Revision Unit 3

Welcome
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

Schedule
Last lesson:
Movie assignment

This lesson:
Revision Much/Many

Slide 2 - Tekstslide

Hoe gaan we dit doen?
Keuze!

1. Je doet mee met de lesson up en volgt klassikaal de uitleg van de docent.

2. Je logt in in de lessonup klas en maakt zelfstandig, in stilte de lessonup.

Slide 3 - Tekstslide

Much/many/little/few

much/many => veel
a little => een beetje
a few => een paar
little/few => weinig

Wanneer gebruik je welke?

Slide 4 - Tekstslide

Telbare en ontelbare woorden
Telbare woorden: Deze woorden kun je tellen. Je kan ze in het meervoud zetten Bijv. Baby -> Babies    Person -> People

Ontelbare woorden: Deze woorden kun je niet tellen. Je kan ze niet in het meervoud zetten. Bijv. Water,  Money,  time

Slide 5 - Tekstslide

Telbaar of ontelbaar?

Milk
A
telbaar
B
ontelbaar

Slide 6 - Quizvraag

Telbaar of ontelbaar?

Sugar
A
telbaar
B
ontelbaar

Slide 7 - Quizvraag

Telbaar of ontelbaar?

Question
A
telbaar
B
ontelbaar

Slide 8 - Quizvraag

much / many / a lot of in een tabel
a lot of

Slide 9 - Tekstslide


                       little / few = weinig

little > niet telbaar, geen meervoud van maken
             

few > telbaar, je kunt er meervoud van maken

Slide 10 - Tekstslide

Much / many / little / few
Telbaar
Ontelbaar
Veel
Weinig
Many
Much
Few
Little

Slide 11 - Tekstslide

Samenvatting
telbaar:                                         ontelbaar:
many => veel                              much => veel
few => weinig                             little => weinig
a few => een paar                     a little => een beetje

LET OP! much en many krijg je alleen bij ontkennende en vragende zinnen! Bij normale zinnen gebruik je 'a lot of'. 

Slide 12 - Tekstslide

They have ..... (weinig) time.
A
little
B
few
C
a little
D
a few

Slide 13 - Quizvraag

... (een paar) teachers can speak Russian.
A
little
B
few
C
a little
D
a few

Slide 14 - Quizvraag

much/many?

............... umbrellas
A
much
B
many

Slide 15 - Quizvraag

Much, many, little, few
I've bought .... (een paar) candy bars.
A
a few
B
a little
C
much
D
many

Slide 16 - Quizvraag

Much, many, little, few
He makes ...... (weinig) errors.
A
much
B
many
C
little
D
few

Slide 17 - Quizvraag

My brother has ... books.
A
much
B
many
C
a lot of

Slide 18 - Quizvraag

We're not having ... fun.
A
much
B
many

Slide 19 - Quizvraag

Telbaar
Ontelbaar
Veel
Weinig
many
much
(a) little
(a) few

Slide 20 - Sleepvraag

Wat heb je geleerd?
  • Wat de woorden Much/Many/a lot of/(a) few/(a) little betekenen.
  • Wat een telbaar en ontelbaar woord is.
  • Wanneer je de verschillende woorden gebruikt.

Slide 21 - Tekstslide

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 22 - Open vraag