Ideologie achter CITO & Centraal Examen is dat iedereen gelijke kansen krijgt. Praktijk is anders.
Positietoewijzing: maatschappelijke oorzaken die van buitenaf op persoon/groep inwerken. bv: omgeving (schoon/niet), niveau onderwijs.
Slide 5 - Tekstslide
Positieverwerving: verkrijgen van maatschappelijke positie door eigen bijdrage. bv. gezonde keuzes, wel of niet werken (aan school).
Self-fulfilling prophecy: je denkt iets en daarmee wordt het ook waar. Bv: ik kan het toch niet, niet leren en onvoldoende halen
Slide 6 - Tekstslide
subjectieve arbeidsmarktkansen: minder hard een baan zoeken, omdat je denkt dat je minder kans maakt.
Tegelijkertijd is ook veel verbeterd: meer vrouwen, meer mensen met migratie-achtergrond in hoger onderwijs + minder in elementaire/lage beroepen.
Slide 7 - Tekstslide
De afwezigheid van kapitaal kan een oorzaak zijn voor ongelijkheid (denk aan: economisch, sociaal & cultureel kapitaal).
Slide 8 - Tekstslide
Nu:
Onder de 5.0: maak tekstverkenners 2-5 opdracht 7
Tussen 5.0 en 6.5: maak opdracht 7
Boven 6,5: huiswerk is facultatief.
Nakijken is onderdeel van huiswerk maken!!
Slide 9 - Tekstslide
Nu:
Start met het exact leren van de kernconcepten:
1. Sociale ongelijkheid
2. Macht
3. Individualisering
4. Rationalisering
5. Gezag
timer
5:00
Slide 10 - Tekstslide
Veranderingen mbt sociale ongelijkheid
Europeanisering & globalisering: sommige groepen hebben voordeel van open grenzen, anderen minder (nieuwe onderklasse en nieuwe bedrijven)
informatisering & digitalisering: digitale vaardigheden hebben leidt tot een voorsprong
Slide 11 - Tekstslide
veranderende man/vrouwverhouding: Zorgt voor meer gelijkheid
stijging opleidingsniveau: meer kansen, maar ook diploma-inflatie & zonder opleiding ongelijker
Slide 12 - Tekstslide
Ontwikkeling naar postindustriële samenleving: meer focus naar diensten dan producten wat betreft status. Verandering door theoretisch en praktisch ipv hoog- laagopgeleid als termen
Slide 13 - Tekstslide
Machtstheorieën
Macht heeft invloed op sociale (on)gelijkheid:
Theorie van Pluralisme: verschillende groepen hebben de macht, waaronder vakbonden.
Machtselitetheorie: kleine groep heeft veel macht. Zelfde type mag beslissingen nemen (ook binnen theorie van pluriform). elite heeft sleutelpositie en dat zijn steeds dezelfde mensen.
Slide 14 - Tekstslide
Nu:
Onder de 5.0: maak tekstverkenners 2-8 opdracht 7 en 8,9 of 10