pedagogiek, inrichting en materialen

Pedagogiek en inrichting
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

Pedagogiek en inrichting

Slide 1 - Tekstslide

Eerst even een...

Slide 2 - Tekstslide

In het begrip ’ontwikkelingspsychologie’ liggen twee woorden besloten, namelijk: ontwikkelen en psychologie.

Psychologie is:

A
de wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert.
B
de wetenschap die de ontwikkeling bestudeert.
C
de wetenschap die de groeiprocessen bestudeert.

Slide 3 - Quizvraag

Wij besteden veel tijd aan de omgang met andere mensen en de ontwikkeling van empathie.
De gevoelens van vertrouwen en veiligheid spelen hierbij een grote rol.
Met spelletjes trainen we de motorische en de zintuiglijke ontwikkeling.
De ontwikkeling van taal en de ontwikkeling van denken hangen nauw met elkaar samen.
De kinderen krijgen de ruimte voor ontwikkeling van de eigen wil en de bewustwording, en voor de vorming van de eigen opvattingen.
De kinderen worden zich ervan bewust dat ze een jongetje of een meisje zijn.
Sleep het ontwikkelingsaspect naar de juiste uitspraak. 
Cognitief
Emotioneel
Lichamelijk
Persoonlijkheid
Seksueel
Sociaal

Slide 4 - Sleepvraag


Wat is een ontwikkelingstaak?
A
Een bepaald kenmerkend gedrag dat hoort bij een ontwikkelingsfase.
B
Zijn taken die een kind of jongere beheerst.
C
Een stap die iedere persoon in zijn ontwikkeling moet nemen om verder te komen in die ontwikkeling.
D
Ontwikkelingstaken zijn ontwikkelingsgebieden, bijvoorbeeld de lichamelijke of cognitieve ontwikkelingstaak.

Slide 5 - Quizvraag


Wat is objectpermanentie?


A
De fase in de taalverwerving waarin de baby spraakklanken oefent.
B
De fase waarin de baby het besef krijgt dat mensen en voorwerpen blijven bestaan, ook als ze niet zichtbaar zijn.
C
De fase waarin de baby het besef krijgt dat mensen en voorwerpen kunnen verdwijnen, ook als ze zichtbaar zijn.
D
De fase waarin de baby objecten leert onderscheiden en de naam ervan kan geven.

Slide 6 - Quizvraag


Wat verstaat men onder temperament?
A
De aangeboren manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden.
B
De aangeleerde manier waarop iemand omgaat met bepaalde omstandigheden.
C
De aangeleerde manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden.
D
De opvolgende manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste definitie? Pedagogiek is de wetenschap die zich bezighoudt met:
A
de normale ontwikkeling &opvoeding van kinderen en jongeren
B
de opvoeding, zodat allen opgroeien tot volwaardige burgers
C
de ontwikkeling en opvoeding van kinderen van 0 tot 18 jaar
D
de afwijkende ontwikkeling van kinderen van 0 tot 18 jaar

Slide 8 - Quizvraag

............... hebben een invloed op het pedagogisch handelen
A
Omgeving, opvoedingsrelatie, opvoedingsmilieu
B
Eigen ervaring, omgeving, geslacht, interesse
C
Levensbeschouwing, eigen ervaring, eigen ontwikkeling
D
Leeftijd, motivatie en interesse, temperament

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het einddoel van opvoeden?
A
zelfstandig en zelfredzaam
B
zelfvertrouwen en sociaal
C
burger in de maatschappij

Slide 10 - Quizvraag


Welke theorie heeft Maslow bedacht?
A
opvoeding van kinderen
B
sociale leertheorie
C
Behoeftehiërarchie

Slide 11 - Quizvraag


Wat verstaat men onder temperament?
A
De aangeboren manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden.
B
De aangeleerde manier waarop iemand omgaat met bepaalde omstandigheden.
C
De aangeleerde manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden.
D
De opvolgende manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden.

Slide 12 - Quizvraag

Pedagogiek en inrichting

Slide 13 - Tekstslide

De ruimte als extra pedagoog
Wist je dat kleuren, vormen, geluiden, licht en materialen invloed hebben op hoe je je voelt in een ruimte? En dat je die ruimte dus ook heel goed kan inzetten als extra pedagoog? 
‘Een goed ingerichte ruimte daagt kinderen uit tot spel en ontwikkeling’
Aldus pedagoog Annemiek Waage.

Slide 14 - Tekstslide

Federica Taddei :‘Kinderen zijn heel gevoelig voor hun omgeving, ze verkennen die met hun hele lichaam en al hun zintuigen. Het belangrijkste is dat kinderen zich thuis voelen in het  kindercentrum. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Een prettige sfeer hoeft zeker niet samen te hangen met het budget
 Een ruimte die is ingericht met dure spullen hoeft niet aangenamer te zijn dan een ruimte met goedkopere
materialen. Belangrijker is dat er zorg en aandacht aan de inrichting en aankleding is besteed. En vooral: dat de inrichting en aankleding passen bij de functie van de ruimte en
zijn gebruikers.

Slide 17 - Tekstslide

Gevoel van geborgenheid
 Door inrichting van de ruimte kan een veilige sfeer worden gecreëerd voor jonge kinderen, met aandacht voor akoestiek, licht, kleur en indeling. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Welke woonkamer kies je?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Leg je keuze uit

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Waar werk je het liefst?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quizvraag

Leg je keuze uit

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

1
2

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Welke pedagoog?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Welke pedagoog?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Welke pedagoog?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Video

De activiteitenplek
  • Een activiteitenplek onderscheidt zich van de ruimte door hoe hij er uit ziet en door wat je er kunt doen. 
  • Het is voor de kinderen duidelijk voor welke activiteiten de plek/ruimte is bedoeld. 
  • Dit zien ze door de inrichting en aankleding van de plek/ruimte

In een activiteitenplek/ruimte kunnen over het algemeen drie à vier kinderen spelen. Bij de BSO vier à vijf.

Slide 36 - Tekstslide

Gebruik bij de selectie en samenstelling van de gewenste activiteitenplekken de volgende aandachtspunten:
  • Wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd
  • Worden de verschillende persoonlijke competenties (cognitief, motorisch- zintuiglijk, communicatief en creatief) door de gemaakte keuzes voldoende gestimuleerd?
  • Worden de sociale competenties voldoende gestimuleerd?
  • Wordt de eigen pedagogische visie van het kindercentrum door de gemaakte keuzes voldoende ondersteund?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Opdracht: 
In break-out rooms gaan we aan de slag met de website ruimtenmaken.nl  
1. Maak een digitale collage waarin jullie als groep laten zien welke fysieke sfeer jullie ideaal vinden om de kinderen zo optimaal mogelijk te laten groeien. 
2. Presenteer deze aan de klas

timer
1:00:00

Slide 39 - Tekstslide

Tot over twee weken

Slide 40 - Tekstslide