Skeletstelsel

Skeletstelsel
2023
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Skeletstelsel
2023

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het skelet van ouderen bevat meer ..... dan het skelet van jongeren.
A
Kalkzouten
B
Collageen
C
Kraakbeenweefsel

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Skelet
Uit hoeveel botten bestaat jouw skelet?
A
106
B
206
C
176
D
236

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.  De schedel beschermd de ...........................

2.  De ribben beschermen de ....................................

3.  Het bekken zit tussen je buik en ...............................

4.  De wervelkolom kan veel kanten op buigen.. .............................

5. Het scheenbeen zit aan je ...........................

sleep het goede woord naar de zin
hersenen
waar
niet waar
longen en hart
benen
onderbeen

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het onderbeen heeft 2 botten om dezelfde reden als de onderarm
(die ook 2 botten heeft)
A
juist
B
onjuist
C
stelling klopt niet

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderarm heeft 2 botten bevestigd in de elleboog om grote bewegelijkheid te kunnen maken
A
onjuist
B
juist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Officieel vormen
A
scheenbeen en bovenbeen, de knie
B
kuitbeen en enkel, het onderbeen
C
D
kuitbeen, enkel en scheenbeen, de voet

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als mensen ouder worden, worden ze kleiner omdat
A
spieren verzakken waardoor je krom wordt, kleiner lijkt
B
beenmerg wordt dunner in de botten
C
het rode beenmerg wordt zachter
D
kraakbeen droogt uit, wervels komen dichtbij elkaar te staan

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je lichaam begint te krimpen in je
A
20-25ste
B
30-35ste levensjaar
C
40-45ste
D
60-65ste

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Botten breken omdat
A
botten verdragen niet alle g -krachten
B
ze niet goed zijn ontworpen
C
je door verschillende oorzaken broze botten hebt
D
botten eigenlijk heel zacht zijn

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij osteoporose neemt de botdichtheid af, de botafbraak gaat sneller dan de botopbouw.
Welke vitamine ondersteund botaanmaak?
A
vitamine A
B
Vitamine B
C
Vitamine C
D
Vitamine D

Slide 11 - Quizvraag

Osteoporose wordt ook wel botontkalking genoemd. Bij osteoporose worden je botten minder stevig en minder sterk, doordat de botdichtheid afneemt. De structuur van je bot verandert en gaan er vanbinnen meer als een spons uitzien. Door de zwakkere botten én de veranderde botstructuur heb je sneller last van botbreuken.
Wat is een collumfractuur?
A
Een botbreuk in het onderste deel van het dijbeen
B
Een botbreuk in het bovenste deel van het dijbeen
C
Een scheur in het bekken
D
Een botbreuk in het bovenste deel van de bovenarm

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke botziektes ken je?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Botziektes
Osteoporose(Botontkalking)
Botbreuk(Botfractuur)
Botgezwel
Botverweking(Osteomalacie)
Osteogenesis imperfecta

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Wat zijn de kleinste botjes in je lichaam?
A
Vingerkootjes
B
Tenen
C
Gehoorbeentjes
D
Oogkas

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies