Ec. bekeken 2TL: 2.5 De drukkerij

Hoofdstuk 2 Thuis en buitenhuis
5. De drukkerij
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 Thuis en buitenhuis
5. De drukkerij

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekenen de pictogrammen? 
= aantekening (dus belangrijk om te leren)
= vragen beantwoorden
= opdrachten maken in je boek

Slide 2 - Tekstslide

Op de volgende paar slides komen vragen voor. Deze is ter herhaling van de vorige paragrafen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een kenmerk van productie in bedrijven?
A
Het is gratis.
B
Het vindt plaats tegen betaling.
C
Het is gevaarlijk.
D
Je kunt ook zonder.

Slide 4 - Quizvraag

Jean-Paul werkt voor een bedrijf als behanger.
Antoine behangt zijn eigen huis, hij vindt het leuk om te doen.
Voor wie is dit produceren?
A
Jean-Paul
B
Antoine
C
voor beiden
D
voor geen van beiden

Slide 5 - Quizvraag

Savannah werkt bij Deco BV op de administratie. Zij hoort bij de productiefactor:
A
Arbeid
B
kapitaalgoederen
C
natuur

Slide 6 - Quizvraag

Kadir werkt aan de persmachine. Toen deze werd gekocht, deed Deco BV een investering in
A
Arbeid
B
kapitaalgoederen
C
natuur

Slide 7 - Quizvraag

Kadir is zelf een onderdeel van de productiefactor
A
Arbeid
B
kapitaalgoederen
C
natuur

Slide 8 - Quizvraag

Tom rijdt met een vrachtwagen van Deco BV. De vrachtwagen hoort bij de productiefactor
A
Arbeid
B
kapitaalgoederen
C
natuur

Slide 9 - Quizvraag

Tom hoort bij de productiefactor
A
Arbeid
B
kapitaalgoederen
C
natuur

Slide 10 - Quizvraag

Voor benzine in zijn vrachtwagen is een energiebron nodig. Dat hoort bij de productiefactor
A
Arbeid
B
kapitaalgoederen
C
natuur

Slide 11 - Quizvraag

Wat hebben de begrippen investeren en kapitaalgoederen met elkaar te maken?
A
Je koopt een machine want die levert veel geld op.
B
Je geeft veel geld uit aan een machine die lang meegaat.
C
Je verkoopt een machine om veel geld te verdienen.
D
Zonder een machine hoef je niet veel geld uit te geven.

Slide 12 - Quizvraag

Leuk en minder leuk
bij ieder werk heb je arbeidsomstandigheden die je werk leuk of juist minder leuk maken.

Slide 13 - Tekstslide

Bescherming tegen arbeidsomstandigheden
De werkgever moet ervoor zorgen dat werknemers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden. Plicht is wettelijk geregeld in de arbowet.

Slide 14 - Tekstslide

werk thuis
verschillen met bedrijf: 
- er is niemand die je zegt hoe en wanneer je het werk moet doen 
- thuis heb je geen collega's 
- thuis zijn de werktijden langer en onregelmatiger.

Slide 15 - Tekstslide

Betaald werk buitenshuis
arbeidsmotieven
- vooral geld 
- vanwege contacten met collega's 
- een moeilijke/uitdagende baan

Slide 16 - Tekstslide

fulltime of parttime?
fulltime is een voltijdbaan van 36 uur. 
 parttime = een deeltijdbaan (minder dan 36 uur)

Slide 17 - Tekstslide

Heb je nog vragen over deze lesstof?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!

  • Maak van H2.5 opdr. 1 t/m 5
  • 15 min voor het einde van de les kijken we de opdrachten na

Klaar?
  • Maak de test jezelf van H2.5

Slide 20 - Tekstslide