B 6.2 - Rekenen met tijd

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

6.2 Rekenen met tijd

Je leert rekenen met een tijdlijn

half tien, kan ik digitaal op twee manieren schrijven, welk antwoord is goed!

1. 8:30 en 20:30
2. 9:30 en 21:30
3. 9:30 en 22:30
4. 10:30 en 22:30

17:15 betekent ...

1. Kwart over vijf in de middag
2. 17 minuten over drie in de middag
3. Kwart over vijf in de ochtend

Plaats de digitale tijden bij de juiste wijzerklok.

9:32

21:32

8:22

20:22

21:12

9:12

De tijdlijn

Met een tijdlijn kun je uitzoeken hoelang iets duurt.

Op een tijdlijn zet je de begintijd en eindtijd.

Je rekent via hele uren naar de eindtijd toe.

Een voorbeeld

Een tv-programma begint om 21:30 en eindigt om 23:15. Hoelang duurt het programma?

Wat moet je doen?

30 minuten + 1 uur + 15 minuten = 1 uur + 45 minuten.

1.  Je maakt eerst de stap naar een heel uur.
2.  Je telt de hele uren tot aan het tijdstip dat je moet behalen.
3.  Je telt de minuten die overblijven.

stap 1

stap 2

stap 3

Even oefenen

Lisa en Pim gaan met de trein van Zwolle naar Den Bosch. De tijdlijn ziet er zo uit:

Hoeveel minuten zijn ze onderweg als het 10 uur is?

Even oefenen

Lisa en Pim gaan met de trein van Zwolle naar Den Bosch. De tijdlijn ziet er zo uit:

Wat moet er in de andere twee vakjes komen te staan?

40

Even oefenen

Lisa en Pim gaan met de trein van Zwolle naar Den Bosch. De tijdlijn ziet er zo uit:

Bereken de totale reistijd.

40

9

1

Even oefenen

Lisa en Pim gaan met de trein van Zwolle naar Den Bosch. De tijdlijn ziet er zo uit:

40 minuten + 1 uur + 9 minuten = 1 uur en 49 minuten.

40

9

1

En nu op naar .....

   6.3!