Wat? Opdracht 1 t/m 5 (blz. 198-199). Let op: veel opdrachten maak je in je boek!
Hoe? We beginnen in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen.
Tijd? Je hebt hier 15 minuten de tijd voor.
Hulp? Vraag eerst je buurman/buurvrouw. Daarna steek je je hand omhoog, dan beantwoord ik je vraag.
Klaar? Ga lezen in je leesboek of werk verder met 6, 7 en 8.