Week 1.3

Mens en Maatschappij
Klas 2 periode 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Mens en Maatschappij
Klas 2 periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Wat weten jullie nog?

Slide 2 - Tekstslide

Geestelijken
Edelen
Burgers en boeren
1e stand:
geen belasting, veel rechten.
2e stand:
geen belasting, veel rechten.
3e stand:
wel belasting, weinig rechten.

Slide 3 - Sleepvraag

Standenmaatschappij

Slide 4 - Woordweb

Hoe veranderde het denken over de vrijheid in de 18e eeuw?

Slide 5 - Open vraag

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoelen
Video: Franse Revolutie
Uitleg De Franse Revolutie
Zelfstandig werken
Lesdoelen checken

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les weten wij de volgende begrippen uitleggen: revolutie, republiek en democratie.

  • Aan het einde van de les weten wij hoe de Franse Revolutie begon.

  • Aan het einde van de les weten wij wat de gevolgen waren van de Franse Revolutie.

Slide 8 - Tekstslide

De Franse Revolutie
Op 14 juli herdenken de Fransen het begin van de Franse Revolutie.

Na deze revolutie werd Frankrijk namelijk een republiek en kreeg het een democratie.

wat betekenen die begrippen ook alweer?

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een republiek?
A
een land met een koning
B
een land met een president
C
een land zonder koning
D
een land zonder regering

Slide 10 - Quizvraag

De Franse revolutie
Revolutie= snelle en totale verandering.

Republiek= een republiek is een land waarin het staatshoofd op een bepaalde manier gekozen wordt.

Democratie= een democratie is een land met een bestuursvorm waarin het volk regeert.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een democratie?
A
De leider van een land wordt opgevolgd door zijn/haar kind.
B
De leider van een land wordt gekozen door het volk.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe ontstond de revolutie?
Lodewijk XVI (16e) was de koning in 1788. Hij was een achterkleinkind van Lodewijk XIV (14e).

In dat jaar steeg de prijs van voedsel, omdat de oogsten mislukten --> burgers en boeren leden honger en waren ontevreden, want ze moesten alsnog belasting betalen.

1789: Lodewijk XVI riep de Staten-Generaal bijeen, omdat hij meer geld wilde.

Slide 13 - Tekstslide

Wie behoorden tot de Staten-Generaal?
A
Burgers en boeren
B
Rijke burgers
C
Geestelijken
D
Edelen

Slide 14 - Quizvraag

Hoe ontstond de Franse revolutie
De rijke burgers wilden alleen geld geven, als ze inspraak kregen. De koning gaf hun gelijk en beloofde meer macht.

De arme burgers van Parijs geloofden hem niet en kwamen in opstand!

”Vrijheid, gelijkheid en broederschap!” 14 juli 1789 – bestorming de Bastille.

 

Slide 15 - Tekstslide

Gevolgen Franse revolutie
  • De standenmaatschappij werd afgeschaft
  • Alle inwoners in Frankrijk kregen gelijke rechten
  • Vrijheid van meningsuiting
  • Democratie
  • De koning verloor zijn macht en werd in 1793 onthoofd

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Opdrachten 13, 14, 15, 16, 17, 18

Klaar?
1. maak opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12 af.
2. maak keuzemenu A
3. maak keuzemenu B

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoelen checken

Slide 18 - Tekstslide

een land waar het staatshoofd gekozen wordt
een land met een bestuursvorm waarin het volk regeert
snelle en totale verandering
revolutie
republiek
democratie

Slide 19 - Sleepvraag

Hoe begon de Franse Revolutie?

Slide 20 - Open vraag

Gevolgen Franse Revolutie

Slide 21 - Woordweb