CONCEPT Les 7 - Het telefoonalfabet-telefooncentrale gebruik stage

Les 7 - Het telefoonalfabet
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Thema AABSMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 7 - Het telefoonalfabet

Slide 1 - Tekstslide

planning
Les 1 Ik in de Backoffice - introductie
Les 2 Offline en online communicatie
Les 3 Communicatie met klanten en collega's
Les 4 Informatie verstrekken - Interne communicatie
Les 5 Informatie verstrekken - Gespreksvaardigheden
Les 6 Klachten 1 - Is dit een klacht?
Les 7 Het telefoonalfabet

Kerstvakantie

Les 8 Service verlening
Les 9 Klachten 2 
Bufferweek

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt het Nederlands telefoonalfabet gebruiken bij het spellen van namen

Slide 3 - Tekstslide

Het telefoongesprek
Een belangrijke taak voor een assistant business services is het voeren van telefoongesprekken. Op het moment dat je namens de organisatie een telefoongesprek voert, ben je het visitekaartje van de organisatie. Klantvriendelijk en klantgerichtheid zijn hierbij natuurlijk heel erg belangrijk.

Slide 4 - Tekstslide

Belangrijke aspecten bij telefoneren
Het technische aspect: je moet kunnen omgaan met de telefooncentrale. Zo moet je weten hoe je iemand moet doorverbinden of in de wacht moet zetten. etc
Het inhoudelijk aspect: je moet voldoende van de organisatie weten om de klanten goed te woord te kunnen staan. Zo moet je weten welke afdeling ergens verantwoordelijk voor is en welke persoon ergens meer vanaf weet.

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijke aspecten bij telefoneren
Het houdingsaspect:
een goede beroepshouding is van zeer groot belang. Je moet klantvriendelijk en klantgericht zijn.

Het communicatieve aspect:
Je moet goed kunnen luisteren en zaken goed kunnen uitleggen en verwoorden, en goed verstaanbaar zijn voor de ander.

Slide 6 - Tekstslide

Richtlijnen voor het telefoongesprek
  1. Bereid je voor 
  2. Wees vriendelijk en beleefd 
  3. Zorg dat de opbeller alle aandacht krijgt 
  4. Houd de opbeller op de hoogte van wat je doet 
  5. Eet, drink of rook nooit tijdens het bellen 
  6. Laat de opbeller niet zelf terug bellen 
  7. Herhaal de belangrijkste gegevens
  8. Maak notities (bijv. met een telefoonmemo) 
  9. Spreek duidelijk 
  10. Verbreek de verbinding correct 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Telefoon Alfabet
Om gegevens van een klant goed over te nemen, is het handig dat de klant soms zijn of haar naam spelt. Of de naam van een plaatsnaam of straat. Hiervoor wordt vaak gebruik gemaakt van het Nederlands telefoonalfabet, zodat er geen fouten worden gemaakt. Op de volgende slide vind je de SPL opdracht.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Lesdoelen
Je kunt het Nederlands telefoonalfabet gebruiken bij het spellen van namen

Slide 11 - Tekstslide