Avoir + être

ÊTRE ET AVOIR
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

ÊTRE ET AVOIR

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

maak het rijtje van avoir,
typ in j'... , tu..., il/elle/on..., nous ..., vous ..., ils/elles ...
timer
1:00

Slide 4 - Open vraag

maak het rijtje van être
typ in je... , tu..., il/elle/on..., nous ..., vous ..., ils/elles ...

Slide 5 - Open vraag

wij zijn
A
vous êtes
B
nous avons
C
ils sont
D
nous sommes

Slide 6 - Quizvraag

jullie hebben, u heeft
A
nous avons
B
vous avez
C
vous avons
D
nous avez

Slide 7 - Quizvraag

zij zijn (vrouwelijk meervoud)
A
elle a
B
elles ont
C
elle est
D
elles sont

Slide 8 - Quizvraag

ik heb - ik ben
A
j'ai - je suis
B
je suis - j'ai
C
je ai-j'suis
D
j'suis - je ai

Slide 9 - Quizvraag

mijn broer is = ........ ..........
A
nous sommes
B
il est
C
ils sont
D
vous êtes

Slide 10 - Quizvraag

Sofie et Marianne zijn = .......... ...................
A
elles sont
B
nous sommes
C
elles ont
D
vous êtes

Slide 11 - Quizvraag

vertaal: wij hebben een huis

Slide 12 - Open vraag

vertaal: ik ben groot

Slide 13 - Open vraag

vertaal: ik ben 13 jaar

Slide 14 - Open vraag

Welke vergissing maak jij altijd met être en avoir?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide