Les 1 B Basiszorg

Leerdoelen
  • Je legt de anatomie en fysiologie uit van het circulatiestelsel  
  • Je kent de normaalwaardes van de bloeddruk, temperatuur en hartslag
  • Je legt de anatomie en fysiologie uit van het bewegingsapparaat  
  • Je benoemt de kenmerking en bijkomende beperking van onderstaande ziektebeelden:
Osteoporose
Artrose
Reuma
Spasticiteit en spier artrofie
Amputatie
Multiple Sclerose
Dwarsleasie 






1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Je legt de anatomie en fysiologie uit van het circulatiestelsel  
  • Je kent de normaalwaardes van de bloeddruk, temperatuur en hartslag
  • Je legt de anatomie en fysiologie uit van het bewegingsapparaat  
  • Je benoemt de kenmerking en bijkomende beperking van onderstaande ziektebeelden:
Osteoporose
Artrose
Reuma
Spasticiteit en spier artrofie
Amputatie
Multiple Sclerose
Dwarsleasie 






Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Je legt de anatomie en fysiologie uit van het circulatiestelsel  
Anatomie? 
Fysiologie? 

2. Je kent de normaal waardes van de bloeddruk, temperatuur en hartslag 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hart
het circulatiestelsel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het circulatiestelsel
d





Hart en bloedvaten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zegt je bloeddruk over je gezondheid?
  • Het bloed 'drukt' tegen de wanden van de bloedvaten. Dit noem je bloeddruk.

  • De bloeddruk is niet overal in je lichaam hetzelfde.

  • Sommige mensen kunnen last hebben van een hoge bloeddruk.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk
Lage bloeddruk:
Meestal geen probleem: 
soms wat duizelig of hoofdpijn

Hoge bloeddruk:
Vaak wel een probleem: 
kan wanden van slagaders beschadigen.

Oorzaken van te hoge bloeddruk zijn onder ander stress, roken, overgewicht en zout eten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OSTEOPOROSE
Wat weten jullie over dit onderwerp te vertellen?
zwak of poreus bot 
botontkalking
ouder worden 
vaker vrouwen dan mannen
gemakkelijk iets breken
eerder vallen

OSTEOPOROSE
Osteoporose is een chronische aandoening van het skelet, waarbij de botsterkte afneemt.
Vrouwen meer dan mannen (2:1)
2022/ 900.000 mensen                1.300.000 in NL.

Minder botmassa maar ook een verandering in de structuur van het bot, hierdoor is de sterkte (nog) minder. Botbreuken zijn dan ook meestal het eerste signaal om te starten met nader onderzoek naar osteoporose.

Slide 8 - Tekstslide

Gegeneraliseerde osteoporose (zit overal in het lichaam, vooral bij vrouwen)

Primaire osteoporose
       - veroudering
Secundaire osteoporose
       - endocriene stoornissen
       - voedingsdeficiënties
       - gebruik van corticosteroïden


Botontkalking

Slide 9 - Tekstslide

Botontkalking is een 'foutieve' benaming omdat er NIET ontkalkt wordt. De hoeveelheid Calcium (Ca2+) blijft namelijk gelijk/ vermindert nauwelijks. 

Toch wordt dit woord vaak gebruikt.
Je botten; opbouw en afbraak
Osteoporose: afnemen van de botsterkte. 
Heeft te maken met het proces van botafbraak en botopbouw. DIT GAAT HET HELE LEVEN DOOR!!!!!

Tot ongeveer het 25e jaar kent dit proces een positieve balans: de opbouw is groter dan de afbraak. De botsterkte neemt dus toe. Dan volgt een stabiele periode van 10 jaar

Slide 10 - Tekstslide

Toename botafbraak geeft verminderde sterkte van de botbalkjes - door afbraak van de balkjes - dus meer kans op breuken.

Afname botaanmaak  - de structuur blijft weliswaar in tact - maar de balkjes worden dunner 


OSTEOPOROSE
Vanaf het 35e levensjaar gaat je lichaam meer bot afbreken dan er wordt aangemaakt. Hierdoor ontstaat botontkalking (deze term is niet helemaal correct, maar wordt wel veel gebruikt)

Slide 11 - Tekstslide

Verstoring evenwicht botaanmaak vs. botafbraak. 

RANK-L stimulerend o.a. PTH (Parathyroïdhormoon)https://nl.wikipedia.org/wiki/Parathormoon,glucorticoïden,prostoglandine

RANK-L remmend: OESTROGEEN (vrouwen) post menopausale vrouw (overgang). Afbraak > aanmaak
Tot 25e levensjaar botafbraak (resorptie) = botaanmaak 

Na 35e jaar botafbraak > botaanmaak

Slide 12 - Tekstslide

Verlaagde botmassa
Ca2+ ten opzichte van collageen is normaal* (anders osteomalacie)
Verstoring evenwicht botaanmaak vs. 
botafbraak

*ontkalking is dus een verkeerde term 

Toename botafbraak geeft verminderde sterkte van de botbalkjes - door afbraak balkjes - = meer kans op breuken

Afname botaanmaak ----> structuur van de balkjes blijft in tact maar ze worden dunner. 

OORZAKEN
  • erfelijke aanleg
  • leeftijd (> 55 jaar)
  • geslacht gebruik corticosteroïden
  • roken (?)
  • te weinig lichaamsbeweging
  • hormonale veranderingen (overgang)
  • te geringe inname of opname van calcium of vitamine D
  • voedingsdeficiëntie (ongezonde voedingsstoffen)
  • en nog 15 andere oorzaken

Slide 13 - Tekstslide

positieve familie anamnese
langdurige amenorroe (geen menstruatie)
langdurig gebruik corticosteroïden

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor botontkalking?
A
Osteoporose
B
Osteocracoom
C
Osteocytose
D
Osteoblastose

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij osteoporose neemt de botdichtheid af, de botafbraak gaat sneller dan de botopbouw.
Welke vitamine ondersteund botaanmaak?
A
vitamine A
B
Vitamine B
C
Vitamine C
D
Vitamine D

Slide 16 - Quizvraag

Osteoporose wordt ook wel botontkalking genoemd. Bij osteoporose worden je botten minder stevig en minder sterk, doordat de botdichtheid afneemt. De structuur van je bot verandert en gaan er vanbinnen meer als een spons uitzien. Door de zwakkere botten én de veranderde botstructuur heb je sneller last van botbreuken.
Waarom hebben vrouwen vaker een heupfractuur dan mannen?
A
Vrouwen vallen vaker
B
Mannen hebben sterkere gewrichten
C
Vrouwen hebben meer last van botontkalking
D
Mannen slikken meer Vitamine D

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klachten/verschijnselen 
(micro)fracturen = kleine breuken

  • spontaan "heel onschuldig" of "er gebeurde eigenlijk niets"
  • door een een val of een verdraaiing van een gewricht



Slide 18 - Tekstslide

De klachten die kunnen optreden bij osteoporose zijn divers. De meest klassieke verschijnselen zijn het oplopen van botbreuken en het verlies van lengte. Andere verschijnselen zijn bijvoorbeeld klachten in de organen, evenwichtsverlies, een verminderd energieniveau, slecht slapen en emotionele problemen.

Ook pijnklachten in je rug (zonder direct aanwijsbare oorzaak) kunnen een eerste signaal zijn. Vooral (lage rugpijn) kan veroorzaakt zijn door een ingezakte(=gebroken) ruggenwervel. Die breuk gaf geen directe pijn, je bent gewoon een stukje kleiner geworden. Maar daardoor is wel de stand van je ruggengraat anders. Zenuwen en spieren daaromheen kunnen dan klachten gaan geven.
Verschillende stadia in de verandering aan de rugwervels door osteoporose.
Breuk van de 11e ruggenwervel na val van de fiets


Slide 19 - Tekstslide

Het eerste signaal is meestal een gebroken bot. Een fractuur in medische kringen.
Dat merk je zelf natuurlijk direct als het een vinger, arm, been, pols, heup is.

Een wervelbreuk (wervelinzakking) geeft niet altijd directe klachten.
Toch is dat ook een breuk, ondanks het feit dat de term “wervelinzakking” wat minder alarmerend lijkt……….maar wel is!
Een botbreuk ( en je bent boven de 50) is het signaal voor het starten van een diagnoseonderzoek naar de sterkte en dichtheid van je botten. De oorzaak van die breuk, echt een stevige klap of zomaar omdat je een traptrede miste……is daarbij minder belangrijk.
Standsafwijkingen, spierpijn, zenuwpijn en verminderde longfunctie  
Darm- en blaasklachten, omdat organen in de knel komen

Slide 20 - Tekstslide

Ook pijnklachten in je rug (zonder direct aanwijsbare oorzaak) kunnen een eerste signaal zijn. Vooral (lage rugpijn) kan veroorzaakt zijn door een ingezakte(=gebroken) ruggenwervel. Die breuk geeft meestal geen directe pijn, je bent gewoon een stukje kleiner geworden. Maar daardoor is wel de stand van je ruggengraat anders. Zenuwen en spieren daaromheen kunnen dan klachten gaan geven.
DIAGNOSE ONDERZOEKEN
Een botbreuk kan osteoporose betekenen. Dan ben je niet uniek, want in Nederland hebben ongeveer 1 miljoen mensen osteoporose. 

De aandoening wordt meestal pas ontdekt na een botbreuk, tenminste als je een alerte zorgverlener hebt.

Eigenlijk zouden ziekenhuizen dit onderzoek aan moeten bieden bij iedere 50-plusser, die iets breekt! 

Je kunt daarom ook zelf om een onderzoek vragen. ( 50+ en een breuk) De kans dat u opnieuw iets breekt, is na een 1e botbreuk erg groot en de volgende breuk is wellicht minder onschuldig.

Slide 21 - Tekstslide

Er zijn 4 diagnostische stappen vastgelegd in de richtlijn:
1. Meten van botdichtheid met een DEXA. (DXA)
2. Controle op wervelbreuken, met een  VFA of röntgenopname.
3. Laboratorium onderzoeken.
4. Valrisico analyse

Elke stap is belangrijk om het risico te bepalen en welk persoonlijk advies bij iemand past.

Stap 1. De botdichtheid wordt uitgedrukt in de T-score. Hoe lager de botdichtheid hoe groter de kans op een botbreuk:
T-score tussen de +1 en -1: er is geen probleem.
T-score tussen de -1 en -2,5: osteopenie (verminderde botmassa)
T-score -2,5 of lager: osteoporose

Stap 2. Een moderne DEXA scanner kan meestal ook een VFA opname maken. Belangrijk !
Dat is een (laag vermogen) röntgenopname van alle ruggenwervels. Zo kan men vaststellen of er schade is aan een of meerdere wervels.

Stap 3. Laboratoriumonderzoeken
Je arts zal ook een aantal bloedonderzoeken aanvragen. Daarmee zoekt men naar eventuele onderliggende oorzaken voor osteoporose.
Dat is niet alleen om vitamine D en calcium vast te stellen, maar met de set bloedtesten zijn andere veel voorkomende oorzaken op te sporen, die mede oorzaak kunnen zijn van de lage botmassa.

Stap 4. Valrisico analyse
De combinatie van lichamelijk onderzoek, laboratoriumonderzoek en een serie persoonlijke vragen komt bij elkaar in een valrisico analyse. Met een korte vragenlijst zal de arts of verpleegkundige je persoonlijke valrisico in kaart brengen.

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

BEHANDELING
Een effectieve therapie (behandeling) van osteoporose is nog niet zo eenvoudig. Osteoporose is een chronische aandoening. Dat wil dus zeggen dat deze niet 100% te genezen is! 

Je zit de rest van je leven met een skelet dat (wat) zwakker is dan je zou wensen. Er is ook geen “wonder-pil” of “wonder-injectie” om dit voor je op te lossen.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEEFSTIJLADVIEZEN
Een aanpassing van het voedings- of leefstijlpatroon kan een groot verschil maken 
Voldoende zuivelproducten eten of drinken (zit kalk in). Deze maken het bot sterker. 
Regelmatig buiten bewegen - 30 minuten/vitamine D
Matig zijn met alcohol en koffie. Stop met roken
Let op de juiste houding. Een bezoek aan de fysiotherapeut voor houdingsadviezen kan helpen.

Slide 24 - Tekstslide

Medicijnen 

Bisfosfonaten. Deze gaan de botafbraak tegen. Middelen worden toegediend via een infuus (eenmaal per jaar of elke 3 maanden) of via tabletten. Meestal geldt dit voor een periode van 5 jaar. 

Injecties met denosumab. Deze remmen de botafbraak en bevorderen de botopbouw. De injecties worden elk half jaar gegeven. Dit gebeurt in het ziekenhuis, door de huisarts. Ook denosumab wordt vaak voor een periode van 5 jaar voorgeschreven, waarna besloten wordt wel of niet doorgaan.

Injecties met teriparatide. Deze stof lijkt op het hormoon van de bijschildklier en stimuleert de botopbouw. De injecties worden dagelijks uitgevoerd voor maximaal 24 maanden. Daarna volgt een behandeling met een bisfosfonaat of met denosumab.

Calciumtabletten met vitamine D3. Of aparte tabletten of vloeistof met vitamine D3.

Pijnstillers. Deze worden voorgeschreven bij pijn na een botbreuk.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZELF TESTEN
De formele risicotest uit de CBO Medische Behandelrichtlijn.
Aan de hand van deze korte vragenlijst kun je snel zelf vaststellen wat je persoonlijke risico is. 

Heb je 4 of meer vragen met JA beantwoord dan heb je een verhoogd risico en dan is het verstandig om contact op te nemen met uw huisarts.

Slide 27 - Tekstslide

Vragen

Is uw gewicht lager dan 60 kg of heeft u een BMI lager dan 20 kg/m2 ?
 Nee
 ja

Wat is uw leeftijd?
 Jonger dan 60
 Tussen 60 en 70
 Ouder dan 70

Heeft u een botbreuk gehad na uw 50ste?
 Nee
 ja

Heeft één van uw ouders ooit een heup gebroken?
 Nee
 ja

Heeft u een slechte mobiliteit (4 weken of langer niet kunnen lopen)?
 Nee
 ja

Heeft u reumatoïde artritis?
 Nee
 ja

Bent u de afgelopen 12 maanden meer dan 1 keer gevallen?
 Nee
 ja

Heeft u diabetes, COPD, inflammatoire darmziekte (ontsteking aan de darm), verhoogde schildklierwerking of epilepsie?
extra tekst invoegen met meer uitleg
 Nee
 ja

Heeft u langer dan 3 maanden glucocorticoïden gebruikt?(cortison, hydrocortison, prednison, methylprednisolon, triamcinolon, dexamethason of betamethason)
 Nee
 ja

Score
0

Is je persoonlijke score 4 punten of meer dan heb je een verhoogd risico en is het advies contact op te nemen met de huisarts.
Evaluatie
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies