Commercieel Technicus Communicatie Les 3
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een kenmerk van actief luisteren?
A
Onderbreken als je een idee hebt
B
Je aandacht volledig op de ander richten
C
Direct je eigen mening geven
D
Vragen stellen om het gesprek te sturen
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke van deze is een valkuil in communicatie?
A
Luisteren voordat je reageert
B
Snel aannames doen
C
Feedback vragen
D
Onduidelijk taalgebruik
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Noem één manier om de valkuil 'snel aannames doen' te vermijden
Slide 4 - Open vraag
Door verduidelijkende vragen te stellen, zoals: Wat bedoel je precies met.....?
Wat is het belangrijkste bij een inkomend telefoongesprek?
A
Snel praten zodat de ander niet afhaakt
B
De telefoon opnemen met een vriendelijke en duidelijke begroeting
C
Direct vragen wat de ander wil zonder introductie
D
Wachten tot de ander zich eerst voorstelt.
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke letters horen bij de volgende woorden in het telefoonalfabet?
Hotel - Victor - Oscar
Hotel - Victor - Oscar
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
WAAROM IS HET TELEFOONALFABET BELANGRIJK?
A
Om fouten in belangrijke woorden of namen te voorkomen
B
Omdat het een formele regel is bij telefoongesprekken
C
Omdat het de communicatie versnelt
D
Om professioneel over te komen.
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is géén goede telefoonregel?
A
Spreek rustig en duidelijk
B
Noteer belangrijke punten tijdens het gesprek
C
Direct ophangen als het gesprek klaar is.
D
Gebruik een vriendelijke toon
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat doe je als je tijdens een telefoongesprek een vraag krijgt waarop je het antwoord niet weet?
Slide 9 - Open vraag
Geef aan dat je het zult navragen en dat je later contact opneemt met het antwoord.
Wat is de beste manier om te laten zien dat je actief luistert?
A
De ander aankijken en non-verbaal bevestigen (bijvoorbeeld knikken).
B
Direct jouw eigen ervaring delen over het onderwerp.
C
Antwoorden met "ja" of "nee" zonder verder door te vragen.
D
De ander af en toe onderbreken om tijd te besparen.
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke situatie beschrijft een communicatievalkuil?
A
Je herhaalt wat de ander heeft gezegd om te controleren of je het goed begrijpt.
B
Je vult tijdens het luisteren zelf in wat de ander bedoelt.
C
Je vraagt om verduidelijking als iets niet duidelijk is.
D
Je stelt open vragen om het gesprek te verdiepen.
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat doe je als je tijdens een telefoongesprek een belangrijk punt niet goed begrijpt?
A
Stil blijven en hopen dat de spreker het herhaalt.
B
Vragen om verduidelijking of herhaling.
C
De ander onderbreken om snel door te gaan naar het volgende onderwerp.
D
Het gesprek meteen afsluiten en later navragen.
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat doe je als je tijdens een telefoongesprek wordt afgeleid door achtergrondgeluiden?
A
Wachten tot het geluid vanzelf stopt.
B
De beller vragen om op een rustigere plek te gaan staan.
C
Zelf stoppen met praten en wachten tot de ander het geluid opmerkt.
D
De beller vragen of het gesprek later voortgezet kan worden.
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
