Optie 1: Bedenk een fantasiedier. Dit kan een combinatie van bestaande dieren zijn, maar ook een geheel verzonnen dier.
Slide 2 - Tekstslide
Fantasiedier - wat ga je doen?
Optie 2: Grabbel een dier en maak hier een tekening/schilderij van.
Geel: Dier (grabbel er ten minste 2)
Roze: Lichaamsdeel (grabbel 1)
Blauw: Accessoires (grabbel 1)
Groen: Omgeving waar het dier woont (grabbel 1)
Slide 3 - Tekstslide
Fantasiedier - wat ga je doen?
Optie 1:
Bedenk een fantasiedier. Dit kan een combinatie van bestaande dieren zijn, maar ook een geheel verzonnen dier.
Optie 2: Grabbel een dier en maak hier een tekening/schilderij van.
Geel: Dier (grabbel er ten minste 2)
Roze: Lichaamsdeel (grabbel 1)
Blauw: Accessoires (grabbel 1)
Groen: Omgeving waar het dier woont (grabbel 1)
Slide 4 - Tekstslide
Hoe ga je dit doen?
Je maakt eerst een schets. Dit is je klad en hoeft dus niet netjes te zijn. Pas daarna ga je aan het werk met je echte kunstwerkje.
Werk dit vervolgens uit met: Potlood, stift, houtskool (tekenen) Verf (schilderen) Voorbeelden ->
Slide 5 - Tekstslide
Fantasie opdracht 2 in drietallen :
Vouw allebei een A4 tje in drieën
Teken allebei een dierenhoofd (de ander mag het steeds niet zien!)
Wissel van papier: teken een dierenlichaam.
Wissel weer om en teken dierenpoten.
Bekijk het resultaat.
Slide 6 - Tekstslide
Fantasie opdracht 3:
UIT JE HOOFD EEN FANTASIEDIER TEKENEN om te kijken wat er in je opkomt.
Je bedenkt je eigen fantasiedier en bouwt deze op uit verschillende dieren. Je mag hiervoor ook onderdelen gebruiken van uitgestorven dieren (bijv. dinosaurussen) of fabeldieren (bijv Eenhoorn). Je fantasiedier moet er realistisch uit zien, dus het mag geen cartoon worden
Je mag bedenken wat je maar wil!
Doe dit op een A4 tje met potlood.
Let goed op wat goed gaat en wat je lastig vindt om te tekenen. Als je klaar bent vertel je klassikaal wat je gemaakt hebt.
Slide 7 - Tekstslide
FANTASIEDIER TEKENEN
Slide 8 - Tekstslide
FANTASIEDIER
Teken het fantasiedier op je tekenblad.
Teken goed de verschillende vachten, texturen en patronen en laat ze mooi in elkaar overlopen!
Werk alles tot in detail uit!
Je dier bestaat uit minimaal 3 en maximaal 6 diersoorten. (zoogdier, vis, insect, amfibie, reptiel, vogel)