Opleidingsfase - project mijn geld 1

Project mijn geld Deel 1
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zit 40 slide, met interactieve quiz, tekstslide en 4 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Project mijn geld Deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Theorie: Mijn Geld
In deze theorie gaan we leren hoe geld werkt, hoe we het kunnen gebruiken en hoe we verstandig met ons geld kunnen omgaan. 
We kijken ook naar hoe bedrijven ons proberen te verleiden met reclame en leren over moderne manieren van betalen zoals elektronisch betalen. 
Het doel is dat je begrijpt hoe je met geld omgaat en goede keuzes kunt maken.
 Tussendoor zijn er korte oefeningen zodat je meteen kunt oefenen met de informatie die je leert.

Slide 2 - Tekstslide

1. Wat is Geld?
Heel lang geleden bestond er geen geld. Mensen ruilden spullen met elkaar. Dit heet ruilhandel. Bijvoorbeeld: als iemand eieren had en de ander brood, dan konden ze dat ruilen. Maar dit werkte niet altijd goed, omdat soms de ene persoon niet had wat de ander wilde. Daarom werd geld bedacht. Eerst gebruikten mensen voorwerpen zoals schelpen of metalen munten als geld. Later kwam papiergeld en tegenwoordig gebruiken we ook digitaal geld dat op bankrekeningen staat of via betaalapps werkt.



Slide 3 - Tekstslide

1. Wat is Geld?

Waarom gebruiken we geld?

Ruilmiddel: Geld maakt het makkelijker om goederen en diensten te kopen en verkopen.

Rekenmiddel: Geld helpt ons om de waarde van dingen te begrijpen en vergelijken.

Oppotmiddel (Sparen): Geld kun je bewaren en later gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is ruilhandel?
A
Geld gebruiken om iets te kopen
B
Spullen ruilen zonder geld
C
Spullen krijgen zonder iets te geven

Slide 6 - Quizvraag

Noem twee vormen van geld die vroeger werden gebruikt voordat papiergeld bestond.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het verschil tussen contant geld en digitaal geld?

Slide 8 - Open vraag

2. Hoe Gebruiken We Getallen met Geld?

Als je met geld omgaat, gebruik je getallen. Je moet bijvoorbeeld weten hoeveel iets kost of hoeveel je kunt uitgeven. Dit doen we met rekenvaardigheden zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.

Optellen: Als je meerdere dingen koopt, tel je de prijzen bij elkaar op.
Aftrekken: Als je iets koopt, haal je het bedrag van je totale geld af.
Vermenigvuldigen: Als je meer van hetzelfde koopt, vermenigvuldig je de prijs met het aantal.
Delen: Als je een bedrag wilt verdelen over meerdere mensen, gebruik je delen.

Slide 9 - Tekstslide

2. Hoe Gebruiken We Getallen met Geld?

Voorbeeld:

Als je in de winkel een chocoladereep van €1,20 en een flesje water van €0,80 koopt, tel je deze bij elkaar op: €1,20 + €0,80 = €2,00. Dit betekent dat je in totaal €2,00 moet betalen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Je koopt een chocoladereep voor €1,20 en een flesje water voor €0,80. Hoeveel moet je in totaal betalen?

Slide 12 - Open vraag

Als je €10 hebt en je koopt een broodje voor €3,50, hoeveel houd je dan over?

Slide 13 - Open vraag

Je wilt 4 ijsjes kopen en elk ijsje kost €2,50. Hoeveel moet je in totaal betalen?

Slide 14 - Open vraag

3. Wat is een Budget?
Een budget is een plan voor je geld. Je bedenkt hoeveel geld je hebt en wat je ermee wilt doen. Bijvoorbeeld, als je €50 per maand krijgt, kun je bedenken hoeveel je wilt uitgeven aan kleding, hoeveel aan eten en hoeveel je wilt sparen. Een budget helpt je om niet te veel uit te geven.

Waarom is een budget belangrijk?

Je weet hoeveel geld je hebt en waar je het aan uitgeeft.
Je voorkomt dat je te veel geld uitgeeft.
Je kunt beter sparen voor dingen die je wilt kopen.

Slide 15 - Tekstslide

Stel, je krijgt €50 per maand. Je wilt €20 uitgeven aan kleding en €10 aan snacks. Hoeveel geld houd je over om te sparen?

Slide 16 - Open vraag

Waarom is het handig om een budget te maken?
A
Je weet precies hoeveel geld je hebt
B
Je kunt meer uitgeven dan je hebt
C
Je hoeft niet na te denken over geld

Slide 17 - Quizvraag

4. Reclame en Verleiding
Bedrijven maken reclame om hun producten te verkopen. Reclames proberen ons te verleiden om iets te kopen, ook al hebben we het misschien niet echt nodig. Ze gebruiken vaak mooie beelden, grappige mensen of speciale aanbiedingen om ons over te halen iets te kopen. Het is belangrijk dat je goed nadenkt voordat je iets koopt en je afvraagt: Heb ik dit echt nodig of laat ik me verleiden door reclame?

Hoe werkt reclame?

Reclames laten producten mooier lijken dan ze zijn.
Soms krijg je kortingen of speciale aanbiedingen om je sneller te laten kopen.
Op sociale media zie je vaak advertenties van producten.

Slide 18 - Tekstslide

4. Reclame en Verleiding

Hoe werkt reclame?

Reclames laten producten mooier lijken dan ze zijn.
Soms krijg je kortingen of speciale aanbiedingen om je sneller te laten kopen.
Op sociale media zie je vaak advertenties van producten.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het doel van reclame?
A
Mensen laten nadenken over hun geld
B
Mensen verleiden om iets te kopen
C
Mensen geld geven

Slide 20 - Quizvraag

Noem een truc die bedrijven gebruiken om je over te halen iets te kopen.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

5. Elektronisch Betalen
Vroeger betaalden we vooral met contant geld (munten en biljetten). Maar tegenwoordig betalen we steeds vaker elektronisch. Dit betekent dat je geen contant geld nodig hebt. Er zijn verschillende manieren om elektronisch te betalen:

Debetkaart: Met een debetkaart betaal je door je kaart in een betaalautomaat te steken en je pincode in te voeren. Je betaalt dan direct van je bankrekening.

Contactloos betalen: Je kunt ook contactloos betalen door je debetkaart tegen de betaalautomaat te houden. Voor kleine bedragen hoef je geen pincode in te voeren.
.

Slide 23 - Tekstslide

5. Elektronisch Betalen

Betalen met je telefoon: Met apps zoals Apple Pay of Google Pay kun je betalen door je telefoon tegen de betaalautomaat te houden.

Online betalen: Als je iets koopt op internet, kun je met iDEAL, PayPal of een creditcard betalen.

Ken jij nog andere? 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

6. Elektronische Hulpmiddelen om Geld te Beheren

Naast elektronisch betalen kun je ook gebruik maken van elektronische hulpmiddelen om je geld te beheren. Denk bijvoorbeeld aan een bankapp op je telefoon of een budgetteringsapp. Hiermee kun je precies zien hoeveel geld je hebt, wat je hebt uitgegeven en hoeveel je kunt sparen.


Slide 26 - Tekstslide

6. Elektronische Hulpmiddelen om Geld te Beheren


Waarom zijn elektronische hulpmiddelen handig?

Bankapp: Je kunt je bankrekening controleren en betalingen doen via je telefoon.
Rekenmachine: Je kunt snel berekenen hoeveel geld je hebt of hoeveel je moet betalen.
Budget-apps: Deze apps helpen je om je geld te verdelen en te sparen.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

7. Lenen, Creditcards en Kopen op Afbetaling


Naast elektronisch betalen met je debetkaart, zijn er ook manieren om geld te lenen voor aankopen. Dit kan handig zijn als je iets wilt kopen, maar op dat moment niet genoeg geld hebt. Echter, lenen brengt risico's met zich mee, omdat je het geleende geld altijd moet terugbetalen, vaak met extra kosten.

Slide 30 - Tekstslide

7. Lenen, Creditcards en Kopen op Afbetaling


Wat is lenen?
Lenen betekent dat je geld krijgt van een bank of een andere instelling, dat je later terugbetaalt. Je betaalt meestal ook extra geld terug, de rente, als vergoeding voor het lenen. Lenen kan nuttig zijn voor grote aankopen, zoals een huis of auto, maar het is belangrijk om goed te begrijpen hoe het werkt en wat de gevolgen kunnen zijn.

Slide 31 - Tekstslide

7. Lenen, Creditcards en Kopen op Afbetaling
Creditcard:
Met een creditcard kun je aankopen doen zonder dat je op dat moment geld op je bankrekening hoeft te hebben. Je betaalt het geld later terug aan de creditcardmaatschappij. Vaak moet je rente betalen over het geld dat je niet meteen terugbetaalt. Dit maakt een creditcard handig voor noodsituaties, maar duur als je het niet goed beheert.
Voordelen van een creditcard:
  • Je kunt direct kopen zonder dat je het geld meteen hebt.
  • Handig voor noodaankopen of wanneer je tijdelijk geen geld hebt.
Risico’s van een creditcard:
  • Je betaalt vaak rente over het geld dat je later terugbetaalt.
  • Het is makkelijk om meer uit te geven dan je kunt terugbetalen.
  • Kopen op afbetaling:
Bij kopen op afbetaling betaal je een product in meerdere termijnen in plaats van het volledige bedrag in één keer. Dit wordt vaak aangeboden bij grote aankopen zoals meubels of elektronica. Je betaalt maandelijks een deel van de prijs, soms met extra kosten.

Voordelen van kopen op afbetaling:

Je hoeft niet meteen het volledige bedrag te betalen.
Je kunt grote aankopen doen zonder veel geld in één keer uit te geven.
Risico’s van kopen op afbetaling:

Vaak betaal je uiteindelijk meer door extra kosten of rente.
Als je de betalingen niet kunt doen, kun je in de schulden raken.
Risico’s van lenen:
Hoewel lenen handig kan zijn, brengt het risico’s met zich mee als je niet goed oplet. Als je bijvoorbeeld te veel leent of niet op tijd terugbetaalt, kun je in de schulden komen. Dit kan stress veroorzaken en maakt het moeilijk om in de toekomst geld te lenen als je het echt nodig hebt.

Slide 32 - Tekstslide

7. Lenen, Creditcards en Kopen op Afbetaling

Kopen op afbetaling:
Bij kopen op afbetaling betaal je een product in meerdere termijnen in plaats van het volledige bedrag in één keer. Dit wordt vaak aangeboden bij grote aankopen zoals meubels of elektronica. Je betaalt maandelijks een deel van de prijs, soms met extra kosten.
Voordelen van kopen op afbetaling:
  • Je hoeft niet meteen het volledige bedrag te betalen.
  • Je kunt grote aankopen doen zonder veel geld in één keer uit te geven.
Risico’s van kopen op afbetaling:
  • Vaak betaal je uiteindelijk meer door extra kosten of rente.
  • Als je de betalingen niet kunt doen, kun je in de schulden raken.
Risico’s van lenen:
Hoewel lenen handig kan zijn, brengt het risico’s met zich mee als je niet goed oplet. Als je bijvoorbeeld te veel leent of niet op tijd terugbetaalt, kun je in de schulden komen. Dit kan stress veroorzaken en maakt het moeilijk om in de toekomst geld te lenen als je het echt nodig hebt.

Slide 33 - Tekstslide

7. Lenen, Creditcards en Kopen op Afbetaling
Risico’s van lenen:
Hoewel lenen handig kan zijn, brengt het risico’s met zich mee als je niet goed oplet. Als je bijvoorbeeld te veel leent of niet op tijd terugbetaalt, kun je in de schulden komen. Dit kan stress veroorzaken en maakt het moeilijk om in de toekomst geld te lenen als je het echt nodig hebt.

Hoe kun je verantwoord lenen?
  • Leen alleen geld als je zeker weet dat je het kunt terugbetalen.
  • Kijk goed naar de rente en de voorwaarden voordat je leent.
  • Zorg dat je altijd op tijd terugbetaalt om extra kosten te vermijden.

Slide 34 - Tekstslide


A

Slide 35 - Quizvraag

Wat is een voordeel van een creditcard?
A
Je kunt later betalen voor aankopen
B
Je hoeft nooit meer geld terug te betalen
C
Je krijgt altijd korting

Slide 36 - Quizvraag

Wat is een risico van kopen op afbetaling?
A
Je betaalt altijd minder
B
Je kunt in de schulden komen
C
Je hoeft geen rente te betalen

Slide 37 - Quizvraag

Waarom is dit allemaal belangrijk?

Het leren omgaan met geld is heel belangrijk. Door te begrijpen hoe je geld kunt gebruiken, budgetteren en verstandig met reclames om te gaan, zorg je ervoor dat je genoeg geld hebt en geen onnodige dingen koopt. Elektronisch betalen en het gebruik van handige apps maken het gemakkelijker om je geldzaken goed te regelen. Als je deze theorie goed begrijpt en de oefeningen maakt, ben je klaar om slim met geld om te gaan!



Slide 38 - Tekstslide

Oefenen maar 
Stap 1: Spreek met je leerkracht af welk  kleur spoor je moet volgen. 
Stap 2: Kies of jij op papier of digitaal via classroom wil werken. Geef je keuze door aan de leerkracht.
Stap 3: Aan de slag. Heb je vragen dan stel je deze via de Lesson-up door op het handje te klikken en je vraag te stellen
                        !!!! Tijdens zelfstandig werk is het STIL !!!!!

Slide 39 - Tekstslide

zelfstandige werktijd 
  • Vraag: Handje klikken en vraag stellen aan de leerkracht       niet aan elkaar!
  • Muziek: mag als het geen afleiding is 
  • Wordt het even te veel?  -> handje -> vraag pauze aan de leerkracht 
  • Enkel water drinken mag, zet je water ver weg van je chromebook. Potje breekt = potje betalen. er mag niet  gegeten worden. 
                                                                                  !!!!! Stilte tijdens zelfstandig werk !!!

Slide 40 - Tekstslide