P5-les5-Verandering sociale ongelijkheid

Wat weten we nog van de vorige keer?
Wie zijn de zwakkere groepen op de arbeidsmarkt

Wat is de subjectieve arbeidsmarktkans?

Wat zijn de 4 componenten van sociale uitsluiting?


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat weten we nog van de vorige keer?
Wie zijn de zwakkere groepen op de arbeidsmarkt

Wat is de subjectieve arbeidsmarktkans?

Wat zijn de 4 componenten van sociale uitsluiting?


Slide 1 - Tekstslide

Wat willen we vandaag bereiken?
* Je maakt kennis met de 'digitale kloof' en 
het 'vrouwenquotum'.
* Je snapt hoe de sociale ongelijkheid is 
veranderd door:
1. Europeanisering en globalisering  
2. Informatisering en digitalisering  
3. Veranderende man-vrouw verhouding  
4. Stijging opleidingsniveau  
5. Ontwikkeling naar postindustriële samenleving  

Slide 2 - Tekstslide

Europeanisering en globalisering
Sociale ongelijkheid is toegenomen door europeanisering en globalisering:

- Loonkosten zijn relatief hoog, waardoor kapitaal en 
werkgelegenheid naar het buitenland verdwijnen. 
Daardoor kan de werkgelegenheid in Nederland bedreigd worden.

- Er komen migratiestromen op gang van arme naar rijke landen waardoor er in Nederland een nieuwe onderklasse ontstaat van migranten met lage inkomens. 

Slide 3 - Tekstslide

Informatisering en digitalisering
Sociale ongelijkheid is toegenomen 
door informatisering en digitalisering:

- Digitale kloof: De sterken in onze maatschappij zijn beter in staat de nieuwe technologie te gebruiken dan de zwakkeren. 

- Grote verschillen in digitale vaardigheden tussen jongeren en ouderen.

- Grote verschillen tussen lager en hoger opgeleiden. 

Slide 4 - Tekstslide

3

Slide 5 - Video

01:12
Herken jij dat het contact tussen een oudere en een jongere iets 'magisch' kan hebben?
A
Nee, nooit
B
Nou, heel af en toe wel eens
C
Ja, soms wel
D
Ja, regelmatig

Slide 6 - Quizvraag

02:18
Gebruik de beschrijving van sociale ongelijkheid om uit te leggen dat de digitale kloof leidt tot sociale ongelijkheid.
(Een situatie waarin (niet) aangeboren kenmerken gevolgen hebben voor de maatschappelijke positie en leiden tot verschillen in de verdeling van schaarse en hoog gewaardeerde zaken, van waardering en behandeling).

Slide 7 - Open vraag

03:33
Er zijn 4 componenten van sociale uitsluiting. Bij welke past de 'digitale kloof' het beste?
A
Beperkte sociale en politieke participatie
B
Beperkte normatieve integratie
C
Tekort aan elementaire levensbehoeften
D
Geringe toegang tot sociale grondrechten

Slide 8 - Quizvraag

Veranderende man-vrouw verhouding
Sociale ongelijkheid is afgenomen wat betreft man-vrouw verhouding:

- De emancipatiebeweging van vrouwen heeft ertoe bijgedragen, dat de maatschappelijke mogelijkheden van vrouwen zijn toegenomen. 

- Desondanks is de sociale ongelijkheid tussen mannen en vrouwen nog altijd aanzienlijk. 
   

Slide 9 - Tekstslide

3

Slide 10 - Video

01:27
Herken jij dat de verhouding van het aantal mannen/jongens VS vrouwen/meisjes gevolgen heeft voor de cultuur in een groep?
A
Nee, nooit
B
Nou, heel af en toe wel eens
C
Ja, soms wel
D
Ja, regelmatig

Slide 11 - Quizvraag

02:26
Gebruik de beschrijving van sociale ongelijkheid om uit te leggen dat er ongelijkheid is tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt.
(Een situatie waarin (niet) aangeboren kenmerken gevolgen hebben voor de maatschappelijke positie en leiden tot verschillen in de verdeling van schaarse en hoog gewaardeerde zaken, van waardering en behandeling).

Slide 12 - Open vraag

03:22
Wat hebben de openingstijden van winkels te maken met ongelijkheid tussen mannen en vrouwen?

Slide 13 - Open vraag

Stijging opleidingsniveau 
De sociale ongelijkheid is toegenomen door stijging van opleidingsniveau:

- Het gemiddelde opleidingsniveau is aanzienlijk gestegen, waardoor de opleidingseisen voor een  bepaald type werk in de loop van de tijd zijn opgeschroefd: ‘diploma-inflatie’. 

- De mogelijkheid om een veeleisende en goed beloonde baan met carrièremogelijkheden te krijgen, hangt steeds meer af van hogere onderwijsdiploma’s.  
 

Slide 14 - Tekstslide

 Ontwikkeling naar postindustriële samenleving

De sociale ongelijkheid is afgenomen 
door de postindustriële samenleving:

- Dienstensector is toegenomen, industriële sector is afgenomen.

- Daardoor is het statusonderscheid tussen hoofd- en handarbeid afgenomen, en het belang van een goede opleiding voor iemands maatschappelijke positie is toegenomen.    

Slide 15 - Tekstslide