woordvolgorde in de zin met sleepvragen
1 / 44
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zij
Zijn
aan
het
eten.
Slide 2 - Sleepvraag
Slide 3 - Tekstslide
het
lezen.
aan
is
Hij
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Tekstslide
het
dansen.
aan
Zij
zijn
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
zijn
Zij
het
aan
picknicken
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Tekstslide
een
naar Amsterdam.
uitstapje
Zij
hebben
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Tekstslide
Op 6 december
is
Op 5 december
Sinterklaas
op
bezoek
Slide 12 - Sleepvraag
Slide 13 - Tekstslide
In maart
we
zijn
In maart
naar Den Bosch
gegaan
Slide 14 - Sleepvraag
Slide 15 - Tekstslide
In december
hebben
we
In december
in Taalkot.
gekookt
Slide 16 - Sleepvraag
Slide 17 - Tekstslide
We
hebben
We
in december
een
gekookt
Slide 18 - Sleepvraag
Slide 19 - Tekstslide
In september
In september
zijn
we
gegaan.
naar de boerderij
Slide 20 - Sleepvraag
Slide 21 - Tekstslide
We
in september
zijn
we
gegaan.
naar de boerderij
Slide 22 - Sleepvraag
Slide 23 - Tekstslide
De ramadan
stopt
De ramadan
maandag
Slide 24 - Sleepvraag
Slide 25 - Tekstslide
Maandag
stopt
De ramadan
maandag
Slide 26 - Sleepvraag
Slide 27 - Tekstslide
Hij
klimmen
Hij
gaat
dit weekend
Slide 28 - Sleepvraag
Slide 29 - Tekstslide
Tekst
Hij
falafel
Hij
graag
eet
Slide 30 - Sleepvraag
Slide 31 - Tekstslide
Hij
vaak
Hij
een pet
draagt
Slide 32 - Sleepvraag
Slide 33 - Tekstslide
Hij
worden
Hij
schilder
wil
Slide 34 - Sleepvraag
Slide 35 - Tekstslide
Zij
worden
Zij
kapster
wil
Slide 36 - Sleepvraag
Slide 37 - Tekstslide
leert
autorijden
zij
Slide 38 - Sleepvraag
Slide 39 - Tekstslide
Hij
Arabisch
en Nederlands
spreekt
Slide 40 - Sleepvraag
Slide 41 - Tekstslide
Hij
komt
uit
Syrië
Slide 42 - Sleepvraag
Slide 43 - Tekstslide
Vrijdag
vrijdag
hebben
we
gespeeld.
een spelletje
