In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom in de geschiedenisles!
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Lesdoelen
Griekse stadstaten
Atheense democratiespel
Opdrachten
Afsluiting
Slide 4 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Lesdoelen
Herhaling
Griekse stadstaten
Opdrachten
Afsluiting
Slide 5 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
Waarom hadden de Grieken koloniën buiten Griekenland?
Hoe werd Athene een democratie?
Hoe werkte de democratie van de Grieken?
Je kunt uitleggen wat een ostracisme is
Slide 6 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat cultuur is
A
Alle soorten gereedschap die een groep gebruikt
B
Alle gebruiken en gewoonten van een groep mensen
C
Alle soorten eten die mensen eten
D
Alle soorten dieren die mensen houden
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat is een ander woord voor stadstaat?
A
Polis
B
Urbaan
C
Pre-agrarische stad
D
Dorp
Slide 9 - Quizvraag
Wat was de reden voor de Grieken om koloniën te stichtten buiten Griekenland?
A
De hoge priester had een visie gekregen van de oppergod Zeus. Ze kregen de opdracht om heel het Middellandse zeegebied te veroveren. Dit deden ze via koloniën.
B
Door het verliezen van een wedstrijd werden sommige mensen verbannen, deze mensen vertrokken op hun beurt naar een ander gebied. Op deze manier ontstonden er koloniën
C
Door het ruwe landschap van Griekenland kon er niet genoeg aan landbouw worden gedaan en ontstond er een voedseltekort. koloniën waren hier de oplossing voor.
D
Door de constante onderlinge oorlogen was het nooit zeker of de stadstaat zou blijven bestaan. Via koloniën hadden ze een plek om naartoe te vluchten.
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Noem de namen van een aantal stadstaten
Slide 12 - Open vraag
De oude Grieken
Stadstaat (polis)
Griekse stad met het gebied eromheen
bijvoorbeeld Athene, Sparta, Corinth etc,
Op dit plaatje zie je een stadstaat met het omliggende gebied.
In Griekenland had je verschillende stadstaten bijvoorbeeld Athene, Sparta, Corinth etc.
Stadstaat --> een Griekse stad met het gebied er omheen
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
De oude Grieken
20% van de bodem was geschikt voor landbouw
Dementer, godin van de landbouw
Rond 800 V.Chr. trokken veel Grieken weg
Koloniën: Grondgebied van een Griekse stadstaat buiten Griekenland
De stadstaten hadden ook gebied buiten Griekenland. Dit noemen we koloniën. In deze koloniën lieten de Grieken spullen verbouwen/maken, bijvoorbeeld graan, om dit weer van hun eigen stadstaat te vervoeren.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Welke vier bestuursvormen heb je gezien in het filmpje?
Slide 17 - Open vraag
De Atheners hadden een democratie. Alle mannen met burgerschap mochten stemmen. In dit schema zie je hoe zij dit hadden geregeld. Uit de volksvergadering werd de raad van 500 gekozen, uit deze 500 mannen werden er weer 50 gekozen om het dagelijks bestuur van de stadstaat te regelen.
Slide 18 - Tekstslide
Blz. 29
Buste van Solon (ca. 636 V.Chr. - va. 558 V.Chr.)
Slide 19 - Tekstslide
Einde van alle problemen?
Nog steeds veel verschil tussen arm en rijk
Kleisthenes: voorkomen dat een persoon teveel macht zou krijgen --> Ostracisme (ostrakon is oud-Grieks voor scherf) of schervengericht (rechtbank). Verbannen van bepaalde mensen uit de gemeenschap voor een bepaalde tijd.
Slide 20 - Tekstslide
Atheense democratiespel
Aan het begin van iedere dag moeten wij het volkslied zingen voordat de lessen beginnen.
Geschiedenis moet een verplicht vak worden voor alle vier jaren mavo.
De school moet gratis broodjes geven aan de leerlingen tijdens de pauzes.
Wel stemmen: mannen die genoeg verdienden
Niet stemmen: vrouwen, slaven, vreemdelingen, kinderen
Slide 21 - Tekstslide
Democratie
Democratie
Directe democratie (oude Grieken): zelf stemmen op wetsvoorstellen
Indirect democratie (Nederland): mensen kiezen die stemmen op deze wetsvoorstellen
In Athene konden alle mannen die deel waren van de volksvergadering stemmen op wetsvoorstellen, dit noem je een directe democratie. In Nederland gaat dit anders. Wij kiezen volksvertegenwoordigers om voor ons te stemmen. Met 10 miljoen mensen 40 keer per jaar op een plein bijeenkomen is namelijk niet te doen. Dit noem je een indirecte democratie.
Slide 22 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen de Atheense democratie en de Nederlandse democratie?