Eerste Bioles Erfelijkheid na vakantie

Programma van deze les:
  • Herhalen bas. 1 t/m 4 voor SO
  • Uitleg bas. 5 over Stambomen 
  • Uitleg over de opdracht: Onderzoek stambomen van jouw familie
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma van deze les:
  • Herhalen bas. 1 t/m 4 voor SO
  • Uitleg bas. 5 over Stambomen 
  • Uitleg over de opdracht: Onderzoek stambomen van jouw familie

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen:
Bas 1 t/m 4 Thema 3 Erfelijkheid

Slide 2 - Tekstslide

Geslachtschromosomen

X-chromosoom --> vrouwelijk geslachtschromosoom
Y-chromosoom --> mannelijk geslachtschromosoom
XY --> jongetje
XX --> meisje

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling Genenparen
Homozygoot = 2 genen van hetzelfde genenpaar  (AA of aa)
Hetrozygoot = 2 verschillende genen (Aa)
Genotype = welke erfelijke kenmerken krijgt je mee van je ouders
Fenotype = hoe zie je eruit, dus je uiterlijk
Dominante genen = bepaald het fenotype, is het sterkste (A)
Recessieve genen = aanwezig in het genotype maar bepaald alleen als het homozygoot is hoe je eruit ziet (a)
Intermediar fenotype = geen van de genen is dominant --> ArAr x AwAw --> ArAw bv leeuwenbekje (P vader rood x moeder wit wordt F1 roze)

Slide 4 - Tekstslide

Kruisingen
P : Moeder Bb x Vader Bb
F1 : BB  Bb  Bb of bb

25 % BB --> dominant fenotype
50 % Bb--> dominant fenotype
25 % bb--> recessief fenotype
P: de ouders (je opa en oma)
F1: de eerste generatie (je ouders)
F2: de tweede generatie (jij)

Slide 5 - Tekstslide

Pak een blaadje en pen
Bij cavia's is het gen voor zwarte vacht dominant (A) over het gen voor bruine vacht (a). Twee cavia's worden gekruist: het ene is homozygoot voor zwarte vacht en het andere is homozygoot voor bruine vacht.
Maak een kruizingsschema van de F1.

Slide 6 - Tekstslide



Welke kleur vacht hebben de dieren van de F1-generatie?

A
allemaal een bruine vacht
B
allemaal een zwarte vacht
C
sommigen hebben een bruine vacht, andere hebben een zwarte vacht

Slide 7 - Quizvraag

Pak een blaadje en pen
2 jonge cavia's uit hetzelfde nest worden per ongeluk bij elkaar gezet en gaan paren.
Maak een kruizingsschema van de F2.
Dus, kruis nu 2 cavia's uit je vorige schema.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe groot is de kans dat het eerstgeboren jong in de F2-generatie zwart is?
A
25 %
B
50 %
C
75 %

Slide 9 - Quizvraag

Uitleg Bas 5:
Bas 1 t/m 4 Thema 3 Erfelijkheid

Slide 10 - Tekstslide

lesdoel
  • Weten hoe je een stamboom opzet
  • Weten hoe je eigenschappen af kunt lezen uit een stamboom

Slide 11 - Tekstslide

V2
Onderzoek naar erfelijkheid in de familie

Stambomen

Slide 12 - Tekstslide

Een stamboom

Slide 13 - Tekstslide

stamboom


tekens: vierkantjes of bollen
kleuren: met of zonder eigenschap

Slide 14 - Tekstslide

Gegevens halen uit een stamboom
Uit een stamboom haal je in de volgende situatie wat dominant is en wat recessief is:
Zoek twee gelijke ouders qua fenotype (uiterlijk). Krijgen zij een kind met een ander fenotype, dan:
* hebben de ouders het dominante fenotype 
* zijn de ouders allebei heterozygoot 
* Heeft het kind  het recessieve fenotype.

Slide 15 - Tekstslide

Drager

Als een aandoening recessief overervend is:

Dan heb je de aandoening alleen, als je het gen 2 keer hebt (aa)


Heb je Aa, dan ben je DRAGER, je hebt het gen wel, maar je bent niet ziek.

Als 2 dragers nakomelingen krijgen, dan hebben zij 

25% kans op een kind met die aandoening (aa).

Slide 16 - Tekstslide

Welke drie conclusies trek je uit deze stamboom?

Slide 17 - Tekstslide

Welke drie conclusies trek je uit deze stamboom?
  1. De eigenschap van de ouders is dominant
  2. De beide ouders zijn heterozygoot
  3. Nummer 2 is homozygoot voor de recessieve eigenschap

Slide 18 - Tekstslide

Hoe kan je alle genotypes invullen in een stamboom?
(probeer het in te vullen op een kladblaadje)

timer
7:00

Slide 19 - Tekstslide

Tip 1:  zoek twee ouders met hetzelfde fenotype en een kind met een ander fenotype

Hans en Karin hebben allebei donker haar, maar hun zoon Stefan heeft rood haar. 
Dit betekent dat:
Hans en Karin heterozygoot zijn.
Donker haar dominant is
Rood haar recessief is

Slide 20 - Tekstslide

schrijf nu eerst op wat je weet
Donker haar is dominant
Rood  haar is recessief

AA  donker haar, homozygoot
Aa  donker haar, heterozygoot
aa  rood haar, homozygoot

Slide 21 - Tekstslide

Tip 2:  Je kunt nu de recessieve eigenschap invullen 
Daar is het genotype aa van

Hans en Karin hebben allebei donker haar, maar hun zoon Stefan heeft rood haar. 
Dit betekent dat:
Hans en Karin heterozygoot zijn.
Donker haar dominant is
Rood haar recessief is

Slide 22 - Tekstslide

Tip 3:  Nu kan je stap voor stap de andere genotypes invullen. Soms weet je gewoon niet zeker welk genotype een persoon heeft!!

aa rood haar
aa rood haar
aa rood haar
aa rood haar
aa rood haar
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 kind dat rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 kind dat rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 kind dat rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Je hebt te weinig gegevens om te bepalen of het AA is of Aa
Donker haar
Je hebt te weinig gegevens om te bepalen of het AA is of Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa

Slide 23 - Tekstslide

In een stamboom staat een vierkantje voor:
A
De man
B
De vrouw
C
De kinderen

Slide 24 - Quizvraag

Wie zijn mannen in deze stamboom?
A
Alle personen weergegeven met een vierkant
B
Alle personen weergegeven met een rondje

Slide 25 - Quizvraag

Het gen voor taaislijmziekte is ...
A
Dominant
B
Recessief
C
Kan ik niet uit deze stamboom halen
D
Nog nooit van die woorden gehoord

Slide 26 - Quizvraag

Uitleg opdracht:
  • Je gaat onderzoek doen naar een eigenschap in jouw familie.
  • Hiervan maak je een stamboom.
  • Deze stamboom lever je, voor een cijfer, in via Teams. 

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk staat in Magister!
Succes 

Slide 28 - Tekstslide