Je moet weten wat:
1. een calligram is
2. vers libre is en waarin het verschilt van een klassieke dichtvorm
3. welke rijmvormen er zijn (eindrijm, alliteraties, assonanties)
4. een monologue intérieur is
3. wanneer het symbolisme en het modernisme ontstaan zijn
4. wie Baudelaire, Rimbaud , Verlaine en Proust zijn
5. Wat er met "poètes maudits' bedoeld wordt
6. symbolen zijn
7. wat correspondenties zijn
8. een metafoor is
Je moet kunnen:
-benoemen wat de litteraire kenmerken zijn van het symbolisme en het modernisme
- symbolistische kenmerken kunnen herkennen in een gedicht
- herkennen wanneer er sprake is van een monologue intérieur
- herkennen wanneer er sprake is van een calligram