KT1E, lezen h1, 02/09

Welkom KT1E!

Wat heb je vandaag nodig?
Je boek voor Nederlands, leesboek, een schrift en een pen.

Heb je dit voor je?
Wees stil, dan kunnen we snel beginnen :) 
Telefoon in de telefoontas? Tas op de grond? 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom KT1E!

Wat heb je vandaag nodig?
Je boek voor Nederlands, leesboek, een schrift en een pen.

Heb je dit voor je?
Wees stil, dan kunnen we snel beginnen :) 
Telefoon in de telefoontas? Tas op de grond? 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Weet je het nog...?
- Start begrijpend lezen paragraaf 1 
- Uitleg onbekende woorden
- Samen aan de slag
- Zelf aan de slag!
- Ik moet dit doen

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog...?
Gisteren zijn we gestart met Nederlands. 

Wat weet je nog over de les van gisteren? Wat heb je geleerd? Wat voor verhaal hebben we gelezen? 

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog...?
Je hebt het verschil geleerd tussen

fictie

non-fictie

Wanneer is een verhaal realistisch?
Wanneer is een verhaal een fantasieverhaal?

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog...?
--> Opdracht 2 (blz. 61) nakijken. 

Zet een krul als je het goed hebt, verbeter je antwoord als je het fout had. 


Opdracht 3 (blz. 62) maken. 

Slide 5 - Tekstslide

Nederlands
Het vak Nederlands bestaat uit verschillende onderdelen.
- fictie
- begrijpend lezen
- schrijven
- spelling
- grammatica 
- woordenschat
- kijken en luisteren 
en misschien nog wel meer! 

Slide 6 - Tekstslide

Begrijpend lezen, paragraaf 1
Het onderdeel lezen is verdeeld in verschillende paragrafen. Wij behandelen paragraaf 1 t/m 3 en daar krijg je dan een toets over.

Vandaag krijg je uitleg over paragraaf 1. Deze paragraaf gaat over 'onbekende woorden'.  

Wat verwacht je dat zult gaan leren? 

Slide 7 - Tekstslide

Onbekende woorden
Soms lees je een woord en dan weet je de betekenis niet. Soms kun je alsnog de betekenis van een woord achterhalen.  

Je gebruikt dan een woordraadstrategie

Ik ga je drie woordraadstrategieën leren. 

Slide 8 - Tekstslide

Onbekende woorden
1. Een synoniem zoeken.

Een synoniem is een ander woord met de dezelfde betekenis. (trottoir - stoep) 

Hoe doe je dat?
Kijk in dezelfde zin of in de zinnen erom heen of er een synoniem staat. 

Slide 9 - Tekstslide

Onbekende woorden
2. Een omschrijving zoeken

Soms wordt het woord in de tekst al uitgelegd. Bij een omschrijving worden meerdere woorden gebruikt, bij een synoniem maar één. 

Hoe doe je dat?
Omschrijvingen staan vaak tussen haakjes of tussen komma's in dezelfde zin of de zin ervoor of erna. 

Slide 10 - Tekstslide

Onbekende woorden
3. Een voorbeeld zoeken
Soms kun je moeilijke woorden begrijpen omdat er voorbeelden bij het woord worden genoemd. (Yoesra verzamelt haar tekengerei (potloden, wasco en stiften) om verder te werken aan haar kunstwerk. )

Hoe doe je dat?
Voorbeelden staan vaak na woorden zoals als, bijvoorbeeld. Of voorbeelden staan vaak na een dubbele punt, tussen haakjes of tussen komma's. 

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen...
Wat betekent het dikgedrukte woord? En welke strategie heb je gebruikt?

1. Amin transpireert in de zon. Hij rent over het voetbalveld en zweet enorm. 
2. Tijden biologie hadden we het over het gebruik van onze zintuigen: zien, horen, proeven, voelen en ruiken. 
3. Hidde werkt in de akkerbouw, een vorm van landbouw, waar hij mais en suikerbieten kweekt. 

Slide 12 - Tekstslide

Samen aan de slag!
Pak blz. 11 erbij 

We maken opdracht 1 samen. Daarna ga je zelfstandig aan de slag. 

Slide 13 - Tekstslide

Zelf aan de slag!
Wat? Maak opdracht 1 en 2 (blz. 11-12)
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
Tijd? Je hebt hier 15 minuten de tijd voor.
Hulp? Vraag eerst je buurman/buurvrouw. Daarna steek je je hand omhoog, dan beantwoord ik je vraag. 
Klaar? Ga dan lezen in je leesboek of maak opdracht 4. 



timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Ik moet dit doen
We lezen regelmatig in het boek 'Ik moet dit doen' van Maren Stoffels. 

Je kan ook de beurt krijgen om te lezen.

Als we het boek uit hebben, krijg je een opdracht bij het boek

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Ik moet dit doen
We lezen regelmatig in het boek 'Ik moet dit doen' van Maren Stoffels. 

Je kan ook de beurt krijgen om te lezen.

Als we het boek uit hebben, krijg je een opdracht bij het boek

Slide 17 - Tekstslide

Dit zul je altijd terugzien!
Op de powerpoint zie je elke les dezelfde tekens terug.


Je bent helemaal stil. 
Je mag niet overleggen of vragen stellen. 
Je mag fluisteren. Je mag vragen stellen als je je hand opsteekt. 
Je mag gezellig kletsen. Je mag vragen stellen als je je hand opsteekt.  
timer
1:00
Deze timer laat zien hoelang je ergens voor hebt. Houd hem goed in de gaten!

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
Dit heb je iedere les bij je en dit wordt gecontroleerd.
1. Je Nederlands boek
2. Een lijntjesschrift
3. Je etui
4. Een leesboek

1 of 2x niet mee is een waarschuwing, 3x is nablijven

Slide 19 - Tekstslide

Wat verwacht ik van jullie?
1. Dat je op tijd in de les bent
2. Dat je mobiel in je telefoontas gaat bij binnenkomst
3. Dat je je spullen bij je hebt (leesboek, boek, schrift en pen)
4. Dat als iemand de beurt heeft, het verder stil is in de klas
5. Dat je elkaar met respect behandelt

'Momentje vrij? Boek erbij!' 



Slide 20 - Tekstslide

Inloggen Office365
- Je moet inloggen bij Office365, zodat je kan werken op de Chromebooks op school. 
- Je moet je wachtwoord direct veranderen. Sla dit wachtwoord op op je telefoon bij notities. Zodat je het altijd kan terugvinden.
-  Ga naar www.huygens.nl, klink bovenin op Microsoft 365


Slide 21 - Tekstslide

Fictie en non-fictie
Fictie = verzonnen verhalen
Non-fictie = waargebeurde verhalen

Doel: amuseren, de schrijver wil dat je je vermaakt als je het verhaal leest. 

Slide 22 - Tekstslide

Fictie en non-fictie
Fictie zijn ook verhalen die wel waargebeurd lijken, maar niet echt gebeurd zijn. Zulke verhalen zijn realistisch

Andere verhalen kunnen nooit echt gebeuren, zoals Harry Potter. Zo'n verhaal noem je een fantasieverhaal. 

Slide 23 - Tekstslide

Samen aan de slag!
Pak je boek blz. 60 

We maken de eerste opdracht samen, daarna ga je zelf aan de slag. 

Slide 24 - Tekstslide

Nakijken
Opdracht 1 en 2 (blz. 60-61) 

Let op: je kijkt na met een andere kleur pen
Zet een krul als je het goed hebt. 
Verbeter je antwoord indien je een foutje hebt gemaakt



Slide 25 - Tekstslide

Hoe ging het?
Wat vond je lastig, wat vond je makkelijk?
Huiswerk: opdracht 1, 2 en 3 (blz. 60-62)
Neem een leesboek mee naar de volgende les.

Slide 26 - Tekstslide

Twee waarheden, één leugen

Slide 27 - Tekstslide