Project 3 - Fantasiedier maken

Fantasiedier

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Fantasiedier

Slide 1 - Tekstslide

Fantasiedier - wat ga je doen?
Optie 1:
Bedenk een fantasiedier. Dit kan een combinatie van bestaande dieren zijn, maar ook een geheel verzonnen dier.


Slide 2 - Tekstslide

Fantasiedier - wat ga je doen?
Optie 2:
Grabbel een dier en maak hier een tekening/schilderij van.

Geel: Dier (grabbel er ten minste 2)
Roze: Lichaamsdeel (grabbel 1)
Blauw: Accessoires (grabbel 1)
Groen: Omgeving waar het dier woont (grabbel 1)

Slide 3 - Tekstslide

Fantasiedier - wat ga je doen?
Optie 1:
Bedenk een fantasiedier. Dit kan een combinatie van bestaande dieren zijn, maar ook een geheel verzonnen dier.

Optie 2:
Grabbel een dier en maak hier een tekening/schilderij van.
Geel: Dier (grabbel er ten minste 2)
Roze: Lichaamsdeel (grabbel 1)
Blauw: Accessoires (grabbel 1)
Groen: Omgeving waar het dier woont (grabbel 1)

Slide 4 - Tekstslide

Hoe ga je dit doen?
Je maakt eerst een schets. Dit is je klad en hoeft dus niet netjes te zijn. Pas daarna ga je aan het werk met je echte kunstwerkje.

Werk dit vervolgens uit met:
Potlood, stift, houtskool (tekenen)
Verf (schilderen)
                                                                                                      Voorbeelden ->

Slide 5 - Tekstslide

Fantasie opdracht 2 in drietallen :
  1. Vouw allebei een A4 tje in drieën
  2. Teken allebei een dierenhoofd (de ander mag het steeds niet zien!)
  3. Wissel van papier: teken een dierenlichaam.
  4. Wissel weer om en teken dierenpoten.
  5. Bekijk het resultaat.

Slide 6 - Tekstslide

Fantasie opdracht 3:

  • UIT JE HOOFD EEN FANTASIEDIER TEKENEN om te kijken wat er in je opkomt.
Je bedenkt je eigen fantasiedier en bouwt deze op uit verschillende dieren. Je mag hiervoor ook onderdelen gebruiken van uitgestorven dieren (bijv. dinosaurussen) of fabeldieren (bijv Eenhoorn). Je fantasiedier moet er realistisch uit zien, dus het mag geen cartoon worden
Je mag bedenken wat je maar wil! 

  • Doe dit op een A4 tje met potlood. 

  • Let goed op wat goed gaat en wat je lastig vindt om te tekenen. Als je klaar bent vertel je   klassikaal wat je gemaakt hebt.

Slide 7 - Tekstslide

FANTASIEDIER TEKENEN

Slide 8 - Tekstslide

FANTASIEDIER

  • Teken het fantasiedier op je tekenblad.
  • Teken goed de verschillende vachten, texturen en
     patronen en laat ze mooi in elkaar overlopen!
  • Werk alles tot in detail uit!
  • Je dier bestaat uit minimaal 3 en maximaal 6 diersoorten.
     (zoogdier, vis, insect, amfibie, reptiel, vogel)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

PRESENTEREN:

LAAT AAN DE KLAS ZIEN WAT JE GEMAAKT HEBT!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide