5.4 Zwaartekracht

Zwaartekracht
Hoofdstuk 5
Paragraaf 4
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Zwaartekracht
Hoofdstuk 5
Paragraaf 4

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Leerdoelen
Uitleg paragraaf 4
Oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert hoe groot de zwaartekracht is die op de aarde op voorwerpen werkt;

Je leert welke krachten de zwaartekracht kunnen opheffen. 

Slide 3 - Tekstslide

Maken
Hoofdstuk 5
Paragraaf 3

Opgaven: 37 + 39

Slide 4 - Tekstslide

Wat is zwaartekracht?

Slide 5 - Open vraag

Zwaartekracht
De aantrekkingskracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. 

Hierdoor vallen voorwerpen naar beneden. 


De eenheid voor kracht is newton (N). 

Slide 6 - Tekstslide

In de ruimte werkt de zwaartekracht ook.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

De eenheid van kracht in kg.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Zwaartepunt
Het zwaartepunt ligt in het midden. 

Het zwaartepunt geef je aan met de letter Z. 

Maken opgave 56

Slide 9 - Tekstslide

Zwaartekracht berekenen
Zwaartekracht = massa x 10

Zwaartekracht in newton (N)
Massa in kilogram (kg)

Slide 10 - Tekstslide

Je hebt een gewicht van 2 kg.
Hoe groot is de zwaartekracht die op de gewichten werkt?

Gebruik de formule:  zwaartekracht = massa x 10

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen
Opgaven: 51, 53 en 54

Slide 12 - Tekstslide