirecte lichtbronnen benoemen.
3.1.2 Je kunt lichtstralen tekenen.
3.1.3 Je kunt het verschil tussen drie soorten lichtbundels uitleggen.
3.1.4 Je kunt de schaduw construeren van een voorwerp waar licht op valt.

Slide 5 - Tekstslide

lichtbronnen
je hebt directe lichtbronnen dit zijn dingen waarvan licht direct van af komt.

dingen die licht weerkaatsen maar zelf dus niet de bron zijn noemen we indirecte lichtbron.

Slide 6 - Tekstslide

lichtstralen
Een lichtbron straal lichtstralen uit. 

Je tekent lichtstralen als rechte lijnen met een pijl erin. De pijl in de lijn geeft de richting van het licht aan. 

Teken lichtstralen altijd met een liniaal of een geodriehoek.

Slide 7 - Tekstslide

Een voorwerp dat licht weerkaatst geeft indirect licht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Een lichtbron straalt licht uit.
Dat licht beweegt langs:

A
horizontale lijnen.
B
kromme lijnen.
C
rechte lijnen.
D
verticale lijnen

Slide 9 - Quizvraag

lichtbundels
Veel lichtstralen samen noem je een lichtbundel.

Je hebt 3 soorten lichtbundels:
-evenwijdige lichtbundel
-divergente lichtbundel
-convergente lichtbundel

Slide 10 - Tekstslide

evenwijdige lichtbundel.
De afstand tussen de lichtstralen in zo’n lichtbundel blijft gelijk.

Ze lopen dus recht uit de bron.

Denk bijvoorbeeld aan lasers.

Slide 11 - Tekstslide

divergente lichtbudel
Divergeren betekent uit elkaar gaan.
De lichtstralen lopen steeds verder uiteen van de bron.

Denk bijvoorbeeld aan schijnwerpers

Slide 12 - Tekstslide

convergente lichtbundel
Convergeren betekent naar elkaar toe bewegen.

De lichtstralen bewegen vanuit de bron steeds meer naar elkaar toe naar 1 punt. 

Denk bijvoorbeeld aan een vergrootglas.

Slide 13 - Tekstslide

evenwijdige lichtbundel
divergente lichtbundel
convergente lichtbundel

Slide 14 - Sleepvraag

schaduw
De schaduw is het gebied waar de lichtstralen niet kunnen komen.

Aan de rand van de schaduw komen licht en schaduw tegen elkaar. De lichtstralen die nog net langs de tafel gaan, heten de randstralen.

Slide 15 - Tekstslide

Je schijnt met een zaklamp op een witte muur. Voor de muur hangt een kunststof blokje.

Op welke plek(ken) zie je een schaduw?
A
P
B
Q
C
R

Slide 16 - Quizvraag

aan de slag!
Zie studiewijzer



          rood = geluid 0 (iedereen is stil)
          oranje = geluid 0-1 (docent beantwoord vragen)
          groen =geluid 1 (Je mag zachtjes overleggen met buren)
timer
15:00
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide