Identiteit

wat heb je nodig:
lesboek
werkboek
conceptenkaart
schrift en pen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

wat heb je nodig:
lesboek
werkboek
conceptenkaart
schrift en pen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Concept-context benadering
kernconceptenkaart: theorie

context = inhoud theorie koppelen aan de actualiteit

Slide 3 - Tekstslide

De samenleving en ik
Par. 1.1 Identiteit

Doel:
- je kan uitleggen wat identiteit precies is. 
- je weet wat een referentiekader is.
- je (her)kent 3 aspecten van identiteit
- je kan uitleggen wat identiteit precies is. 
- je weet wat eDe samenleving en iken referentiekader is.
- je (her)kent 3 aspecten van identiteit

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het begrip identiteit

Slide 6 - Woordweb

Persoonlijke identiteit
wie ben ik?

Slide 7 - Tekstslide


Schrijf 5 zinnen op die:
- beginnen met 'Ik ben....', 

                                     Wissel daarna met je buurman of buurvrouw
         over wat je hebt opgeschreven. 
Vul eventueel aan
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Persoonlijke Identiteit
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, uitdraagt en anderen voorhoudt.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Amy Winehouse draagt een bepaald beeld uit over zichzelf. 
Schrijf 5 dingen op die ze volgens jou wil uitstralen


Slide 11 - Tekstslide

Wat is jouw identiteit ?
Met andere woorden: wat wil jij uitstralen?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is jouw sociale identiteit, oftewel: tot welke groepen reken jij jezelf? Schrijf ze op
het zijn er meer dan je denkt!

Slide 13 - Woordweb

Identiteit = kernconcept
- Het beeld dat je van jezelf hebt,
- dat je uitdraagt naar anderen
- wat je als kenmerkend en blijvend beschouwd
- en wat is afgeleid van de groepen waar je 
wel/niet bijhoort.

Slide 14 - Tekstslide

Collectieve identiteit


Datgene wat mensen kenmerkend en blijvend vinden aan een groep


Bijvoorbeeld: eigen taal, vlag of symbolen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Het beeld dat iemand van zichzelf heeft
Het deel dat past bij de groepen waar iemand deel van uitmaakt.
Het beeld dat de samenleving heeft van een groep en het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vindt.
Persoonlijke identiteit
Sociale identiteit
Collectieve identiteit

Slide 18 - Sleepvraag


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Mensen die bij een vereniging horen, kijken vaak meer naar elkaar om, steunen elkaar soms financieel als het nodig is en hebben eigen regels en wetten.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 19 - Quizvraag


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'De leden van sportvereniging X vinden het belangrijk dat ze motivatie hebben, hun best doen en proberen te winnen.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 20 - Quizvraag


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Ik denk dat ik sociaal, vriendelijk en behulpzaam ben. Ik vind mezelf over het algemeen wel een aardig mens.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 21 - Quizvraag

Maar hoe kom je aan je identiteit?????

Slide 22 - Tekstslide

referentiekader

Slide 23 - Tekstslide

Wat zie je hier?

Slide 24 - Tekstslide

Referentiekader
Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt.

Slide 25 - Tekstslide

1.3: Maar: 
Hoe kom je aan  je referentiekader?
dus:
Hoe kom je aan je waarden je normen je opvattingen etc?

Slide 26 - Tekstslide

timer
3:00
in tweetallen even over
wisselen en opschrijven

Slide 27 - Woordweb

socialisatoren
gezin
vrienden
sportclub
werk
kerk
social media

Slide 28 - Tekstslide

Socialisatie   ( kernconcept) :

Het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groepen en de samenleving waartoe jij behoort .
Het proces bestaat uit opvoeding opleiding en andere vormen van omgang met anderen


ouders dragen de cultuur over   = overdracht 
kind ontvang de cultuur               = verwerving

Slide 29 - Tekstslide

4

Slide 30 - Video

Bijzondere vormen van socialisatie
Politieke socialisatie ( politieke cultuur)

Enculturatie. voorbeeld:

Acculturatie. voorbeeld: 
 

Slide 31 - Tekstslide

Het proces van overdracht en verwerving van de politieke cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren.
Bijzondere vormen van socialisatie
Het aanleren en verwerven van de cultuur waarin iemand is opgegroeid.
Het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen daaruit dan waarin iemand is opgegroeid.
Politieke socialisatie
Enculturatie
Acculturatie

Slide 32 - Tekstslide

Geef van alle drie een voorbeeld
Schrijf  ze op.

Slide 33 - Tekstslide


Om welke vorm van socialisatie gaat het?
'Irma is 19 jaar en woont in Nederland. Irma is in Suriname geboren en heeft daar 1 jaar gewoond. Daarna is ze naar Nederland verhuisd. Doordat ze zo jong naar Nederland is verhuist, voelt ze zich ook echt een Nederlandese en heeft ze nog weinig met Suriname.'
A
Politieke socialisatie
B
Enculturatie
C
Acculturatie

Slide 34 - Quizvraag


Om welke vorm van socialisatie gaat het?
'Eriks opa en oma komen oorspronkelijk uit Duitsland, maar zijn toen zij nog jong waren naar Nederland verhuist. Hierbij hebben zij zich de Nederlandse cultuur eigen gemaakt.'
A
Politieke socialisatie
B
Enculturatie
C
Acculturatie

Slide 35 - Quizvraag