Genotmiddelen

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 300 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Welkom Klas! 
  • Ga allemaal op je plek zitten. 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Vorige les

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Genotmiddelen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je ontdekt wat de risico’s van het gebruik van genotsmiddelen zijn. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie van
Genotmiddelen

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Genotmiddel?
- Van genotmiddelen kun je genieten. 
- Bij genotmiddelen kun je denken aan:
Energiedrankje, alcohol, tabak, drugs enz.
 
- Voor veel mensen kan het gebruik ervan een gewoonte geworden.
- Stoppen met iets waaraan je gewend bent, kan moeilijk zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verslaafd aan genotmiddelen
Lichamelijk verslaafd: 
- Als je stopt krijg je lichamelijke klachten.
- Dit zijn afkickverschijnselen, zoals hoofdpijn, trillen en zweten.
- Je lichaam wil eigenlijk niet zonder het middel.
 Geestelijk verslaafd.
- Je denkt dat je niet zonder genotmiddel kan. Je voelt je niet prettig.
- Je kunt alleen maar aan het genotmiddel denken.
Sociaal verslaafd.
Je mist het contact met de mensen met wie je een genotmiddel gebruikt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je van deze stelling?
Het is je eigen schuld als je verslaafd raakt.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Effecten op langere termijn
- Lichamelijke afhankelijkheid 
- Geestelijke afhankelijkheid 
- Het risico op schade van de lichamelijke gezondheid. 
- Verminderde of slechte lichamelijke conditie / uithoudingsvermogen.
- Hoesten en / of kortademig. 
- Stinken naar rook (van onder andere haren, kleding en huiskamer).
- Ontwenningsverschijnselen zoals gespannen-, rusteloos- en prikkelbaarheid, slapeloosheid en lichamelijke klachten zoals bijvoorbeeld buik- en hoofdpijn.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoffen in een sigaret

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je van deze stelling?
Als je wilt stoppen met roken, lukt dat je makkelijk.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Alcohol

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over alcohol?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je van deze stelling?
Alcohol drinken hoort erbij.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Korte termijneffecten
1-3 glazen: je voelt je los
3-7 glazen: aangeschoten, remmingen verminderen
7-15 glazen: dronken
15-20 glazen: laveloos, zintuigen raken verdoofd
20-25+ glazen: knock-out, hartslag kan stoppen!



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lange termijneffecten
  • beschadiging organen
  • geheugenproblemen
  • verslavend
  • hartritmestoornissen
  • verzwakt hart

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over drugs?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Drugs
Drugs zijn stoffen die je hersenen beïnvloeden.
Ze kunnen:
- verdoven                               (downers)
- oppeppen                              (uppers)
- je bewustzijn veranderen      (trippers)

Voorbeelden van drugs:
- Tabak en  Alcohol
- Soft- en harddrugs 
- Slaap- en kalmeringsmiddelen
- Cafeïne en XTC

Het kan je ontspannen en laat je dingen (een moment) vergeten.

Drugs beïnvloedt je hersenen:
Het denken, voelen en 
wat je om je heen ziet en hoort.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drugs kun je verdelen in 2 groepen

Harddrugs:  Vb. Cocaïne, GHB, Heroïne, LSD, XTC en Amfetamine. 
Harddrugs = drugs met een groot risico voor de gezondheid. 
Ze zijn illegaal en het bezit van deze middelen is strafbaar.

 Softdrugs:  Vb. Hasj, Weed, tabak en Cafeïne.  
Softdrugs = minder schadelijk voor de gezondheid dan harddrugs. MAAR OOK SCHADELIJK!
In Nederland in beperkte mate legaal, mag verkocht worden bij Coffeeshops.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je deze stelling?
Blowen/drinken/drugs gebruiken is alleen leuk in een groep.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Genotmiddelen

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je ontdekt wat de risico’s van het gebruik van genotsmiddelen zijn
-Je leert onder andere het maken van een poster 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Wat: Ontwikkel een bierviltje om   
alcoholgebruik onder jongeren
te beperken. Zie boek blz 298




timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muzikant

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
Wat? Ontwerp een poster die mensen
aanmoedigen om te stoppen met roken. 
Hoe? Drietal

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boek
Maak 7.1
blz 249 tot 256

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel sterren geef jij deze les en waarom?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies