H2 - les 1 - productiefactoren + inkomen

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Produceren?

Leerdoelen

Het doel van deze les is dat je:

• In je eigen woorden uitleggen wat de productiefactoren zijn en welke beloningen er tegenover staan. 
  
• In je eigen woorden het verschil uitleggen tussen primaire inkomens en overdrachtsinkomens met voorbeelden. 

 

Stel je gaat Turkse pizza's verkopen op een markt.

Wat heb je allemaal nodig om de Turkse pizza's te maken?

Productiefactoren

Productiefactoren = alles wat je nodig hebt om te produceren = KANO (of OKAN)

• Kapitaal = alle goederen die gebruikt worden om andere goederen te produceren. Dit noem je ook wel kapitaalgoederen. Let op! Het gaat niet om geld. 
• Arbeid = het werk dat mensen verrichten (zowel spierkracht als denkkracht) 
  
• Natuur = alles wat door het natuur geproduceerd wordt 
  
• Ondernemerschap = het combineren van de overige productiefactoren 

Kapitaal

Arbeid

Natuur

Ondernemerschap

Winst

Loon

Rente

Pacht

Zaagmachine

Hout

Verkoper

Directeur

Rubber

Hammer

Aandelen

Boekhouder

Maar wat krijg je terug voor de productiefactoren?

Mag je kapitaalgoederen zomaar gebruiken?

Lever je arbeid voor niks?

Mag je het platteland zomaar gebruiken?

Loopt een ondernemer een groot risico voor niks?

Soorten inkomen

Primair inkomen = beloning voor leveren van de productiefactoren

Overdrachtsinkomen = inkomen dat je krijgt, zonder een tegenprestatie te leveren 

Nationaal inkomen = Bruto Binnenlands Product (BBP) = totaal primair inkomen in een land in een bepaalde periode 

Soorten inkomen

Soorten primair inkomen?

 

Productiefactoren	Soorten primair inkomen
Kapitaal	Rente, huur
Arbeid	Loon
Natuur	Pacht
Ondernemerschap	Winst

Opgaven maken

Wat? 2.1 Lesbrief – A – vraag 1 t/m 5. 

Waarom? Om te testen of je de theorie begrijpt en kunt toepassen

Hoe? Samen met je buurman/buurvrouw 

Tijd? De rest van de les 

Klaar? Begin vast aan 2.1 Lesbrief – B – vraag 1 t/m 6

Goed gedrag? Anderen niet afleiden, maar op jezelf focussen 

Afsluiting

Schrijf het antwoord op van de volgende vragen in 2 minuten

Bespreek vervolgens je antwoord met je buurman/buurvrouw

• Wat was de doel van deze les?
• Wat heb je geleerd tijdens deze les?
• Wat wist je al?