wk 44: les 1 - 18 leesvaardigheid: verbindingswoorden (1)

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Dinsdag 1 november - 2AT1
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: leesvaardigheid functiewoorden (blz. 70)
  • Leesvaardigheid: verbindingswoorden
  • Aan de slag!


--> Heeft iedereen titel + schrijver leesboek doorgegeven?










timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd...
...wat functiewoorden zijn en hoe ze je helpen om de structuur van een tekst te herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze les ga je leren...
...wat verbindingswoorden/signaalwoorden zijn en hoe ze je helpen om de opbouw van een tekst te herkennen.

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
Inleiding - anekdote, aanleiding, 

Middenstuk/kern - afweging, argument, gevolg, nuancering, verklaring

Slot - oplossing, conclusie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Signaalwoorden (blz. 74)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Huiswerkopdrachten nakijken (antwoordblad op Classroom)
  • Maak opdr. 1, 2, 4, 5 (blz. 75)
  • Maak de vragen op de volgende slides

Slide 11 - Tekstslide

Sleep het juiste verband naar het juiste signaalwoord.
om ... te
maar
verder
zo
tegenstelling
opsomming
middel-doel
voorbeeld

Slide 12 - Sleepvraag

Sleep het juiste verband naar het juiste signaalwoord.
daardoor
doordat
want
hetzelfde als
oorzaak-gevolg
vergelijking
reden

Slide 13 - Sleepvraag

"Nederland staat als het gaat om leerprestaties in de middenmoot. De leesvaardigheid van Nederlandse tieners blijkt echter flink te zijn gedaald, tot onder het gemiddelde niveau in vergelijkbare landen."

Noteer het signaalwoord.

Slide 14 - Open vraag

Bij welk verband hoor het signaalwoord van de vorig vraag?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling

Slide 15 - Quizvraag

"De Pisa-test verdeelt jongeren in zes vaardigheidsniveaus. Een kwart van de Nederlandse jongeren haalt niveau 2 niet, het niveau waarmee iemand volgens de onderzoekers de taal genoeg beheerst om actief deel te kunnen nemen aan de moderne kennissamenleving."

Noteer het signaalwoord.

Slide 16 - Open vraag

Bij welk verband hoor het signaalwoord van de vorig vraag?
A
middel-doel
B
opsomming
C
tegenstelling
D
oorzaak-gevolg

Slide 17 - Quizvraag

"Opvallend is dat het leesplezier van vijftienjarigen in Nederland opvallend veel lager is dan in andere landen. 60 procent van de Nederlandse ondervraagden zegt alleen te lezen als het echt moet, bijvoorbeeld om informatie te vinden. Bijna de helft noemt lezen zelfs tijdverspilling. Slechts een op de vijf tieners vindt lezen een hobby."

Noteer het signaalwoord.

Slide 18 - Open vraag

Bij welk verband hoor het signaalwoord van de vorig vraag?
A
middel-doel
B
opsomming
C
tegenstelling
D
voorbeeld

Slide 19 - Quizvraag

Einde van deze les

Slide 20 - Tekstslide