H1S1 voor- nadelen absolutisme koning en volk

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Pruiken en revoluties

Slide 2 - Tekstslide

Pruiken en Revoluties - 1700-1800

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

H1: ik kan een beeld vormen van de revoluties in de 18e eeuw, door (r):
1.1. Je benoemt voor- en nadelen van absolutisme vanuit het perspectief van zowel de koning als het volk. (r) (6.2.1)

1.2. Je kan vanuit een bron de drie standen benoemen en waarom ze van elkaar verschillen. (r) (6.2.2.)
(6.2.1)
Vanaf nu staat er achter de subdoelen tussen haakjes de paragraaf uit tijd voor geschiedenis waar je informatie kan vinden. 
Andere opzet aantekeningen
Om je voor te bereiden op leerjaar 3 gaan we minder klassikaal aantekeningen noteren. Vanuit de instructie van Simon en de methode ga je meer zelfstandig de aantekeningen opschrijven.

Slide 5 - Tekstslide

In hoofdstuk 5, paragraaf 5, is beschreven hoe koning Lodewijk XIV de absolute macht greep in Frankrijk (ancien regime). Zijn opvolgers, Lodewijk XV en Lodewijk XVI, geloofden ook in het idee van een droit divin. De vorsten vonden dus dat de vorsten alleen verantwoording af hoefden te leggen aan God. Maar beide koningen konden geen oplossingen vinden voor de langlopende problemen in Frankrijk:

Slide 6 - Tekstslide

De staatskas was leeg en de staatsschuld nam toe.
Verschillende oorlogen kostten de staatskas veel geld.
Het luxe hofleven in Versailles moest betaald worden.
De inkomsten van belastingen vielen tegen.
De adel en geestelijkheid weigerden belastingen te betalen. Adel en geestelijkheid vonden dat dit de verantwoordelijkheid was van het volk, dat steeds armer werd. Het volk kon dit ook niet meer opbrengen.


Het bestuur en leger functioneerden slecht.
Lodewijk XV en XVI hadden weinig interesse in het bestuur en namen daarom vaak verkeerde beslissingen.
De adel en geestelijken hadden veel politieke macht. Wetten die door de koning werden opgesteld, werden dus niet overal doorgevoerd.
Er waren te weinig goede ambtenaren.
Het leger raakte verzwakt door te weinig investeringen.

Slide 7 - Tekstslide

De standenmaatschappij zorgde voor ongelijkheid en onvrede.

De uit de middeleeuwen stammende standenmaatschappij was voordelig voor de geestelijkheid (Eerste Stand) en de adel (Tweede Stand). Het overgrote deel van de bevolking (97%) behoorde tot de boeren en stedelingen (Derde Stand) die in welvaart, belastinginning, rechtspraak, bestuursinspraak achtergesteld waren. De boeren en burgers eisten dat daar verandering in zou komen.

Standenmaatschappij
Samenleving waarin de bevolking bij geboorte is ingedeeld in een bepaalde groep met eigen rechten en plichten.
De drie standen zijn geestelijkheid, adel en boeren en burgers.
1. geestelijkheid
2. adel
3. boeren en burgers

Slide 8 - Tekstslide

1.1. Je benoemt voor- en nadelen van absolutisme vanuit het perspectief van zowel de koning als het volk. (r) (6.2.1)
- Lees paragraaf 6.2.1 en 6.2.2. en noteer het antwoord van subdoel 1.1. in je aantekeningenschrift.

- Maak de opdrachten van paragraaf 6.2.

Slide 9 - Tekstslide

Voordelen voor het volk:
Stabiliteit en orde: Een sterke, centrale macht kan zorgen voor stabiliteit en orde, wat gunstig kan zijn voor het dagelijks leven.

Efficiëntie: Beslissingen kunnen snel worden genomen, wat kan leiden tot efficiënte uitvoering van beleid.

Nadelen voor het volk:
Gebrek aan inspraak: Het volk heeft weinig tot geen invloed op de beslissingen die worden genomen.

Onderdrukking: Absolutisme kan leiden tot onderdrukking en schending van mensenrechten.

Ontevredenheid: Als de koning beslissingen neemt die niet in het belang van het volk zijn, kan dit leiden tot ontevredenheid en sociale onrust.

Voordelen voor de koning:
Volledige controle: De koning heeft de volledige macht en kan beslissingen nemen zonder tegenstand.

Snelle besluitvorming: Beslissingen kunnen snel worden genomen zonder lange discussies of onderhandelingen.

Stabiliteit: Een sterke, centrale macht kan zorgen voor stabiliteit en orde in het land.

Nadelen voor de koning:
Verantwoordelijkheid: De koning draagt de volledige verantwoordelijkheid voor alle beslissingen en gevolgen.

Risico op opstand: Als het volk ontevreden is, kan dit leiden tot opstanden en rebellie.

Isolatie: De koning kan geïsoleerd raken en niet goed op de hoogte zijn van de behoeften en wensen van het volk.


Slide 10 - Tekstslide