zandberg
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke sport speel jij?
(schrijf je antwoord op in het nederlands)
(schrijf je antwoord op in het nederlands)
Slide 3 - Open vraag
Type nu jou sport hier onder in het Engels.
Slide 4 - Open vraag
Welke sport zie je op het plaatje?
A
soccer
B
hockey
C
dance
D
tennis
Slide 5 - Quizvraag
Welke van deze 4 dingen is geen sport?
A
soccer
B
hockey
C
food
D
basketball
Slide 6 - Quizvraag
Welke sport zie je op het plaatje?
A
soccer
B
hockey
C
dance
D
tennis
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Welk dier is dit?
A
cat
B
snake
C
rabbit
D
dog
Slide 9 - Quizvraag
Welk dier is een 'cat'?
Slide 10 - Open vraag
Welke van deze vier is geen dier?
A
dog
B
jeans
C
cow
D
pig
Slide 11 - Quizvraag
Welke van deze vier is een varken?
A
dog
B
sheep
C
pig
D
cow
Slide 12 - Quizvraag
Welke van deze vier is een koe?
A
dog
B
sheep
C
pig
D
cow
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Welke van deze 4 is geen eten?
A
bear
B
spaghetti
C
sushi
D
bread
Slide 15 - Quizvraag
Welk eten zie je op dit plaatje?
A
banana
B
apple
C
strawberry
D
mango
Slide 16 - Quizvraag
Welk eten zie je op dit plaatje?
A
pasta
B
fries
C
hotdog
D
banana
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekend 'eten' in het Engels?
A
car
B
chair
C
table
D
food
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Welk kledingstuk zie je op dit plaatje?
A
sweater
B
shirt
C
jeans
D
shoes
Slide 20 - Quizvraag
Welk kledingstuk zie je op dit plaatje?
A
sweater
B
shirt
C
jeans
D
shoes
Slide 21 - Quizvraag
Welk kledingstuk zie je op dit plaatje?
A
sweater
B
shirt
C
jeans
D
shoes
Slide 22 - Quizvraag
Welk kledingstuk zie je op dit plaatje?
A
sweater
B
shirt
C
jeans
D
shoes
