Genotmiddelen

Genotmiddelen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 300 min

Onderdelen in deze les

Genotmiddelen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie van
Genotmiddelen

Slide 2 - Woordweb

Genotmiddel?
- Van genotmiddelen kun je genieten.
- Genotmiddelen worden door bijna iedereen gebruikt. 
- Bij genotmiddelen kun je denken aan:
thee, koffie, cola, alcohol, tabak, chocolade, drugs enz.
 
- Voor veel mensen kan het gebruik ervan een gewoonte geworden.

- Stoppen met iets waaraan je gewend bent, kan moeilijk zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Verslaafd =
Je kunt niet stoppen met een genotmiddel
Lichamelijk verslaafd: 
- Als je stopt krijg je lichamelijke klachten.
- Dit zijn afkickverschijnselen, zoals hoofdpijn, trillen en zweten.
- Je lichaam wil eigenlijk niet zonder het middel.
 
Geestelijk verslaafd.
- Je denkt dat je niet zonder genotmiddel kan. Je voelt je niet prettig.
- Je kunt alleen maar aan het genotmiddel denken.

Sociaal verslaafd.
Je mist het contact met de mensen met wie je een genotmiddel gebruikt.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat vind je van deze stelling?
Het is je eigen schuld als je verslaafd raakt.

Slide 6 - Open vraag

Effecten op langere termijn
- Lichamelijke afhankelijkheid 
- Geestelijke afhankelijkheid 
- Het risico op schade van de lichamelijke gezondheid. 
- Verminderde of slechte lichamelijke conditie / uithoudingsvermogen.
- Hoesten en / of kortademig. 
- Stinken naar rook (van onder andere haren, kleding en huiskamer).
- Ontwenningsverschijnselen zoals gespannen-, rusteloos- en prikkelbaarheid, slapeloosheid en lichamelijke klachten zoals bijvoorbeeld buik- en hoofdpijn.

Slide 7 - Tekstslide

Stoffen in een sigaret

Slide 8 - Tekstslide

Wat vind je van deze stelling?
Als je wilt stoppen met roken, lukt dat je makkelijk.

Slide 9 - Open vraag

Effecten op korte termijn
- Bij lichte dosis opwekkend, milde stimulatie, opgewekt. 
- Bij lichte dosis het bevorderen van de concentratie, leren. 
- Bij hogere doseringen geldt het tegendeel. 
- Met een lichte dosis bedoelen wij 1 of 2 sigaretten per dag. 
-Ontspannen, rustig

Slide 10 - Tekstslide

Alcohol

Slide 11 - Tekstslide

Wat weet je over alcohol?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Video

Wat vind je van deze stelling?
Alcohol drinken hoort erbij.

Slide 14 - Open vraag

Het effect van alcohol

De 5 verschillende fasen:

- Ontspannen, ontremd -> 1-3 glazen

- Aangeschoten -> 3-7 glazen

- Dronken, zat -> 7 - 15 glazen

- Laveloos -> 15 - 20 glazen

- Knock-out -> 20 - 25+ glazen


Lange termijn effecten:

Slide 15 - Tekstslide

Korte termijneffecten
1-3 glazen: je voelt je los
3-7 glazen: aangeschoten, remmingen verminderen
7-15 glazen: dronken
15-20 glazen: laveloos, zintuigen raken verdoofd
20-25+ glazen: knock-out, hartslag kan stoppen!


1 glas-> 1,5 uur afbreken


Slide 16 - Tekstslide

Lange termijneffecten
  • beschadiging organen
  • geheugenproblemen
  • verslavend
  • hartritmestoornissen
  • verzwakt hart

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat weet je over drugs?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Video

Drugs
Drugs zijn stoffen die je hersenen beïnvloeden.

Ze kunnen:
- verdoven                               (downers)
- oppeppen                              (uppers)
- je bewustzijn veranderen      (trippers)

Voorbeelden van drugs:
- Tabak en  Alcohol
- Soft- en harddrugs (hasj, wiet, cocaïne)
- Slaap- en kalmeringsmiddelen
- Cafeïne en XTC

Het kan je ontspannen en laat je dingen (een moment) vergeten.

Drugs beïnvloedt je hersenen:
Het denken, voelen en 
wat je om je heen ziet en hoort.

Slide 21 - Tekstslide

Drugs kun je verdelen in 2 groepen

Harddrugs:  Vb. Cocaïne, GHB, Heroïne, LSD, XTC en Amfetamine. 
Harddrugs = drugs met een groot risico voor de gezondheid. 
Ze zijn illegaal en het bezit van deze middelen is strafbaar.

 Softdrugs:  Vb. Hasj, Weed, tabak en Cafeïne.  
Softdrugs = minder schadelijk voor de gezondheid dan harddrugs. MAAR OOK SCHADELIJK!
In Nederland in beperkte mate legaal, mag verkocht worden bij Coffeeshops.

Slide 22 - Tekstslide

Wat vind je deze stelling?
Blowen/drinken/drugs gebruiken is alleen leuk in een groep.

Slide 23 - Open vraag

Opdracht genotmiddel: Alcohol
- Waarom drinken jongeren?
- Percentage jongeren dat drinkt en hoeveel jongeren drinken. Wat drinken jongeren vooral (meisjes / jongens)?
- Kies 1 filmpje op internet over alcohol: Dit filmpje duurt max. 3 minuten, leg uit waarom je dit filmpje toont
- Alcohol: hoeveel alcohol zit er in welk drankje?
- Is het gebruik van alcohol verslavend (lichamelijk, geestelijk, sociaal)?
- Wat doet alcohol met je lichaam?  * Korte termijn   * Lange termijn
- Fasen van dronkenschap en info over comazuipen
- Alcohol en verkeer
- Wat zegt de wet over alcohol?
- Discussie in de klas. Bedenk een stelling waarover je wilt praten met de klas (3 minuten)
- Maak een poster waarmee je het drinken van jongeren wilt voorkomen
- Wist je dat .....

Slide 24 - Tekstslide

Roken

Slide 25 - Tekstslide