Les 15. Dadaïsme en Surrealisme

DADA
&
Surrelisme
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

DADA
&
Surrelisme

Slide 1 - Tekstslide

DADAÏSME
  • Begonnen als een protestbeweging tegen de     burgerlijke cultuur met haar traditionele opvattingen. 
  • Reactie op verschrikkingen WO1. 
  • Staat voor afschaffing van logica, goede manieren,   herinneringen. 
  • De kunstenaars van dada hielden zich bezig met mengvormen van beeldende kunst, poëzie, theater
    e
    n grafisch ontwerp.

ALGEMEEN

Slide 2 - Tekstslide

DADAÏSME
  • De kunstenaars zien Dada als levenshouding niet als   kunststijl.

  • Elke vorm van schoonheid wordt opzettelijk   verworpen.  
  • Maken gebruik van toeval bij het maken van hun   composities


ALGEMEEN

Slide 3 - Tekstslide

DADAÏSME
  • Niet realistisch kleurgebruik
  • Compositie druk en chaotisch
  • Weinig vormeenheid
  • Readymade (objets trouvé)
  • Bedoeld als antikunst
  • Onconventionele technieken
  • Toeval, spot, absurditeit en kritiek
KENMERKEN

Slide 4 - Tekstslide

COLLAGE
Kurt Schwitters 
the docter
1919
DADAÏSME

Slide 5 - Tekstslide

COLLAGE
Kurt Schwitters
DADAÏSME

Slide 6 - Tekstslide

BEELDHOUWKUNST
Marcel Duchamp
Fountain 
1917
Ontstaan van Ready Mades
  • Kant en klare kunst 
  • Marcel Duchamp is de eerste die     met ready mades werkt. 

DADAÏSME

Slide 7 - Tekstslide

SCHILDERKUNST
Marcel Duchamp
Mona Lisa met snor

DADAÏSME

Slide 8 - Tekstslide

Dadaïsme (schilderkunst)
Dadaïsme (beeldhouwkunst)

Slide 9 - Tekstslide

SUR
REALISME

Slide 10 - Tekstslide

             Surrealisme

De belangrijkste vernieuwende stroming na 1925.


Slide 11 - Tekstslide

Surrealisme
  • Fantasie, droom, bovennatuurlijk, verbeelding
  • Vreemde objecten, vormen en patronen
  • Vervreemde onechte sfeer (zwaarmoedig, ontstemmend, leeg, bovennatuurlijk, dromerig, onwerkelijk, fantastisch)
  • Alledaagse en niet-alledaagse voorwerpen worden verbonden/gecombineerd

Slide 12 - Tekstslide

Surrealistisch
manifest
André Breton inspiratie: Freud!

De wetten van de logica en het gezond verstand gelden niet in dromen = de 'surrealiteit'.
Oproep: niet laten beperken door wat zichtbaar is, maar op zoek gaan naar het onbewuste
Onze werkelijke drijfveren. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is Surrealisme?
Surrealiteit boven realiteit!

onverwacht
verrassend
schokkend

Herkenbaar, maar niet realistisch!

Slide 14 - Tekstslide

Belangrijke kunstenaars:
Marcel Duchamp

René Magritte

Salvador Dali

Slide 15 - Tekstslide

Surrealisme

Slide 16 - Tekstslide

René Magritte

associaties

Loslaten van de logica:
In dromen kan veel meer.
"Dit is geen pijp"

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Paul Fuentes, Contemporary Surrealist Art

Slide 19 - Tekstslide

Jullie kennen allemaal een Dali: 
in 1969 ontwierp hij het logo op de verpakking van Chupa Chups lollies :-)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke kenmerken horen bij dadaïsme? Meerdere antwoorden zijn goed.
A
anti-kunst, anti-burgerlijk
B
vervormingen van de werkelijkheid
C
readymades
D
collagetechniek

Slide 22 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je een collage uit 1923 van de Duitse kunstenaar Kurt Schwitters. 
Hij noemde zijn kunst Merz , een woord dat ontstond toen 
hij voor een collage het woord 'Kommerzbank ' verknipte.

Slide 23 - Tekstslide

Schwitters "Merz-kunst" is te rangschikken onder Dada kunst.
Noem 3 dadaïstische kenmerken

Slide 24 - Open vraag

Schwitters kwam regelmatig in Nederland, waar hij contact had met kunstenaars van de Stijl.
Hij voelde verwantschap met de uitgangspunten van deze beweging.
Noem twee aspecten van de collage waaruit de verwantschap met De Stijl blijkt.

Slide 25 - Open vraag

Vraag 3
Schwitters verzamelde overal materiaal voor zijn collages, zoals kaartjes, folders en verpakkingen, meestal met teksten erop. Ook op het schilderij van Wallerant Vaillant, 1658 (zie hiernaast) zijn teksten te zien, welke deel uitmaken van de voorstelling, terwijl de teksten bij Schwitters eerder een beeldende functie hebben.

Slide 26 - Tekstslide

Noem twee aspecten waaraan je kunt zien dat de teksten bij Schwitters vooral een beeldende (vormgeving) functie hebben. Leg ook uit welke beeldende functie zij hebben.

Slide 27 - Open vraag

SURREALISME

Slide 28 - Tekstslide

Surrealisme betekent letterlijk
A
zeer onbewust
B
boven de werkelijkheid
C
boven de fantasie
D
zeer realistisch

Slide 29 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je een werk uit 2011 van de Tsjechische kunstenaar
Kristof Kintera. 
Op een bestaande kantoorstoel goot hij roze kunsthars.

Slide 30 - Tekstslide

De stoel doet nu denken aan een kunstobject van de surrealisten.
Bespreek twee kenmerken van het object op de afbeelding die typerend
zijn voor kunst van het surrealisme.

Slide 31 - Open vraag

Vraag 2

Slide 32 - Tekstslide

Op de vorige slide staat de stoel van Kintera in een kantooromgeving. De stoel heeft als titel Lida, de naam van een vrouw. Dat beïnvloedt de interpretatie van de installatie op de afbeelding.

Leg uit welke inhoud wordt gesuggereerd met deze installatie.

Slide 33 - Open vraag